Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 impliciet primair (moord) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair (doodslag) en 2 (mishandeling) ten laste gelegde;
- ontslag van alle rechtsvervolging van de verdachte en oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege.
4.Waardering van het bewijs
problem’ viel. De verdachte maakte daarbij een opgefokte indruk, aldus het proces-verbaal. Beiden gingen vervolgens hun slaapkamer (hierna: kamer) binnen. Van de gebeurtenissen daarna in de kamer zijn geen beeld- en/of geluidsopnames.
onder 1ten laste gelegde (moord) heeft begaan.
onder 2ten laste gelegde heeft begaan.
5.Strafbaarheid feiten
1.impliciet primair
moord
6.Strafbaarheid verdachte
onder 2bewezen feit strafbaar.
onder 1bewezen feit, zodat hij voor dit feit wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.
7.Motivering maatregel
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
€ 19.865,73vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
onder 1 impliciet primair (moord) en onder 2 (mishandeling)ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
ter beschikking wordt gesteld;
benadeelde partij [benadeelde01] ,te betalen een bedrag
€ 19.865,73 (zegge: negentienduizend achthonderdvijfenzestig euro en drieënzeventig eurocent), bestaande uit € 2.365,73 aan materiële schade en € 17.500,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde01]te betalen
€ 19.865,73(hoofdsom,
zegge: negentienduizend achthonderdvijfenzestig euro en drieënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 19.865,73niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
134 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;