Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde (doodslag);
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van voorarrest;
- oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Voorlopige hechtenis
9.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden;
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 20.000.-(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij02] ,te betalen een bedrag van
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij02]te betalen
€ 20.000,-(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
, gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij04], te betalen een bedrag van
€ 216,- (zegge: tweehonderd zestien euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij04]te betalen
€ 216,-(hoofdsom
, zegge: tweehonderd zestien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 216,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
4 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij06], te betalen een bedrag van
€ 6.330,60 (zegge: zesduizend driehonderd dertig euro en zestig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij06]te betalen
€ 6.330,60(
hoofdsom, zegge: zesduizend driehonderd dertig euro en zestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 6.330,60, niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
66 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;