ECLI:NL:RBROT:2023:2517

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
10327281 VV EXPL 23-67
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning in executiegeschil tussen Perspectief Bewindvoering en Woningstichting

Op 23 februari 2023 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen Perspectief Bewindvoering en Inkomensbeheer B.V. en Stichting Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. De zaak betreft een executiegeschil over de ontruiming van een huurwoning aan de [adres01] in Vlaardingen. Woningstichting had aangekondigd de woning op 28 februari 2023 te ontruimen, maar Perspectief, als bewindvoerder van de heer [achternaaam01], was het daar niet mee eens. De huurovereenkomst was eerder ontbonden vanwege huurachterstand, maar er was een traject gestart om ontruiming te voorkomen. Perspectief eiste dat de ontruiming werd gestopt, terwijl Woningstichting in reconventie ontruiming eiste op basis van het feit dat [achternaaam01] niet in de woning verbleef.

De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming niet door kon gaan op basis van misbruik van bevoegdheid, omdat de omstandigheden waren veranderd sinds het vonnis van 24 juni 2020. De rechter concludeerde dat de executie van de ontruiming moest worden gestaakt, maar in reconventie werd de vordering van Woningstichting toegewezen, waarbij Perspectief werd veroordeeld om de woning uiterlijk op 31 maart 2023 te ontruimen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10327281 VV EXPL 23-67
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de kantonrechter op 23 februari 2023
in de zaak van
Perspectief Bewindvoering en Inkomensbeheer B.V.,
in diens hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer
[naam01],
vestigingsplaats: Schiedam,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. M.B. Visser te Rotterdam,
tegen:
Stichting Woningstichting Samenwerking Vlaardingen,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. J.B.L. van de Weteringe Buys-Kroon te Rotterdam.
De partijen worden ‘Perspectief’ en ‘Woningstichting’ genoemd. De heer [naam01] wordt hierna ‘ [achternaaam01] ’ genoemd.
De kantonrechter is mr. B.J.R. van Tongeren en de griffier is mr. J. Ista.
Aanwezig zijn:
aan de zijde van de eisende partij,
- mevrouw [naam02] , namens Perspectief,
- de heer [naam01] ,
- de heer mr. M.B. Visser,
- de heer T. Slimane, tolk,
- mevrouw [naam03] , werkzaam bij Perspectief,
- de heer [naam04] , broer van [achternaaam01] ,
aan de zijde van de gedaagde partij,
- mevrouw mr. J.B.L. van de Weteringe Buys-Kroon,
- mevrouw [naam05] , consulent incasso bij Woningstichting.

1.De beoordeling

waar gaat de zaak over?
1.1.
In deze zaak gaat het om de vraag of [achternaaam01] de woning aan de [adres01] in Vlaardingen (hierna: ‘de woning’) moet ontruimen en verlaten. Woningstichting heeft aangekondigd de woning op 28 februari 2023 te zullen ontruimen. Perspectief is het daarmee niet eens.
1.2.
Voor de beoordeling van voornoemde vraag zijn de volgende feiten zijn van belang. Bij verstekvonnis van 24 juni 2020 met zaaknummer 8501236 CV EXPL 20-13697 (hierna: ‘het vonnis’) is de huurovereenkomst tussen Woningstichting en [achternaaam01] ontbonden vanwege het bestaan van een huurachterstand. Vervolgens heeft [achternaaam01] op 28 januari 2021 een ‘Verklaring ontruimingspreventie’ getekend en is er een traject gestart om ontruiming van de woning te voorkomen. Woningstichting wil het vonnis nu toch ten uitvoer leggen, omdat zij van mening is dat [achternaaam01] niet meer zijn hoofdverblijf in de woning zou hebben. De ontruiming is aangezegd op 28 februari 2022.
1.3.
Perspectief is het niet eens met de ontruiming en eist samengevat (
in conventie):
  • Woningstichting te gebieden de executie van het vonnis te staken en gestaakt te houden voor wat betreft de ontruiming van de woning op straffe van een dwangsom;
  • Woningstichting te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
1.4.
Perspectief baseert haar eis op het volgende. Primair mag Woningstichting de woning niet ontruimen, omdat tussen Woningstichting en [achternaaam01] sprake is van een voortgezette huurovereenkomst en het na verloop van 3 jaar nog executeren van een vonnis niet in lijn is met de toepasselijke huurbeschermingsbepalingen. Subsidiair levert tenuitvoerlegging van het vonnis misbruik van bevoegdheid op. Meer subsidiair geldt dat schending van een voorwaarde niet is aangetoond, dat sprake is van een noodtoestand en dat aan [achternaaam01] een langere termijn moet worden gegeven voor het ontruimen van de woning.
1.5.
Woningstichting is het niet eens met de eis en eist zelf samengevat (
in voorwaardelijke reconventie):
  • ontruiming van de woning;
  • Perspectief te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
1.6.
Woningstichting legt daaraan ten grondslag dat [achternaaam01] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen door zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde te hebben, zich niet als goed huurder te gedragen en de woning in gebruik te geven aan derden. Woningstichting wil de woning daarom ontruimen.
de gronden van de beslissing
in conventie
1.7.
Voldoende is gebleken dat Perspectief een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering. Tussen partijen is immers niet in geschil dat Woningstichting de ontruiming van de woning heeft aangezegd tegen 28 februari 2023.
1.8.
In conventie dient de vraag te worden beantwoord of de aangezegde ontruiming op 28 februari 2023 doorgang mag vinden. Ten aanzien van de primaire grond dat het vonnis niet meer ten uitvoer gelegd vanwege het tijdsverloop, is van belang het antwoord op de vraag of Woningstichting met de Verklaring ontruimingspreventie zich het recht heeft voorbehouden om bij niet-nakoming van de gemaakte afspraken (daaronder begrepen de algemene huurvoorwaarden) alsnog het vonnis van 24 juni 2020 ten uitvoer mag leggen. Een dergelijk voorbehoud is niet expliciet in de verklaring opgenomen, maar gelet op de bewoordingen in het kader (‘uit huis gezet mogen worden’) in samenhang met het laatste gedachtestreepje op pagina 1 (‘is zich bewust (…) gevolg heeft’) en het laatste gedachtestreepje op pagina 2 (‘blijvend voldoen (…) huurvoorwaarden’), komt de kantonrechter tot het oordeel dat een dergelijk voorbehoud hier wel degelijk uit voortvloeit. Daarbij weegt mee dat door Woningstichting ter zitting is verklaard dat een dergelijk traject pas wordt opgestart indien een ontruimingsvordering is verkregen. Het voorgaande betekent dat de primaire grond niet leidt tot schorsing van de executie.
1.9.
Dat ligt anders met betrekking tot de subsidiaire grond dat sprake zou zijn van misbruik van bevoegdheid. In dit kader is van belang dat het vonnis is gewezen op 24 juni 2020 in verband met een huurachterstand. Het hoofdverblijf van [achternaaam01] was destijds geen onderwerp van het geschil. Na dit vonnis is [achternaaam01] onder bewind gesteld, is de huurachterstand ingelopen en staat bovendien vast dat de lopende huur wordt voldaan. Het alsnog ontruimen van de woning op basis van het vonnis enkel vanwege de nieuwe omstandigheid dat [achternaaam01] zijn hoofdverblijf daar niet heeft, wordt geacht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te zijn en zou daarom kwalificeren als misbruik van bevoegdheid. Dit leidt tot de conclusie dat de executie van de ontruiming die staat gepland op 28 februari a.s. moet worden gestaakt en gestaakt moet worden gehouden. Een dwangsom zal niet worden toegewezen, mede gelet op hetgeen hierna in reconventie volgt.
in reconventie
1.10.
Aangezien in conventie de vordering tot staking van de executie wordt toegewezen, is voldaan aan de voorwaarden van het instellen van de eis in reconventie. Voldoende is gebleken dat Woningstichting een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering. Dit volgt niet alleen uit de aard van de vordering, maar ook uit de diverse pogingen die Woningstichting heeft ondernomen om [achternaaam01] te bewegen de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen.
1.11.
Uit de stellingen van partijen en de verklaring van [achternaaam01] zelf blijkt dat [achternaaam01] ten minste 4 dagen per week niet in het gehuurde verblijft in verband met zijn werk in een andere regio. Bovendien blijkt uit de overgelegde bankafschriften van [achternaaam01] dat hij tientallen pinbetalingen heeft gedaan in supermarkten in Leusden en omgeving, tegenover een paar incidentele betalingen in de omgeving van Vlaardingen. In samenhang met de verklaringen van omwonenden van juli 2022, die hun verklaringen op 6 februari 2023 hebben bevestigd, acht de kantonrechter voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden beslist dat [achternaaam01] zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde heeft en daarmee artikel 6.4 van de toepasselijke huurvoorwaarden heeft geschonden. De kantonrechter is daarbij van oordeel dat de belangenafweging op dit moment in het voordeel van Woningstichting uit moet vallen. Hoe lovenswaardig het ook is dat [achternaaam01] zijn leven vanuit Syrië hier in zoverre op de rit heeft dat werk zijn inkomstenbron is, betekent het feit dat hij meer dan de helft van de week bij zijn broer verblijft niettemin dat hij niet voortdurend of iedere dag in het gehuurde aanwezig is, hetgeen op grond van de toepasselijke huurvoorwaarden wel zou moeten. De door Perspectief aangevoerde persoonlijke omstandigheden van [achternaaam01] , hoe moeilijk ook, maken dit niet anders. Van Woningstichting kan in de gegeven omstandigheden niet worden verwacht dat zij een schaarse sociale huurwoning nog langer beschikbaar stelt aan [achternaaam01] . Gelet op het voorgaande wordt de vordering in voorwaardelijke reconventie toegewezen, met dien verstande dat de ontruiming uiterlijk op 31 maart 2023 dient plaats te vinden.
proceskosten
in conventie en in reconventie
1.12.
Vanwege de uitkomst van deze procedure ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt.
uitvoerbaarheid bij voorraad
1.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

2.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
2.1.
gebiedt Woningstichting de executie van het vonnis van 24 juni 2020 met zaaknummer 8501236 CV EXPL 20-13697 te staken en gestaakt te houden voor wat betreft de ontruiming van de woning aan de [adres01] in Vlaardingen;
in reconventie
2.2.
veroordeelt Perspectief, als bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [achternaaam01] , om uiterlijk op 31 maart 2023 de woning aan de [adres01] in Vlaardingen te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [achternaaam01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Woningstichting te stellen;
in conventie en in reconventie
2.3.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
2.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.5.
wijst al het andere af.
Dit proces-verbaal is op 28 februari 2023 opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.
43416