In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, vordert de eiser, een broer, dat zijn zus, de gedaagde, rekening en verantwoording aflegt over het vermogen van hun overleden ouders. De ouders zijn respectievelijk op 18 december 2018 en 7 april 2019 overleden. De eiser stelt dat er onduidelijkheden zijn over vermogensmutaties vanaf 2013 en dat zijn zus als zaakwaarnemer verplicht is om hierover verantwoording af te leggen. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat zijn zus het beheer over de financiën van de ouders heeft gevoerd. De rechtbank concludeert dat de vader, tot zijn overlijden, zelf het beheer over zijn vermogen voerde en dat er geen verplichting bestaat voor de zus om rekening en verantwoording af te leggen. De vordering van de eiser wordt afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd. De hoofdzaak wordt verwezen naar een rol voor akte aan de zijde van de eiser om zijn vordering nader te preciseren.