ECLI:NL:RBROT:2023:2460

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
C/10/652950 / JE RK 23-376
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders, de Raad voor de Kinderbescherming, de gecertificeerde instelling en de curatoren aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] op 15 februari 2023 uit huis is geplaatst na incidenten van huiselijk geweld waarbij hij getuige was. De ouders hebben veiligheidsafspraken gemaakt, maar deze zijn niet nageleefd, wat heeft geleid tot de uithuisplaatsing. De Raad heeft verzocht om een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden, waarvan vier weken reeds zijn verleend. De kinderrechter heeft de ouders gehoord en vastgesteld dat er een noodzaak is voor verdere hulpverlening en begeleiding om de veiligheid van [naam kind01] te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten de uithuisplaatsing met twee weken te verlengen, tot 1 april 2023, om de situatie verder te evalueren en de contacten tussen [naam kind01] en de ouders uit te breiden. De kinderrechter heeft de Raad verzocht om uiterlijk één week voor de volgende zitting te rapporteren over de stand van zaken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/652950 / JE RK 23-376
datum uitspraak: 28 februari 2023

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2022 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
curator tot 01 maart 2023: [naam03] , bureau voor bewind & curatele B.V. te Ede,
curator vanaf 01 maart 2023: Budget Solutions B.V. te Maassluis,
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 15 februari 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 28 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, mr. N. Schiettekatte,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Vahl,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam04],
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam05] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- een vertegenwoordig(st)er van [naam03] , bureau voor bewind & curatele B.V.
- een vertegenwoordig(st)er van Budget Solutions B.V.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam06] , begeleider van de vader, werkzaam bij Humanitas.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind01] verblijft in een pleeggezin.
Bij beschikking van 15 februari 2023 is [naam kind01] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI tot 15 mei 2023. De kinderrechter heeft bij beschikking van 15 februari 2023 ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een pleeggezin verleend met ingang van 15 februari 2023 voor de duur van vier weken. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het verzoek

De Raad heeft een voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind01] verzocht voor de duur van
drie maanden. Dit deel van het verzoek is reeds volledig verleend. Tevens heeft de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een pleeggezin verzocht voor de duur van drie maanden. Hiervan zijn vier weken reeds verleend.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind01] is uit huis geplaatst vanwege een incident met huiselijk geweld. [naam kind01] zou hier getuige van zijn geweest. Voor een baby van twee maanden oud is dat zeer spanningsvol. Met de ouders zijn veiligheidsafspraken gemaakt, maar zij hebben zich daar niet aan gehouden. Een jaar geleden heeft er ook al een incident plaatsgevonden. De vader is recent ingetrokken bij de moeder, maar er is nog geen hulpverlening betrokken. De Raad gaat de komende drie maanden onderzoek doen, waarbij wordt gekeken wat er nodig is om [naam kind01] weer veilig thuis te plaatsen.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. [naam kind01] verblijft sinds vorige week in een pleeggezin. Hij heeft een verstoord dag- en nachtritme en hij huilt veel. Wel wordt gezien dat hij meer tot rust komt. Er staat morgen een eerste bezoekmoment gepland. Het is belangrijk dat het contact tussen [naam kind01] en de ouders goed verloopt en dat er een bezoekregeling tot stand komt. Ook moet worden gekeken wat de draagkracht- en draaglastverhouding van de ouders is. Er moet in kaart worden gebracht wat de ouders helpt om een nieuwe escalatie te voorkomen.
Door en namens de moeder is verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing. De moeder had eerder al bij Middin aangegeven dat het haar te veel werd. [naam kind01] sliep bij de moeder ook al slecht en de zorg voor [naam kind01] en voor haar dochters viel haar zwaar. Middin heeft echter niets met de melding gedaan. De spanningen zijn uiteindelijk te ver opgelopen, maar inmiddels is de situatie weer rustig. De dochters van de moeder zijn naar hun vader gegaan en kunnen daar voorlopig blijven. De situatie tussen de ouders is ook weer rustig. De moeder staat open voor alle hulpverlening. Zij wil graag hulp voor haar emotieregulatie en zij wil ook graag ambulante begeleiding. De ouders willen ook in relatietherapie om hun valkuilen te bespreken. Op korte termijn kan ook ambulante spoedhulp (ASH) worden ingezet. Het is van belang dat [naam kind01] zo snel mogelijk weer thuis wordt geplaatst in verband met zijn hechting. [naam kind01] is erg jong en kan zich snel gaan hechten in een pleeggezin. De resterende twee weken van de uithuisplaatsing kunnen worden benut om ASH in te zetten. Daarnaast zorgt de voorlopige ondertoezichtstelling ervoor dat er voldoende veiligheidswaarborgen zijn en dat er goed zicht is op [naam kind01] . De ouders zijn bereid zich volledig in te zetten.
Door en namens de vader is verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing. Volgens de vader is een inschattingsfout gemaakt door [naam kind01] met politie-inzet uit huis te halen. Het huis is erg gehorig en de buren zijn geneigd snel te bellen naar de politie. De vader heeft juist in het belang van [naam kind01] gehandeld door hem mee te nemen naar zijn vader en hem zo in veiligheid te brengen. De moeder heeft het veiligheidsplan getracht uit te voeren door een rondje te lopen. Een verlenging van de uithuisplaatsing is niet noodzakelijk. Het uitgangspunt is dat een kind bij de ouders woont. Er zijn voldoende waarborgen voor het zicht en de veiligheid. De ouders willen graag weer voor [naam kind01] zorgen en willen daarvoor hun uiterste best doen. Zij staan open voor alle hulp. De komende twee weken kunnen worden gebruikt om de hulp in te zetten en een strikter veiligheidsplan te maken. Bij het afwachten van het raadsonderzoek is het risico erg groot dat de omgang moeizaam op gang komt en dat [naam kind01] zich gaat hechten in het pleeggezin.
De vader heeft de erkenning van [naam kind01] aangevraagd. Het gaat goed met de vader en wellicht kan de curatele van de vader binnen afzienbare tijd worden omgezet in een andere beschermingspositie, zoals bewind of mentorschap. De vader gaat de komende periode zijn werkstraf uitvoeren.
[naam06] van Humanitas heeft toegelicht dat Humanitas een jaar betrokken is bij de vader. De vader heeft al veel stappen gezet. Hij is erg gegroeid in zijn emotieregulatie. Hij wordt minder snel boos en praat inmiddels over zijn emoties. De vader is erg bereid om verder aan zichzelf te werken, ook op andere vlakken. De vader heeft aangegeven ook wat hulp te kunnen gebruiken met betrekking tot het vaderschap. Humanitas kan met spoed ondersteuning voor moeder aanvragen. Deze hulp kan direct starten. Beide ouders beschikken over voldoende probleeminzicht en motivatie om met zichzelf aan de slag te gaan.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] op 15 februari jl. uit huis geplaatst is nadat er tussen de ouders zowel op 12 als op 14 februari een escalatie met geweld en agressie heeft plaatsgevonden. [naam kind01] was hier bij aanwezig. De escalaties lijken een gevolg van opgelopen spanningen bij de ouders vanwege de zorg voor de oudste twee kinderen van de moeder in combinatie met de zorg voor [naam kind01] die veel huilde en slecht sliep, wat ook bij de ouders voor vermoeidheid en stress zorgde. Eerdere veiligheidsafspraken, gemaakt na het incident op 12 februari, hebben er niet voor gezorgd dat het incident op 14 februari voorkomen kon worden. De ouders lijken inmiddels wel in te zien dat hun handelen problematisch was en schadelijk voor de ontwikkeling van [naam kind01] . De rust lijkt inmiddels weer teruggekeerd.
De kinderrechter is met de ouders eens dat het van belang is voor de hechting van [naam kind01] dat hij zo snel mogelijk terug naar de ouders gaat. Een thuisplaatsing dient echter op zorgvuldig wijze te verlopen, waarbij de veiligheid van [naam kind01] voldoende gewaarborgd moet zijn. Op dit moment is dat nog niet het geval. De ouders staan open voor hulpverlening en begeleiding, maar de hulpverlening die op dit moment betrokken is, is daarvoor nog onvoldoende. De komende weken zullen de contacten tussen de ouders en [naam kind01] zo veel als mogelijk uitgebreid worden. Er zal Ambulante Spoedhulp komen en Humanitas zal ook hulp aan de moeder gaan verlenen. Ook zullen de veiligheidsafspraken verder aangescherpt moeten worden. De resterende twee weken van de huidige machtiging zijn hiervoor te krap. De kinderrechter zal daarom de uithuisplaatsing verlengen met twee weken. In die periode kan ook al een eerste veiligheidsinschatting gemaakt worden door de Raad en door de GI. Op de volgende zitting kan dan bezien worden wat de stand van zaken is. In de tussentijd dient er door de GI voldoende aandacht te zijn voor uitbreiding van het contact tussen [naam kind01] en de ouders.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing tot 1 april 2023 en houdt het verzoek voor het resterende deel aan.
De kinderrechter verzoekt de Raad om uiterlijk één week voor de hierna te noemen datum schriftelijk te berichten over de stand van zaken (met afschrift aan de GI, de belanghebbenden, de curator(en), mr. N. Schiettekatte en mr. W. Vahl) en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een pleeggezin tot 1 april 2023;
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI, de belanghebbenden, de curator(en), mr. N. Schiettekatte en mr. W. Vahl in deze zaak zal plaatsvinden op
23 maart 2023 te 14.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de Raad, de GI, de belanghebbenden, de curator(en), mr. N. Schiettekatte en mr. W. Vahl. Ter zitting is afgesproken dat mr. W. Vahl op 23 maart 2023 zal waarnemen voor mr. N. Schiettekatte vanwege verhindering.
De kinderrechter verzoekt de Raad uiterlijk één week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de GI, de belanghebbenden, de curator(en), mr. N. Schiettekatte en mr. W. Vahl) de verzochte informatie te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2023 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.