ECLI:NL:RBROT:2023:2544

• Datum uitspraak: 24 maart 2023
• Publicatiedatum: 24 maart 2023
• Zaaknummer: KTN-10247924_24032023
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: S.H. Poiesz
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Verwijzingsvonnis in civiele procedure met betrekking tot een geschil tussen eiser en gedaagde

In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 10247924 CV EXPL 22-38709, heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2023 een verwijzingsvonnis uitgesproken. De eiser, h.o.d.n. [handelsnaam01], vertegenwoordigd door [naam01] van [bedrijf01], heeft een geschil met de gedaagde, die zelf procedeert. De procedure begon met een dagvaarding op 9 december 2022, vergezeld van meerdere bijlagen. Tijdens de voorbereiding van de mondelinge behandeling, die gepland stond op 10 maart 2023, werd geconstateerd dat de zaak verwezen moest worden. Dit was noodzakelijk omdat de gedaagde eerder als kantonrechter bij deze rechtbank heeft gefunctioneerd, wat een belangenconflict met zich meebracht.

De kantonrechter heeft besloten de zaak te verwijzen naar de rolzitting van de kantonrechter te Den Haag, die zal plaatsvinden op donderdag 13 april 2023 om 10:00 uur. Tevens is de griffier opgedragen om de processtukken en een afschrift van het vonnis tijdig aan de griffier van de kantonrechter te Den Haag te sturen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. S.H. Poiesz, die de zaak heeft behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10247924 CV EXPL 22-38709

datum uitspraak: 24 maart 2023

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

[eiser01] h.o.d.n. [handelsnaam01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

eiser,

gemachtigde: [naam01] , werkzaam bij [bedrijf01] te [plaats01] ,

tegen

[gedaagde01] ,

woonplaats: [woonplaats01] ,

gedaagde,

die zelf procedeert.

De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.. De procedure

1.1.

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

• de dagvaarding van 9 december 2022, met bijlagen 1 tot en met 9;
• het antwoord.

1.2.

Partijen zijn uitgenodigd voor een mondelinge behandeling op 10 maart 2023, die geannuleerd is omdat bij de voorbereiding van de zitting geconstateerd is dat de zaak verwezen moet worden vanwege het feit dat [gedaagde01] kanonrechter is geweest bij deze rechtbank.

2.. De beslissing

De kantonrechter:

2.1.

verwijst de zaak naar de rolzitting van de kantonrechter te Den Haag, locatie Den Haag, van donderdag 13 april 2023 om 10:00 uur, ter verdere behandeling;

2.2.

draagt de griffier op de processtukken en een afschrift van dit vonnis tijdig voor genoemde rolzitting toe te sturen aan de griffier van de kantonrechter te Den Haag.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.

465