ECLI:NL:RBROT:2023:2450

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
C/10/650271 / JE RK 22-3044
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe problematiek en opvoedsituatie

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2023 een beschikking gegeven tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2006. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 29 december 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. De minderjarige vertoont problematisch gedrag, waaronder schoolverzuim en het niet naleven van afspraken, en de moeder is niet in staat om haar gezag te handhaven. Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, evenals de moeder, de Officier van Justitie en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de opvoedsituatie en haar eigen problematiek. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling, met als doel de regie te nemen over de situatie en passend onderwijs te vinden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden worden ingesteld door belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/650271 / JE RK 22-3044
datum uitspraak: 26 januari 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 29 december 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 26 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige01] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de Officier van Justitie,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam01] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam02] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan dhr. [naam03] , ambulant hulpverlener vanuit Enver.
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van mw. Lukomski, tolk in de Poolse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
De onderhavige zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak van [voornaam minderjarige01] met parketnummer 10-173446-22.

De feitenHet ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de moeder.

[voornaam minderjarige01] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is bij [voornaam minderjarige01] sprake van complexe problematiek. Gebleken is dat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende toereikend is. [voornaam minderjarige01] houdt zich niet aan afspraken en er is sprake van schoolverzuim. De moeder is daarin onmachtig en raakt de grip op [voornaam minderjarige01] kwijt. Betrokkenheid van de GI is nodig om de regie te pakken en zicht te krijgen op wat er nodig is voor [voornaam minderjarige01] . Daarnaast kan jeugdreclassering betrokken zijn om samen met [voornaam minderjarige01] te kijken wat passend onderwijs is voor haar en hoe zij haar dagbesteding zinvol kan invullen.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Indien de capaciteit het binnen de GI toelaat, is het het meest wenselijk dat de ondertoezichtstelling en de jeugdreclasseringsmaatregel door dezelfde persoon worden uitgevoerd.
De moeder heeft ter zitting aangegeven niets te willen zeggen.
Dhr. [naam03] heeft ter zitting toegelicht dat [voornaam minderjarige01] nog op haar huidige school ingeschreven staat, maar dat op dit moment vanuit Enver en school hard gezocht wordt naar een andere school die beter aansluit bij [voornaam minderjarige01] . Het gaat inmiddels wat beter met [voornaam minderjarige01] , maar zij is wel kwetsbaar. Een vangnet in de vorm van een ondertoezichtstelling is wenselijk.
De Officier van Justitie heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de opvoedsituatie bij de moeder en de persoonlijke problematiek van [voornaam minderjarige01] . [voornaam minderjarige01] vertoont zelfbepalend gedrag, gebruikt drugs, houdt zich niet aan afspraken en kampt met psychische klachten. Doordat [voornaam minderjarige01] veelal haar eigen plan trekt, brengt zij zichzelf in onveilige situaties. Daarnaast is bij [voornaam minderjarige01] sprake geweest van fors ongeoorloofd schoolverzuim. De moeder is onvoldoende in staat gebleken om [voornaam minderjarige01] te begrenzen en haar gezag te laten gelden. Hulpverlening in het vrijwillig kader heeft tot op heden onvoldoende resultaat gehad. De kinderrechter acht het in het belang van [voornaam minderjarige01] dat er een jeugdbeschermer betrokken raakt die de regie kan nemen. Het is noodzakelijk dat er op korte termijn passend onderwijs wordt gevonden en dat [voornaam minderjarige01] haar afspraken met de hulpverlener(s) nakomt.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige01] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 26 januari 2023 tot 26 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2023 door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 2 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.