ECLI:NL:RBROT:2023:2542

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
24 maart 2023
Zaaknummer
C/10/641724 / HA ZA 22-571
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractuele geschillen over licentievergoeding en ontwerprechten tussen Marimecs B.V. en Holland Shipyards B.V.

In deze zaak vorderde Marimecs B.V. een contractuele licentievergoeding van Holland Shipyards B.V. voor het ontwerp van een veerboot, terwijl Holland Shipyards in reconventie schadevergoeding eiste. De rechtbank Rotterdam behandelde de zaak op 22 maart 2023. Marimecs stelde dat Holland Shipyards gebruik had gemaakt van een optierecht uit een eerdere overeenkomst, terwijl Holland Shipyards betwistte dat zij contractspartij was en voerde aan dat er problemen waren met het ontwerp van de Gaarden, wat leidde tot extra kosten. De rechtbank oordeelde dat Holland Shipyards gebonden was aan de optiebepaling en dat zij de licentievergoeding van € 36.000,00 verschuldigd was aan Marimecs. De rechtbank wees de vorderingen van Holland Shipyards in reconventie af, omdat deze buiten de vervaltermijn waren ingediend. De proceskosten werden toegewezen aan Marimecs, die in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/641724 / HA ZA 22-571
Vonnis van 22 maart 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARIMECS B.V.,
gevestigd te Steenwijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.K. Doornbosch te Assen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOLLAND SHIPYARDS B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.S. Ort te Alblasserdam.
Partijen zullen hierna Marimecs en Holland Shipyards genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 juli 2022, met producties 1 t/m 3;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties
1. t/m 13;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte overlegging producties in conventie, met producties 4 t/m 12;
  • de brief van Holland Shipyards van 3 november 2022, met een aanvullende productie;
  • de comparitie van partijen op 17 november 2022;
  • de spreekaantekeningen van Marimecs;
  • de spreekaantekeningen van Holland Shipyards, met bijlagen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Marimecs houdt zich bezig met het ontwerpen van schepen, waaronder ook veerboten.
2.2.
Holland Shipyards is een werf die zich onder meer bezighoudt met het opknappen van bestaande vaartuigen en de nieuwbouw van vaartuigen zoals sleepboten, baggerschepen en veerboten. Holland Shipyards Group B.V. (hierna: HSG) is enig aandeelhouder van Holland Shipyards Holding B.V., die op haar beurt enig aandeelhouder is van Holland Shipyards.
2.3.
Bij overeenkomst van 29 november 2018 heeft Schlepp- und Fährgesellschaft Kiel mbH (hierna: SFK) aan Holland Shipyards opdracht gegeven voor de bouw van een veerboot. In deze overeenkomst staat de volgende optie:
“(…)Der Auftraggeber hat die einmalige Option, drei weitere baugleiche Fahrgastschiffe entsprechend den Bestimmungen dieses Vertrages und der Baubeschreibung, angepasst auf drei Schiffe, zu bestellen. Die Option kann innerhalb von 18 Monaten nach Ablieferung des ersten Schiffes ausgeübt werden.(…)”
2.4.
Met een factuur van 3 december 2018 heeft Marimecs aan een bedrag van
€ 60.000,00 (exclusief btw) in rekening gebracht aan Holland Shipyards. In de factuur staat “
Eerste termijn bij tekenen overeenkomst en start van het werk (…) Te voldoen: Bij tekenen overeenkomst.” Holland Shipyards heeft deze factuur betaald.
2.5.
Op 5 december 2018 hebben Marimecs en HSG een overeenkomst ondertekend voor het ontwerp van een veerboot voor SFK. Op grond van deze overeenkomst moest Marimecs een Design and Enginering package leveren bestaande uit een complete set tekeningen, berekeningen en verdere documenten op basis waarvan de veerboot kon worden gebouwd. De overeenkomst is namens HSG ondertekend door [naam01] . Bovenaan de overeenkomst staat het nummer “18-292” en in de overeenkomst staat voorts, voor zover hier van belang, het volgende:
“(…)
This quotation describes the offer for a:
License to build 1 (one) vessel according to the Design and Engineering package, with an option to build 3 (three) additional vessels.
The intellectual rights of the Design and Engineering package will remain the property of Marimecs b.v. The delivered work will be fully exclusive for Holland Shipyards.
The Design and Engineering package will comprise a complete set of drawings, calculations and further documents, suitable for the building of the below described vessel at Holland Shipyards.
Furthermore the delivery of the CNC -cutting information and forming templates information.
(…)
Rules and regulations governing the agreement:
Any agreement will be subject to the Rules and Regulations of the Netherlands Association of Yacht Architects 2014. (NBJA-2014) (…) A copy of the rules and regulation referred to above has been submitted to the principal.( enclosure C).
Contract sumfor the delivery of the work as described in this quotation:
Euro 357.000,-
This comprises the license to build 1 (one) vessel based on the above mentioned work package.
The option to build up to 3 (three) additional vessels based on the same design- and engineering package is offered at € 12.000,- per vessel.
Works for additional vessels are limited to changing of building numbers on the General Arrangement drawing, Name and Homeport Drawing, and a weight and displacement check based on draft readings after launching. Furthermore, if requested by Class, the attendance of the inclination tests followed by an update of the stability booklets.
Any further license to use the design- and engineering package for additional builds can be offered at € 50.000,- per vessel.
(…)
All the prices mentioned in this Agreement are excluding VAT.
(…)”
2.6.
In de NBJA-2014 (hierna: de algemene voorwaarden) staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
10. (INTELLECTUAL) PROPERTY
(…)
10.2.
Ownership of original/copies of drawings, documents, etc.:The Yacht Designer or Naval Architect will always retain ownership of all the originals and copies of sketches, drawings, calculations, estimates, specifications, budget estimates, reports, computer files, image media and any other media for holding information, as well as models and maquettes created for and by the Yacht Designer or Naval Architect in the context of the Order regardless of whether they were made on behalf of the Client or third parties.
10.3.
Intellectual property rights:Intellectual property rights as provided for in Copyright Law, including in any case de auteurswet 1912 (Copyright Act 1912) and/or the exclusive right to a design under the Eenvormige Beneluxwet, inzake Tekeningen en Modellen (Uniform Benelux Act on Designs and Models), in relation to the design, production drawings, sketches, photographs and other images of the Design or part thereof, the models and construction moulds, as well as all model, computer files, image media, or other media for holding information that form a part of the Design or representation thereof, are to the exclusion of all others applicable and owned by the Yacht Designer or Naval Architect.
(…)
10.6.
Protection of the Design:The Client may only make changes to the Design, the Design
Drawings, the Production Drawings or the specifications of the Vessel after written permission has been obtained from the Yacht Designer or Naval Architect.
(…)
12. LEGAL LIABILITY OF THE YACHT DESIGNER OR NAVAL ARCHITECT
(…)
12.13.
Expiry 12 months after defect is known:Any claim against the Yacht Designer or Naval Architect, except those expressly acknowledged in writing by the Yacht Designer or Naval Architect, shall be void by the mere lapse of twelve months after the Client has established, or in all fairness should have established, that a defect exists, without prejudice to article 13.
(…)

13..RIGHTS AND OBLIGATIONS OF CLIENT

(…)

13.2.
Reporting deficiencies:Client must make the Yacht Designer or Naval Architect aware of any attributable deficiencies, under penalty of forfeiture of a right thereon, within four weeks of the Completion Date and provide him a reasonable recovery period. In determining the reasonable period, this will include any associated recovery time required by the Builder and in observance of his schedule.
(…)
13.5.
Delivery by the Yacht Designer or Naval Architect:That delivered by the Yacht Designer or Naval Architect according to the Order must be treated as having been delivered without attributable deficiencies in the following situations:
a. The Client has not reported any deficiencies attributable to the Yacht Designer or Naval Architect within four weeks after the Completion Date.
(…)”
2.7.
Op 6 december 2018 heeft Holland Shipyards een bestelling bij Marimecs geplaatst, waarin zij aan Marimecs opdracht geeft tot levering van
“Enginering van veerpont volgens bijgaande overeenkomst met nummer 18-292”voor de prijs van
€ 357.000,00 exclusief btw. Marimecs heeft voor haar ontwerpwerkzaamheden steeds gefactureerd aan Holland Shipyards. Deze facturen zijn door Holland Shipyards voldaan.
2.8.
Holland Shipyards heeft op basis van het ontwerp van Marimecs de veerboot voor SFK gebouwd.
2.9.
De veerboot is opgeleverd en in juli 2020 door SFK in de vaart genomen onder de naam de Gaarden. Hieronder een afbeelding van de Gaarden (onnauwkeurige kleurweergave).
2.10.
SFK heeft enig moment daarna aan Holland Shipyards opdracht gegeven om drie opvolgende veerboten (hierna tezamen in navolging van partijen: de zusterschepen) te bouwen.
2.11.
Voor de bouw van die veerboten heeft Holland Shipyards een andere ontwerper ingeschakeld, zijnde Vera Navis LDA (hierna: Vera Navis). Vera Navis heeft een ontwerp gemaakt voor de zusterschepen, genaamd ‘Friedrichsort’, ‘Wik’ en ‘Schilksee’. In de Proposal van 22 december 2020 van Vera Navis staat onder meer:
“Vera Navis had the pleasure to visit the ship Gaarden while under construction (…) It is our intention in the present offer to redesign GAARDEN in order that cost, budget and risk is minimized for
the upcoming ships on the series”.
2.12.
De Friedrichsort en de Wik zijn in 2022 opgeleverd en door SFK in de vaart genomen. De bouw van de Schilksee heeft nog geen aanvang genomen, deze staat voor oplevering gepland in 2026. Hieronder een afbeelding van de Friedrichsort (onnauwkeurige kleurweergave).
2.13.
Op 2 juli 2021 heeft Marimecs een factuur gestuurd aan Holland Shipyards voor de betaling van twee keer de in de overeenkomst van 5 december 2018 genoemde licentievergoeding van € 12.000,00 vanwege de bouw van twee zusterschepen.
2.14.
Bij e-mail van 16 juli 2021 aan Marimec heeft Holland Shipyards kort gezegd de verschuldigdheid van de factuur betwist en zich daarbij op het standpunt gesteld dat zij zodanige problemen met de Gaarden ervoer dat zij voor de zusterschepen gebruik heeft gemaakt van een volledig nieuw ontwerp.

3..Het geschil in conventie

3.1.
Marimecs vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
-
primairHolland Shipyards te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marimecs te betalen de som van € 43.560,00;
-
subsidiairen uitsluitend indien naar het oordeel van de rechtbank de primaire vordering van Marimecs niet kan worden toegewezen, Holland Shipyards te gebieden om binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de bouw van de zusterschepen van de Gaarden (werfnummers H 2020-0006, H 2020-0696 en H 2021-0588) te staken en gestaakt te houden op straffe van de verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 2.500,00 per dag dat zij daarmee na betekening van het vonnis in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,00;
-
primair en subsidiairHolland Shipyards te veroordelen in de kosten van de procedure ex artikel 1019h Rv.
3.2.
Het verweer van Holland Shipyards strekt ertoe Marimecs in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de vordering af te wijzen, met veroordeling van Marimecs in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente daarover.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..Het geschil in reconventie

4.1.
Holland Shipyards vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
i. Marimecs te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 92.008,89 aan schadevergoeding aan Holland Shipyards, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 18 december 2019, althans vanaf 30 augustus 2022 tot de dag der algehele voldoening;
ii. Marimecs te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 109.000,00 aan schadevergoeding aan Holland Shipyards, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 18 december 2019, althans vanaf 30 augustus 2022 tot de dag der algehele voldoening;
iii. Marimecs te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 382.227,00 aan schadevergoeding aan Holland Shipyards, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 18 december 2019, althans vanaf 30 augustus 2022 tot de dag der algehele voldoening;
iv. Marimecs te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 92.008,89, althans een bedrag van € 12.200,00 aan buitengerechtelijke kosten aan Holland Shipyards, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze kosten, indien niet binnen 14 dagen na de datum van het te wijzen vonnis voldoening daarvan heeft plaatsgevonden;
v. Marimecs te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten, indien niet binnen 14 dagen na de datum van het te wijzen vonnis voldoening daarvan heeft plaatsgevonden.
4.2.
Het verweer van Marimecs strekt ertoe Holland Shipyards in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel de vorderingen af te wijzen, met veroordeling van Holland Shipyards in de kosten van de procedure in reconventie.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

5..De beoordeling

5.1.
In conventie stelt Marimecs dat Holland Shipyards gebonden is aan de optiebepaling uit de overeenkomst die Marimecs op 5 december 2018 sloot met HSG. In reconventie voert Marimecs als verweer dat Holland Shipyards gebonden is aan de in de Ontwerpovereenkomst genoemde algemene voorwaarden en de daarin opgenomen vervaltermijnen. Holland Shipyards betwist dat zij gebonden is aan de optiebepaling en de algemene voorwaarden. Daarmee is zowel in conventie als in reconventie de vraag van belang waar Holland Shipyards zich toe heeft verbonden. Die vraag wordt hieronder als eerste beantwoord, daarna wordt achtereenvolgens ingegaan op de verdere vraagpunten in conventie en reconventie. De volgende definities worden gebruikt:
- Ontwerpovereenkomst: de overeenkomst Marimecs-HSG van 5 december 2018;
- Opdrachtbevestiging: de bestelling Holland Shipyards-Marimecs van 6 december 2018.
In conventie en reconventie: waar heeft Holland Shipyards zich toe verbonden?
5.2.
Marimecs stelt dat zij de Ontwerpovereenkomst heeft gesloten met Holland Shipyards. Holland Shipyards brengt daar, terecht, tegenin dat die overeenkomst niet is gesloten met haar, maar met HSG. Als uitgangspunt geldt dat een overeenkomst alleen de contractspartijen bindt. Holland Shipyards is dus in beginsel niet gebonden aan de Ontwerpovereenkomst.
5.3.
Marimecs wijst echter ook op de Opdrachtbevestiging. Zij stelt dat zij op grond daarvan de Gaarden in opdracht en voor rekening van Holland Shipyards heeft ontworpen. Zij baseert zich – zo begrijpt de rechtbank haar stellingen – op rechten en verplichtingen die voor Marimecs en Holland Shipyards over en weer uit de Opdrachtbevestiging voortvloeien. Daarmee beroept Marimecs zich op een overeenkomst waarbij Holland Shipyards wel partij is. Het bestaan van deze overeenkomst is niet betwist door Holland Shipyards. Het verweer van Holland Shipyards dat Marimecs (in conventie) de verkeerde partij heeft gedagvaard omdat geen overeenkomst is gesloten tussen haar en Marimecs, slaagt daarom niet.
5.4.
Vervolgens is de vraag aan de orde of op grond van de Opdrachtbevestiging in de relatie Holland Shipyards-Marimecs de optiebepaling en de algemene voorwaarden uit de Ontwerpovereenkomst van toepassing zijn. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend op grond van het volgende.
5.5.
In de Opdrachtbevestiging staat dat Marimecs de
“Enginering van veerpont volgens bijgaande overeenkomst met nummer 18-292”moet leveren voor € 357.000,00. Marimecs leidt hieruit af dat de Ontwerpovereenkomst integraal van toepassing is op de Opdrachtbevestiging. Holland Shipyards betwist dat. Volgens haar kan hier niet uit worden afgeleid dat zij zich ook gebonden heeft aan de optiebepaling, noch dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn.
5.6.
Partijen twisten dus over de vraag hoe de Opdrachtbevestiging moet worden uitgelegd. Voor de beoordeling van dit geschilpunt stelt de rechtbank het volgende voorop. Bij de uitleg van een schriftelijke overeenkomst moet niet alleen worden gekeken naar de taalkundige uitleg, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden gelet op hun verklaringen en gedragingen over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex). Er moet dus worden gekeken naar de taalkundige uitleg en naar wat partijen redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Nu Marimecs zich beroept op de door haar gestelde rechtsgevolgen van de Opdrachtbevestiging ligt het in beginsel op haar weg om daartoe voldoende feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen.
5.7.
Marimecs wijst op de tekst. De tekst “
Engineering van veerpont volgens bijgaande overeenkomst met nummer 18-292” is een verwijzing naar de Ontwerpovereenkomst. In die tekst staat geen beperking, bijvoorbeeld de beperking dat de optiebepaling en/of de algemene voorwaarden uit de Ontwerpovereenkomst niet van toepassing zijn in de relatie Marimecs-Holland Shipyards. Een taalkundige uitleg sluit daarom meer aan bij de uitleg van Marimecs dan bij die van Holland Shipyards.
5.8.
Wat de omstandigheden betreft, is het volgende relevant.
De Ontwerpovereenkomst is namens HSG ondertekend door [naam01] (hierna: [naam01] ), terwijl [naam01] als project manager van Holland Shipyards bij dit project betrokken was (dat hij projectleider was is tijdens de mondelinge behandeling door Holland Shipyards opgemerkt en zie productie 7 en 8 van Marimecs, waarin [naam01] zich als projectmanager van Holland Shipyards presenteert en als zodanig wordt genoemd). Voorts heeft [naam02] tijdens de mondelinge behandeling opgemerkt dat ook hij nauw betrokken was bij dit project en dat hij directeur is van beide vennootschappen. Tijdens de mondelinge behandeling is de stelling van Marimecs dat bij Holland Shipyards en HSG precies dezelfde mensen werken door Holland Shipyards bevestigd.
5.9.
Gezien de tekst van de Opdrachtbevestiging in combinatie met deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Marimecs er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat Holland Shipyards zich door middel van de Opdrachtbevestiging ook (naast HSG) bond aan de hele Ontwerpovereenkomst. Als Holland Shipyards een beperking had willen aanbrengen, had zij dat maar duidelijk moeten maken. Zij kan nu niet te goeder trouw het standpunt innemen dat zij, omdat zij een andere vennootschap is dan HSG, niet of slechts gedeeltelijk is gebonden aan de Ontwerpovereenkomst.
5.10.
Nu Holland Shipyards naar het oordeel van de rechtbank aan de Ontwerpovereenkomst is gebonden, komt de rechtbank toe aan de verdere vragen die partijen verdeeld houden.
In conventie voorts
5.11.
Met de gebondenheid van Holland Shipyards aan de Ontwerpovereenkomst is de optiebepaling ook voor haar van toepassing. Marimecs vordert betaling van de licentievergoeding en stelt daartoe dat Holland Shipyards gebruik heeft gemaakt van de optie uit de Ontwerpovereenkomst. Op grond van die bepaling heeft Holland Shipyards het recht “
to build up to 3 (three) additional vessels based on the same design- and engineering package”tegen betaling van € 12.000,00 per veerboot.
5.12.
Tijdens de mondelinge behandeling is van de zijde van Holland Shipyards opgemerkt dat SFK haar optie heeft uitgeoefend, dat SFK daarbij dezelfde technische specificaties hanteerde (als voor de Gaarden) maar een andere bulbsteven wenste. Vast staat voorts dat Holland Shipyards in opdracht van SFK twee zusterschepen heeft gebouwd en dat de bouw van een derde is gepland.
5.13.
Partijen zijn het erover eens dat de optiebepaling een recht, en dus geen verplichting voor Holland Shipyards dan wel HSG meebrengt om het ontwerp van Marimecs te gebruiken voor opvolgende schepen.
5.14.
Partijen zijn het er niet over eens of Holland Shipyards gebruik heeft gemaakt van dat recht. Volgens Marimecs gaat het erom of er gebruik is gemaakt van de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot haar ontwerp. Holland Shipyards legt de optiebepaling anders uit. Volgens haar zouden bij toepassing van de optie slechts een paar, in de overeenkomst genoemde, wijzigingen worden aangepast (bouwnummers, namen, bestemmingshaven en enkele metingen) en is bij verdergaande wijziging dus geen sprake van gebruik van de optie. Partijen verschillen dus van mening over de uitleg van de optiebepaling.
5.15.
Voor de uitleg van deze bepaling neemt de rechtbank in overweging dat de Ontwerpovereenkomst uitdrukkelijk bepaalt dat de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot
“the Design and Engineering package”het eigendom blijven van Marimecs en dat artikelen 10.2., 10.3. en 10.6. van de algemene voorwaarden nader vastleggen dat het auteurs- en /of modelrecht met betrekking tot het ontwerp bij Marimecs liggen. Tegen die achtergrond geeft Marimecs aan Holland Shipyards c.q. HSG de optie om bij de bouw van opvolgende veerboten (tot maximaal drie stuks) gebruik te maken van haar ontwerp tegen een relatief – voor het eerste ontwerp was immers al € 357.000,00 betaald – lage prijs. Het gaat hier om een licentievergoeding. In dit licht bezien, en nu het auteurs- en modellenrecht ziet op vormgeving, moet de zinsnede
“based on the same design- and engineering package”naar het oordeel van de rechtbank vooral worden begrepen vanuit vormgevingsoogpunt. De uitleg van Marimecs sluit hierbij aan. Doorslaggevend voor de vraag of Holland Shipyards van het optierecht gebruik heeft gemaakt, is of er wat uiterlijke vormgeving betreft sprake is van een zelfde totaalindruk.
5.16.
Holland Shipyards voert onvoldoende aan om van een andere uitleg uit te gaan. De passage inhoudende dat de werkzaamheden van Marimecs voor de opvolgende veerboten beperkt zouden zijn tot bepaalde wijzigingen binnen het ontwerp (bouwnummers, namen, bestemmingshaven en enkele metingen) gaat, anders dan Holland Shipyards meent, niet over de vraag wanneer sprake is van het uitoefenen van de optie. Deze passage heeft enkel als doel de verplichtingen van Marimecs aangaande het ontwerp van de opvolgende veerboten in te kaderen, in die zin dat als Holland Shipyards extra ontwerpwerkzaamheden voor de vervolgschepen zou vragen, zij daarvoor een aparte vergoeding dient te betalen.
5.17.
Vervolgens is de vraag aan de orde of de zusterschepen wat uiterlijke vormgeving betreft dezelfde totaalindruk hebben als de Gaarden. Holland Shipyards voert aan dat het ontwerp van Marimecs voor de Gaarden erg complex was en dat het de nodige problemen opleverde. Daarom is zij voor de zusterschepen afgestapt van dat ontwerp en heeft zij Vera Navis een geheel nieuw ontwerp laten maken. Marimecs stelt zich op het standpunt dat Vera Navis geen nieuw ontwerp heeft gemaakt.
5.18.
De rechtbank is van oordeel dat de totaalindruk van de uiterlijke verschijningsvorm van de zusterschepen Friedrichsort en Wik overeenstemt met die van de Gaarden (vergelijk de foto’s in productie 12 van Marimecs en productie 8 van Holland Shipyards). Gewezen wordt op de voor het uiterlijk bepalende elementen, waaronder met name de specifieke boogvorm van de zijkant die aan de voorkant naar beneden afloopt (wat doet denken aan een envelopvorm), met uitsnedes voor de ramen, terwijl in die uitsnedes de boog aan de achterzijde als band wordt voortgezet. Ook de plaatsing van de kleuren en de vormgeving van de opbouw, het bovendek en de schoorsteen zijn hetzelfde. Holland Shipyards heeft weliswaar aangevoerd dat het ontwerp van de boog en de schoorsteen van haar afkomstig is, maar Marimecs heeft dat betwist. Wat daar ook van zij, nu contractueel is overeengekomen dat alle intellectuele eigendomsrechten van het ontwerp bij Marimecs blijven, is de gestelde eigen inbreng van Holland Shipyards in die zin niet relevant en kan het antwoord op die vraag in het midden blijven. Dat er sprake is van een grote uiterlijke overeenstemming is door Holland Shipyards overigens ook niet, althans onvoldoende, bestreden. Zij erkent dat voor de lay-out van de buitenkant van de zusterschepen is aangesloten bij de lay-out van de Gaarden. Dit was, aldus Holland Shipyards, op uitdrukkelijk verzoek van SFK, die daarmee de eenduidigheid in haar vloot wilde behouden.
5.19.
Holland Shipyards heeft als productie 8 een door haarzelf opgesteld rapport overgelegd met een omschrijving en visualisering van de door haar gestelde afwijkingen van de Friedrichsort ten opzichte van de Gaarden. Een aantal verschillen raakt aan de uiterlijke vormgeving. Dit zijn de verschillen die in het rapport zijn aangeduid als: rompvorm, stuurhuis hertekend, railing upperdeck, fenders, bovendek, raamstijlen, aangepaste verschansing, indeling benedendeks, de trapopgang naar stuurhuis en aangepast voordek. Wat dat laatste betreft (het voordek, pagina 14 van het rapport) merkt de rechtbank op dat niet is omschreven wat het verschil zou zijn. Op de tekening lijkt sprake van een verschil omdat bij de Gaarden de glazen reling ontbreekt, maar op de foto’s is te zien dat de Gaarden die reling wel heeft, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat dat onderdeel uitmaakt van het ontwerp van Marimecs.
De hier opgesomde verschillen zijn niet zodanig dat de totaalindruk niet meer hetzelfde is.
5.20.
De andere verschillen betreffen vooral technische, de uiterlijke vormgeving niet rakende, aanpassingen die volgens Holland Shipyards noodzakelijk waren omdat zij veel klachten had over het ontwerp van de Gaarden op het gebied van de bouwkosten en technische functionaliteiten. Marimecs betwist dat zij met haar ontwerp op het gebied van de gestelde technische functionaliteiten tekort is geschoten (dit is onderwerp van de procedure in reconventie). Wat daar ook van zij, deze technische aanpassingen leiden naar het oordeel van de rechtbank niet tot een andere totaalindruk van de uiterlijke vormgeving. Holland Shipyards wilde de zusterschepen kennelijk bouwen met een technisch verbeterd en goedkoper ontwerp. Dat wordt ondersteund door de offerte van 22 december 2020 (productie 7 van Holland Shipyards, pagina 4) die Vera Navis heeft afgegeven aan Holland Shipyards. Daarin staat immers dat Vera Navis de werf van Holland Shipyards heeft bezocht om de Gaarden, die toen in aanbouw was, te bezichtigen en dat zij met haar voorstel de bedoeling had
“to redesign GAARDEN in order that cost, budget and risk is minimized for the upcoming ships on the series”. Dit heeft wellicht tot een goedkoper ontwerp geleid, maar niet tot een andere totaalindruk van de uiterlijke vormgeving.
5.21.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Holland Shipyards bij de bouw van de zusterschepen gebruik heeft gemaakt van het ontwerp van Marimecs zoals bedoeld in de optiebepaling. Deze handelwijze kan, zoals Marimecs terecht stelt, op de voet van artikel 3:35 BW worden opgevat als gebruikmaking van de optie tot het verkrijgen van een licentie voor het bouwen van opvolgende schepen. De overeenkomst bepaalt niet dat een dergelijke optie-uitoefening schriftelijk dient te worden doorgegeven en Holland Shipyards heeft er ook geen punt van gemaakt dat een schriftelijke mededeling daartoe ontbreekt.
5.22.
Nu twee van de zusterschepen (de Friedrichsort en de Wik) al zijn gebouwd en de bouw van het derde schip (de Schilksee) is ingepland, is Holland Shipyards op grond van de optiebepaling de overeengekomen licentievergoeding van € 36.000,00 verschuldigd aan Marimecs. Anders dan Holland Shipyards meent, wordt dit bedrag vermeerderd met de btw. In de overeenkomst is immers bepaald dat alle daarin genoemde bedragen exclusief btw zijn. In de door Marimecs verzonden en door Holland Shipyards betaalde facturen aangaande het ontwerp van de Gaarden, werd ook btw in rekening gebracht.
5.23.
De primaire vordering tot nakoming door betaling van € 43.560,00 inclusief btw wordt daarom toegewezen. Aan de subsidiaire vordering wordt in dat geval niet meer toegekomen.
5.24.
Holland Shipyards zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Nu het hier gaat om een verbintenisrechtelijk geschil dat valt buiten artikel 1019h Rv, zal het salaris voor de advocaat worden begroot aan de hand van het liquidatietarief. De kosten aan de zijde van Marimecs worden begroot op:
- dagvaarding € 105,91
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat
€ 2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 5.170,91
In reconventie voorts
5.25.
Holland Shipyards legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Marimecs tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst, zodat zij ex artikel 6:74 BW gehouden is de schade die Holland Shipyards daardoor lijdt, te vergoeden.
Marimecs heeft een fout ontwerp geleverd. De bulbsteven veroorzaakte een onaanvaardbare golfslag, het ontwerp was arbeidsintensief, het zicht vanuit het stuurhuis was matig, de indeling benedendeks was te krap, de machinekamer werd opgewarmd door een verkeerd koelsysteem en zwakke ventilatie, de asuithouders zorgden voor veel weerstand en het aanbrengen kostte veel tijd, de reling bovendeks voldeed niet aan de NEN-norm, het brugdek hing door, de traptredes waren te kort, het gewicht van de Gaarden was veel hoger dan berekend en er waren algemene ontwerpfouten.
Als gevolg van die ontwerpfouten heeft Holland Shipyards extra kosten moeten maken om op haar beurt de overeenkomst met SFK na te komen. De door haar geleden schade heeft betrekking op de (extra) kosten voor het aanpassen van de bulbsteven ad € 92.008,89, het inschakelen van een alternatief ontwerpbureau ad € 109.000,00 en de extra manuren en materiaal voor het bouwen van de Gaarden ad € 383.227,00.
5.26.
Marimecs betwist dat zij een fout ontwerp heeft geleverd, voert aan dat zij niet in kennis is gesteld van enig bezwaar van Holland Shipyards tot zij de factuur van 2 juli 2021 voor de licentievergoeding had gestuurd en werpt vervaltermijnen uit de algemene voorwaarden van de Ontwerpovereenkomst aan Holland Shipyards tegen. Als haar beroep op deze vervaltermijnen slaagt, moet de vordering alleen al daarom worden afgewezen. Daarom wordt dit als eerste beoordeeld.
Toepasselijkheid
5.27.
Hierboven (in r.o. 5.9.) is al overwogen dat partijen, doordat Holland Shipyards daartoe opdracht heeft gegeven en Marimecs die opdracht heeft aanvaard, zich jegens elkaar hebben verbonden ten behoeve van het ontwerp van de Gaarden conform de Ontwerpovereenkomst. In de Ontwerpovereenkomst is onder meer uitdrukkelijk bepaald dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn.
Terhandstelling
5.28.
Holland Shipyards stelt dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn op grond van artikel 6:233 aanhef en onder b BW omdat deze haar niet bij de totstandkoming van de overeenkomst ter hand zijn gesteld en zij dus geen redelijke mogelijkheid heeft gekregen om kennis te nemen van de algemene voorwaarden.
5.29.
Die redenering gaat niet op. Niet in geschil is dat de algemene voorwaarden aan HSG zijn verstrekt. Aan te nemen valt dat die (als bijlage bij de Ontwerpovereenkomst) ter hand zijn gesteld aan [naam01] bij de ondertekening van de Ontwerpovereenkomst namens HSG. Hierboven is overwogen dat [naam01] voor dit project tevens projectleider was bij Holland Shipyards en dat bij de vennootschappen ook overigens dezelfde mensen werkten. Gezien die omstandigheden wordt geoordeeld dat Marimecs, met de terhandstelling van de algemene voorwaarden aan [naam01] , zowel HSG als Holland Shipyards een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Bovendien verwijst Holland Shipyards zelf in de Opdrachtbevestiging naar de Ontwerpovereenkomst, terwijl in die overeenkomst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen als
“enclosure C”.
Onredelijk bezwarend of onaanvaardbaar?
5.30.
Holland Shipyards meent dat de in de algemene voorwaarden opgenomen vervaltermijnen en exonererende bepalingen, waar Marimecs een beroep op doet, onredelijk bezwarend zijn en daarom moeten worden vernietigd (artikel 6:233 aanhef onder a BW). De vorderingen van Marimecs in conventie waren voor Holland Shipyards aanleiding om de eis in reconventie in te stellen. Dat deze juridische discussie nu pas wordt gevoerd, komt doordat Marimecs zelf ruim een jaar heeft gewacht met dagvaarden, aldus Holland Shipyards.
5.31.
Ook dit verweer wordt verworpen. De betreffende bepalingen in de algemene voorwaarden bevatten een vervaltermijn voor het instellen van vorderingen (artikel 12.13) en een vervaltermijn voor het melden van tekortkomingen (artikel 13.2 en 13.5 aanhef en onder a.). Het is aan Holland Shipyards om het melden van tekortkomingen en/of het instellen van vorderingen jegens Marimecs tijdig, dat wil zeggen binnen de geldende vervaltermijn, te doen. De vordering van Marimecs tot nakoming van de overeenkomst door Holland Shipyards staat daar los van. Dat Holland Shipyards heeft gewacht met het vorderen van schadevergoeding tot het moment dat Marimecs haar nakomingsvordering instelde, is een keuze geweest die voor haar eigen rekening en risico komt. Dat maakt het beroep van Marimecs op de vervaltermijnen niet onredelijk bezwarend.
5.32.
Holland Shipyards heeft nog aangevoerd dat het beroep van Marimecs op de vervaltermijnen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, maar heeft nagelaten dit concreet te maken. Het enkel wijzen op
“de specifieke feiten en omstandigheden van onderhavige casus”is onvoldoende, zodat aan dit standpunt voorbij wordt gegaan.
5.33.
Dat betekent dat de algemene voorwaarden in stand blijven en Marimecs daarop een beroep kan doen.
Het beroep van Marimecs op de vervaltermijnen
5.34.
Uit artikel 12.13 van de algemene voorwaarden volgt dat een eventuele vordering van Holland Shipyards vervalt twaalf maanden nadat de gronden waarop de vordering is gebaseerd aan Holland Shipyards bekend zijn geworden of in alle redelijkheid bekend hadden moeten worden.
5.35.
Volgens Holland Shipyards bestaat de toerekenbare tekortkoming daaruit dat het ontwerp van Marimecs gebreken bevat. Tijdens de mondelinge behandeling is besproken wanneer Holland Shipyards bekend werd met (ieder van) de gestelde gebreken. Holland Shipyards heeft toen opgemerkt dat de gebreken met betrekking tot het gewicht, het arbeidsintensieve ontwerp, de krappe indeling van het benedendek, de reling, het zwakke rugdek en de te korte traptredes tijdens de bouw van de Gaarden door haar zijn opgemerkt. De werking van de asuithouders en het koelsysteem kwamen aan het licht tijdens de proefvaart. Vervolgens is de Gaarden in juli 2020 in de vaart genomen. Het gestelde matige zicht vanuit het stuurhuis en de bulbsteven die een te hoge golfslag veroorzaakte, kwamen kort na het moment van ingebruikname boven water. Niet duidelijk is wanneer Holland Shipyards precies bekend raakte met die laatste kwesties. Zij heeft Marin ingeschakeld om onderzoek te verrichten naar de bulbsteven en te bekijken hoe de golfslag kon worden verminderd en Marin heeft voor die werkzaamheden een factuur van 5 oktober 2020 aan Holland Shipyards verzonden. Op die factuur staat dat de opdracht van Holland Shipyards op 25 september 2020 is gegeven aan Marin, zodat Holland Shipyards wordt verondersteld in ieder geval op die datum bekend te zijn met het gebrek aan de bulbsteven. Als er sprake was van matig zicht vanuit het stuurhuis moet dat in redelijkheid al tijdens of kort na de bouw aan Holland Shipyards zijn gebleken.
5.36.
In haar e-mail van 16 juli 2021 aan Marimecs (zie r.o. 2.14.) heeft Holland Shipyards geen vordering ingesteld in de zin van artikel 12.13 van de algemene voorwaarden. Een dergelijke vordering is voor het eerst ingediend op 31 augustus 2022 door middel van de vordering in reconventie. Dat is buiten de vervaltermijn van 12 maanden. Dat betekent dat het beroep van Marimecs op deze vervaltermijn slaagt en de vorderingen in reconventie, die alle zijn gebaseerd op een gestelde tekortkoming van Marimecs, zijn vervallen en reeds om die reden voor afwijzing gereed liggen.
5.37.
Het overige verweer van Marimecs behoeft daarom geen bespreking meer.
5.38.
Holland Shipyards zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Marimecs worden begroot op € 3.214,00 (2 punten × factor 0,5 × tarief € 3.214,00) aan salaris advocaat.

6..De beslissing

De rechtbank:
in conventie
6.1.
veroordeelt Holland Shipyards om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Marimecs te betalen de som van € 43.560,00;
6.2.
veroordeelt Holland Shipyards in de proceskosten, aan de zijde van Marimecs tot op heden begroot op € 5.170,91;
6.3.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.5.
wijst de vorderingen af;
6.6.
veroordeelt Holland Shipyards in de proceskosten, aan de zijde van Marimecs tot op heden begroot op € 3.214,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.M. Diekman. Het is ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 22 maart 2023.
2901 / 2502