Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De verdere procedure
- het tussenvonnis van 15 juli 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het deskundigenbericht van 10 november 2022;
- de akte van [eiseres01] , met bijlage;
- de akte van Havensteder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres01], een huurder, en Stichting Havensteder, de verhuurder. [eiseres01] stelt dat er sprake is van een gebrek in de huurwoning, namelijk schimmelvorming, die zou zijn ontstaan na renovatiewerkzaamheden in 2019. De eiseres vordert een huurkorting van 40% vanaf 1 oktober 2019, terwijl Havensteder aanvoert dat de schimmelvorming het gevolg is van slecht ventileren door [eiseres01].
De kantonrechter heeft beoordeeld of de schimmelvorming als een gebrek kan worden aangemerkt volgens artikel 7:204 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter concludeert dat de schimmelvorming niet als een gebrek kan worden toegerekend aan Havensteder, omdat het gedrag van [eiseres01] (onvoldoende ventileren) een belangrijke rol speelt. Een deskundige heeft vastgesteld dat de woning door [eiseres01] en haar vier kinderen intensief geventileerd moet worden, maar dat [eiseres01] dit niet altijd doet. Hierdoor kan de schimmelvorming niet aan Havensteder worden toegerekend.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres01] afgewezen, maar heeft wel vastgesteld dat Havensteder onvoldoende begeleiding heeft geboden aan [eiseres01] over hoe zij haar woning goed kan ventileren. Daarom is Havensteder veroordeeld tot betaling van de kosten van het deskundigenbericht, terwijl de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van huurders voor het onderhoud van een goede ventilatie in hun woning, vooral na renovaties die de natuurlijke ventilatie beïnvloeden.