Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
De voorwerpen zijn aangetroffen in een woning waarvan vast staat dat de verdachte huurder en bewoner was. Van enige contra-indicatie is niet gebleken. Daarmee kan de verdachte worden verondersteld bekend te zijn geweest met de in zijn woning aanwezige goederen. Als huurder en bewoner van de woning had hij daarover ook beschikkingsmacht. Dit alles wordt versterkt door het feit dat het tasje met het vuurwapen met munitie duidelijk zichtbaar op een statafel lag en niet was verstopt, in bijvoorbeeld een verborgen ruimte. Dit geldt zeker voor de openstaande koffer in de gang met daarin de duidelijk zichtbare patroonhouder. Bovendien is het DNA van de verdachte aangetroffen op zowel de ruwe delen en de trekker van de Glock, alsook op de sluiting en het handvat van de openstaande koffer met daarin het patroonmagazijn. Op basis daarvan concludeert de rechtbank dat verdachte op enig moment de koffer heeft aangeraakt en het wapen ter hand heeft genomen. De rechtbank acht op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het pistool met munitie en de patroonhouder in zijn woning en dat hij hierover ook de beschikkingsmacht had.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
25 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vuurwapenbezit.
In strafverzwarende zin betrekt de rechtbank voorts de eerdere veroordeling voor vuurwapenbezit. Ten slotte betrekt de rechtbank in strafverzwarende zin bij de op te leggen straf dat de verdachte heeft getracht onder de verdenking uit te komen door een kwetsbare minderjarige jongen in ruil voor een beloning bij de politie te laten verklaren dat het aangetroffen vuurwapen van hem (de minderjarige jongen) was. Alles afwegende komt de rechtbank tot een hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;