In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 februari 2023, is het verzoek van [verzoekster01] tot benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van de overleden mevrouw [naam01] behandeld. Mevrouw [naam01] overleed op 3 september 2022 te Rotterdam, zonder testament en met onbekende erfgenamen. De verzoekster, die als bewindvoerder van de erflaatster fungeerde, heeft verzocht om haarzelf tot vereffenaar te benoemen, omdat er nog zaken zijn die geregeld moeten worden, zoals een huurovereenkomst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen zijn die de nalatenschap hebben aanvaard, en dat de verzoekster als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft op basis van artikel 4:204 BW geoordeeld dat het verzoek om benoeming van een vereffenaar toewijsbaar is, gezien de omstandigheden dat de erfgenamen onbekend zijn en de verzoekster verplichtingen heeft die niet kunnen worden uitgesteld. De rechtbank heeft besloten om de verzoekster tot vereffenaar te benoemen, waarbij zij ook de verplichting heeft om een erfgenamenonderzoek uit te voeren.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de verzoekster moet haar benoeming bekendmaken in de digitale Staatscourant. Tevens is de griffier opgedragen om de benoeming in te schrijven in het boedelregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.