Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 24 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en de dadelijk uitvoerbare bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering, met uitzondering van de inspanningsverplichting;
- oplegging van een dadelijk uitvoerbare maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met de aangeefster.
4.Waardering van het bewijs
.
5.Strafbaarheid feiten
1.opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
2.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en beschadigen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) dagen;
en bepaalt dat, indien de verdachte bestendig verblijft op Curaçao, de genoemde reclasseringsinstelling het toezicht op de naleving van de voorwaarden kan overdragen aan een reclasseringsinstelling op Curaçao, indien en voor zover die voorwaarden daar uitvoerbaar zijn door een zorgverlener;
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking voor de duur van 2 (twee) jaren,inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1999, en haar kinderen, behalve door tussenkomst van een professionele (tussen)partij en uitsluitend voor zover het de omgang met [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum03] 2021, betreft;
€ 2.950,- (zegge: tweeduizend negenhonderdvijftig euro), bestaande uit € 450,- aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 2.950,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend negenhonderdvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.950,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
39 (negenendertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.