In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2023 een beschikking gegeven tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2006. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 29 december 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. De minderjarige vertoont problematisch gedrag, waaronder schoolverzuim en het niet naleven van afspraken, en de moeder is niet in staat om haar gezag te handhaven. Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, evenals de moeder, de Officier van Justitie en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de opvoedsituatie en haar eigen problematiek. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige voor de duur van twaalf maanden onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling, met als doel de regie te nemen over de situatie en passend onderwijs te vinden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden worden ingesteld door belanghebbenden.