ECLI:NL:RBROT:2023:2472

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
10.291203.22 (zaak 1), 08.143452.22 (zaak 2), 18.192313.22 (zaak 3) en 16.186833.22 (zaak 4) (gevoegd ter terechtzitting)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor straatroven en winkeldiefstallen met geweld

Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder straatroven met geweld en winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor twee straatroven met geweld in vereniging, en voor diverse winkeldiefstallen in het land. De verdachte is voor deze feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De rechtbank verwierp het nietigheidsverweer van de verdediging, dat stelde dat de tenlastelegging onvoldoende concreet was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende op de hoogte was van de beschuldigingen en zich kon verdedigen. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de feiten gebaseerd op getuigenverklaringen en camerabeelden, die de betrokkenheid van de verdachte bij de gepleegde feiten bevestigden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op jonge leeftijd naar Nederland was gekomen en in afwachting was van een beslissing van de IND. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers een gevangenisstraf rechtvaardigden, met een voorwaardelijk deel om recidive te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummers: 10.291203.22 (zaak 1), 08.143452.22 (zaak 2), 18.192313.22 (zaak 3) en 16.186833.22 (zaak 4) (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak: 9 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
preventief gedetineerd in PI [detentieadres01] ,
raadslieden mrs. H. Plantenga, advocaat in Amsterdam en P.H. van Akenborgh, advocaat in Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 februari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • partiële vrijspraak voor het ten laste gelegde onder feit 2 in zaak 4 (namelijk met uitzondering van een ketting, ring en hanger) en bewezenverklaring van alle verder ten laste gelegde feiten, ;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4..Geldigheid dagvaarding zaak 2 (medeplegen diefstal elektronische goederen)

4.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard omdat de term ‘elektronische goederen’ in de tenlastelegging van zaak 2 onvoldoende concreet is. Het is onduidelijk of het om één of meerdere goederen gaat. Ook blijkt niet om welke goederen het gaat. Het is daarom onvoldoende duidelijk tegen welke beschuldiging de verdachte zich moet verdedigen.
4.2.
Beoordeling
Er kon bij de verdediging redelijkerwijs geen twijfel bestaan welke specifieke gedragingen de verdachte werden verweten en om welke goederen het zou gaan. De rechtbank baseert zich daarbij op de bekennende verklaring van de verdachte daarover, waarin hij zegt dat hij een JBL box heeft gepakt en zijn vriend een oplaadkabel. Hieruit volgt dat voor de verdachte duidelijk was wat onder ‘elektronische goederen’ moest worden verstaan. Hiermee staat vast dat de verdachte heeft begrepen wat hem in zaak 2 concreet wordt verweten. Dit betekent dat hij zich ook goed kon verdedigen. De rechtbank verwerpt daarom het verweer.
4.3.
Conclusie
De dagvaarding is geldig.

5..Waardering van het bewijs

5.1.
Bewezenverklaring zaak 3 (diefstal meerdere broodjes) zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde in zaak 3 is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
5.2.
Bewijswaardering zaken 1, 2 en 4
Zaak 1 (medeplegen diefstal met geweld)
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De verdachte heeft ontkend dat hij het feit heeft gepleegd. De camerabeelden zijn onduidelijk. Het is mogelijk dat de broer van de verdachte op die beelden is te zien, zoals de verdachte heeft verklaard.
Beoordeling
Zowel de getuige van Stichting Nidos als de verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee, die gespecialiseerd zijn in identiteitsonderzoek en gezichtsvergelijking, hebben gemotiveerd verklaard dat zij de verdachte herkennen. De rechtbank is op grond daarvan overtuigd dat het de verdachte is die wordt omschreven op de camerabeelden als NN2.
De verdachte heeft verklaard dat zijn broer op de camerabeelden te zien zou zijn. Zij verschillen van leeftijd, maar lijken dusdanig op elkaar dat de rechtbank hen niet uit elkaar zou kunnen halen als zij naast elkaar zouden zitten. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. De verdachte heeft zijn verklaring niet willen onderbouwen met bijvoorbeeld een foto van zijn broer. Hoewel hij desgevraagd zegt deze foto wel bij zich te hebben, wil hij deze niet aan de rechtbank laten zien. Daar staat tegenover het onderzoek van de Koninklijke Marechaussee. De Koninklijke Marechaussee heeft zogenaamde snapshots van de camerabeelden vergeleken met foto’s van de verdachte uit het politiesysteem en komt tot de conclusie dat dit één en dezelfde persoon betreft.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
Zaak 2 (medeplegen diefstal elektronische goederen)
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om te kunnen spreken van medeplegen. Op de camerabeelden is geen samenwerking te zien. Ook was geen sprake van een voorafgaand samen gemaakt plan.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan van diefstal sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
De verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij met twee vrienden de MediaMarkt binnen ging en dat zij zouden pakken ‘wat ze nodig hadden’. Op camerabeelden is ook te zien dat hij samen met in ieder geval één ander bij een schap staat te praten en zij daar goederen in hun handen hebben. De verdachte heeft verklaard dat hij een JBL box heeft gepakt en zijn vriend een oplaadkabel.
Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat sprake is van medeplegen. De verdachte is immers samen met vrienden naar binnen gegaan, heeft samen met een vriend gepakt ‘wat hij nodig had’ en is vervolgens samen met die vriend de kassa gepasseerd zonder te betalen. Hieruit blijkt dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
Zaak 4 (1. medeplegen diefstal met geweld en 2. heling)
Standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd dat ten aanzien van het eerste feit geen sprake is geweest van geweldshandelingen. Aangever heeft verklaard dat hij op zijn borst is geklopt. Hij heeft niet verklaard over pijn en/of letsel. Ten aanzien van het tweede feit heeft de verdediging betoogd dat naast de gevorderde vrijspraak door de officier van justitie van de heling van één ketting, ring en hanger, ook de andere ketting geen heling oplevert omdat de verdachte niet had moeten weten dat deze van diefstal afkomstig was.
Beoordeling
De aangever heeft verklaard dat de verdachte hem onverwacht twee keer op zijn borst klopte. De getuige, die naast de aangever stond, heeft verklaard dat de aangever twee keer op zijn borst werd geslagen. Hoewel deze verklaringen in die zin niet overeenkomen, omdat wordt gesproken over kloppen dan wel slaan, bestaat er bij de rechtbank geen twijfel over het feit dat de verdachte aanvallend fysiek contact heeft gezocht met de aangever. Dat de aangever en de getuige niet hebben gesproken over pijn en/of letsel doet niet af aan het feit dat ook het kloppen op de borst in deze situatie al een geweldshandeling oplevert, nu de verdachte uit het niets en onverhoeds de aangever aanviel.
Bij de verdachte zijn na zijn aanhouding wegens bovenstaande diefstal met geweld twee kettingen, een ring en hanger aangetroffen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van een ketting, ring en hanger onvoldoende wettig bewijs in het dossier is opgenomen waaruit blijkt dat deze goederen van misdrijf afkomstig zijn. Hierdoor is geen sprake van heling. De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken van heling van deze goederen.
Wat betreft de ketting waarvan [naam01] heeft aangegeven dat die van hem is, is voldoende komen vast te staan dat sprake is van heling. [naam01] heeft de politie laten weten dat hij op 10 juli 2022 is beroofd van zijn ketting. Hij herkende zijn gestolen ketting op een foto die in de media was verspreid. De verdachte heeft op zitting verklaard dat zijn vriend de ketting heeft gekocht voor € 100,- en dat de verdachte hem in bewaring had voor zijn vriend. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig. Onduidelijk is gebleven waar de betreffende vriend de ketting heeft gekocht en hoe de betreffende vriend aan het geld kwam om de ketting te kopen. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte de plicht had om onderzoek te verrichten naar de herkomst van de ketting. Dat heeft hij nagelaten. Onder deze omstandigheden had hij redelijkerwijs moeten vermoeden dat de ketting van misdrijf afkomstig was.
Conclusie
Het verweer wordt verworpen.
5.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Zaak 1
1
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam, op de openbare weg, te weten het Kruisplein, tezamen en in vereniging met anderen, een ketting, die geheel aan [naam02] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
envergezeld van geweld tegen die [naam02] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken door
- met kracht de ketting van de nek van die [naam02] te trekken;
2
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), die geheel aan [naam03] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak 2
hij op 9 juni 2022 te Zwolle tezamen en in vereniging met een of meer anderen, elektronische goederen, die geheel aan Mediamarkt (gelegen aan [adres01]), toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak 3
hij, op 31 juli 2022, te Groningen, meerdere broodjes die geheel aan Albert Heijn toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Zaak 4
1
hij op 22 juli 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen een ketting die geheel aan [naam04] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan vergezeld van geweld tegen [naam04] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door
- zijn been achter die [naam04] te haken en
- meerdere keren die [naam04] te slaan op de borst;
2
hij op 22 juli 2022 te Utrecht
- een ketting
heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Zaken 1 (feit 1) en 4 (feit 1)
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Zaken 1 (feit 2) en 2
diefstal in vereniging.
Zaak 3
diefstal.
Zaak 4 (feit 2)
schuldheling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

7..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

8..Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan twee straatroven met geweld en winkeldiefstallen in diverse plaatsen in het land.
De verdachte is steeds in intimiderend groepsverband op de aangevers afgestapt, heeft hen een duw dan wel klap gegeven en vervolgens de kettingen van hun nek gerukt. Dit heeft niet alleen impact op de slachtoffers zelf, maar versterkt ook de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De verdachte heeft zich niet bekommerd om de gevolgen die dit heeft gehad voor zijn slachtoffers.
De verdachte heeft over de winkeldiefstallen verklaard dat hij dit deed omdat hij geen geld had om eten te kopen en geld nodig had om te overleven. Hij was uit op financieel gewin en heeft geen rekening gehouden met de gevolgen die dit voor de betreffende winkels had.
8.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
20 februari 2023.
De rechtbank heeft verder gezien dat de verdachte op jonge leeftijd vanuit Marokko via diverse landen alleen naar Nederland is gekomen en daar zonder familie of bekenden in het asielzoekerscentrum Ter Apel is terecht gekomen. Hij is in afwachting van de IND beslissing met betrekking tot een recht van verblijf.
8.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten en veelvoud aan feiten acht de rechtbank een gevangenisstraf passend en geboden. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarde die hierna wordt genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding in zaak 2 geldig;
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten in de zaken 1, 2, 3 en 4, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, namelijk 5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wielhouwer, voorzitter, en mrs. K.Th. van Barneveld en G.P. van de Beek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Sinon, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Zaak 1
1
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam, op of nabij de openbare weg, te weten het Kruisplein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam02] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam02] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de zakken van die [naam02] te doorzoeken en/of
- (met kracht) de ketting van de nek van die [naam02] te trekken;
2
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam03] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Zaak 2
hij op of omstreeks 9 juni 2022 te Zwolle tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (elektronische) goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Mediamarkt (gelegen aan [adres01]), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Zaak 3
hij, op of omstreeks 31 juli 2022, te Groningen, meerdere broodjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Zaak 4
1
hij op of omstreeks 22 juli 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam04] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam04] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- zijn en/of zijn mededader’s been achter die [naam04] te haken en/of
- (vervolgens) een of meerdere keren die [naam04] te slaan op de borst, althans het lichaam;
2
hij op of omstreeks 22 juli 2022 te Utrecht, althans in Nederland
- een of meerdere ketting(en) en/of
- een ring en/of
- een hanger, althans een goed
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;