ECLI:NL:RBROT:2023:2366

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
9657905 / CV EXPL 22-411
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Trivire en Beschermingsbewindkantoor Nederland B.V. De eiser, Trivire, heeft de huurovereenkomst met de huurder, [naam01], willen ontbinden vanwege vermeende overlast. De huurder, [naam01], huurt sinds 8 augustus 2019 een woning van Trivire en erkent dat er problemen zijn geweest, maar betwist dat hij momenteel overlast veroorzaakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [naam01] zich, gelet op alle omstandigheden, zo goed mogelijk houdt aan de huurvoorwaarden en dat er geen sprake is van een tekortkoming van voldoende gewicht om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter heeft daarbij rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van de huurder, waaronder zijn eerdere verslavingsproblematiek en de afspraken die tijdens eerdere zittingen zijn gemaakt. De rechter heeft geoordeeld dat de klachten van de bovenbuurvrouw niet ernstig genoeg zijn om tot ontbinding van de huurovereenkomst te leiden. De vordering van Trivire is afgewezen en Trivire is veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartij, vastgesteld op € 696,-.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9657905 / CV EXPL 22-411
datum uitspraak: 23 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Trivire,
vestigingsplaats: Dordrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.W. Kox,
tegen
Beschermingsbewindkantoor Nederland B.V., in hoedanigheid van bewindvoerder van de heer [naam01] ,
vestigingsplaats: Zwijndrecht,
gemachtigde: mr. M.W. Huijzer.
De partijen worden hierna ‘Trivire’ en ‘Beschermingsbewindkantoor Nederland’ genoemd. Beschermingsbewindkantoor Nederland is de bewindvoerder van de heer [naam01] . Die wordt hierna ‘ [naam01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 25 januari 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlage;
  • de nadere bijlagen 37 tot en met 44 van Trivire;
  • de nadere bijlagen 2 tot en met 11 van Beschermingsbewindkantoor Nederland.
1.2.
Op 3 juni 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Van die zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Op 20 februari 2023 is de zaak nogmaals met partijen besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • de heer [naam02] (wijkregisseur) met mr. Kox aan de kant van Trivire;
  • [naam01] met mr. D. Bakker aan de kant van Beschermingsbewindkantoor Nederland.

2.De beoordeling

samenvatting van de zaak met conclusie
2.1.
[naam01] huurt vanaf 8 augustus 2019 een woning van Trivire. Trivire wil dat de huurovereenkomst eindigt en dat [naam01] uit de woning vertrekt, omdat [naam01] zorgt voor overlast. [naam01] erkent dat er problemen zijn (geweest), maar hij wil niet dat de huurovereenkomst eindigt. Volgens [naam01] veroorzaakt hij zelf geen overlast (meer) en doet hij er alles aan om ervoor te zorgen dat zijn ex-vriendin dat ook niet (meer) doet. De kantonrechter oordeelt dat [naam01] zich gelet op alle omstandigheden zo goed mogelijk houdt aan alle (huur)voorwaarden. Daarom wordt de huurovereenkomst niet ontbonden. Hierna wordt uitgelegd hoe tot dit oordeel is gekomen.
juridisch kader
2.2.
De rechter mag een huurovereenkomst alleen ontbinden als er sprake is van een tekortkoming van de huurder en die tekortkoming ‘van voldoende gewicht’ is. De rechter moet bij zijn oordeel rekening houden met alle omstandigheden. [1]
inmiddels geldt een ‘gewone’ huurovereenkomst
2.3.
[naam01] heeft in 2019 geen ‘gewone’ huurovereenkomst gesloten met Trivire, maar een ‘huurovereenkomst met bijzondere voorwaarden’. De reden daarvoor was de verslavingsproblematiek van [naam01] . [naam01] moest zich onder andere verplicht op alle leefgebieden laten begeleiden door de Dienst Gezondheid & Jeugd zolang zijn woonbegeleidingstraject duurde. Dat heeft [naam01] gedaan. Ook golden er meer specifieke, strengere regels voor [naam01] dan voor andere huurders. De woonbegeleiding is per 7 augustus 2021 neutraal afgerond. De woonbegeleidingsovereenkomst met speciale regels voor [naam01] gold vanaf dat moment niet meer. De huurovereenkomst is wel blijven gelden met het huurreglement van Trivire. Voor deze zaak is belangrijk dat daarin staat dat huurders geen overlast mogen veroorzaken en ook verantwoordelijk zijn als er overlast wordt veroorzaakt door iemand die zij hebben toegelaten in hun woning of in de gemeenschappelijke ruimten.
afspraken in het proces-verbaal
2.4.
De bovenbuurvrouw van [naam01] ervaart overlast vanuit de woning van [naam01] en door bezoek van [naam01] . Daarom is Trivire deze rechtszaak gestart. Op 3 juni 2022 hebben partijen tijdens een zitting afspraken gemaakt die de daaropvolgende negen maanden zouden gelden. Die afspraken waren kort gezegd:
  • geen gitaar spelen in de woning;
  • na 22:00 muziek luisteren of televisie kijken met koptelefoon, overdag op normaal volume zonder koptelefoon;
  • de ex-vriendin van [naam01] mag niet in de woning komen; als zij toch voor de deur staat, moet [naam01] de politie bellen;
  • geen contact zoeken met de bovenbuurvrouw;
  • overlastklachten worden door de gemachtigden besproken.
Trivire vindt dat [naam01] zich niet aan deze afspraken heeft gehouden. Daarom heeft Trivire binnen de afgesproken negen maanden gevraagd om de zaak weer met de kantonrechter te bespreken.
overlast voor omwonende(n)
2.5.
Allereerst wordt vastgesteld dat alle huidige klachten afkomstig zijn van één persoon: de bovenbuurvrouw van [naam01] . Zonder iets af te willen doen aan de door de bovenbuurvrouw ervaren overlast, gaat het er in deze zaak uiteindelijk om of [naam01] objectief bezien zodanige overlast veroorzaakt dat dit rechtvaardigt dat hij uit zijn woning wordt gezet. De klachten die gaan over het gitaar spelen en het geluid van muziek of de televisie zijn daar niet ernstig genoeg voor. Ter zitting is door Trivire bevestigd dat de woning van [naam01] en diens bovenbuurvrouw gehorig is. Niet is met voldoende zekerheid komen vast te staan dat [naam01] bij het tv kijken of muziek luisteren het volume (mede gelet op het tijdstip van de dag) te hoog had staan.
Om op zijn elektrische gitaar te spelen, huurt [naam01] af en toe een ruimte bij de Popcentrale. In verband met de hoge kosten daarvoor lukt dat niet altijd. Als [naam01] elektrische gitaar speelt in zijn woning, doet hij dat met zijn koptelefoon op. Aldus houdt [naam01] rekening met de belangen van zijn buren, precies zoals een goed huurder zich behoort te gedragen. Als [naam01] incidenteel in zijn woning gitaar heeft gespeeld zonder koptelefoon, dan is dat niet meteen een reden om de huurovereenkomst te ontbinden. Het is niet verboden om in een huurwoning een muziekinstrument te bespelen. Het is wel de bedoeling dat buren rekening houden met elkaar houden. Dat heeft [naam01] naar het oordeel van de kantonrechter tot nu toe voldoende gedaan.
2.6.
Het grootste probleem is de overlast die de bovenbuurvrouw ervaart door de exvriendin van [naam01] . Daarover is tijdens de eerste mondelinge behandeling afgesproken dat de ex-vriendin van [naam01] niet meer in de woning mag komen en dat, als zij voor de deur staat, [naam01] de politie moet bellen. Voor zover [naam01] deze afspraak heeft geschonden, betekent dit weliswaar dat hij voor zichzelf een risico heeft genomen, maar het is niet zo dat elke schending van gemaakte afspraken er automatisch – los van de omstandigheden van het geval – toe leidt dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.
2.7.
[naam01] erkent dat zijn ex-vriendin in november 2022 in de woning is geweest, terwijl hij wist dat dit niet de afspraak was. Het betrof volgens hem echter een noodsituatie. [naam01] heeft tijdens de mondelinge behandeling uitgebreid toegelicht wat de situatie was op de dag dat hij zijn ex-vriendin naar de woning heeft meegenomen: zij wilde een zelfmoordpoging doen en [naam01] is door de politie gevraagd om haar te komen helpen en daarna op te vangen. Het is voldoende aannemelijk dat zijn verhaal klopt, gelet op de onderbouwing daarvan en het gebrek aan gemotiveerde betwisting door Trivire. Het is volkomen begrijpelijk dat [naam01] het welzijn van zijn ex-vriendin op dat moment boven de woonafspraken met Trivire heeft gesteld. Dát wordt hem dan ook niet verweten.
2.8.
Verder erkent [naam01] dat zijn ex-vriendin nog enkele keren in de woning is geweest. Dat was kort na het incident dat hiervoor is besproken. Ook dat was volgens de letter van de afspraken niet de bedoeling, maar de achterliggende gedachte van [naam01] was wel in lijn met
het doel vandie afspraken en daarom zal ook dit handelen van [naam01] niet tot ontbinding van de huurovereenkomst leiden. De ex-vriendin kwam telkens aan de deur, omdat zij zelf geen comfortabele woonomgeving had. In haar huis was het onder nul, omdat haar verwarming was afgesloten. In plaats van haar weg te jagen, heeft [naam01] haar geholpen om haar eigen huis weer meer leefbaar te maken in de hoop dat dit meer rust zou geven. Dat lijkt positief te werken. Het voorgaande betekent uitdrukkelijk niet dat [naam01] zijn ex-vriendin nu weer vaker binnen moet/mag laten.
2.9.
Enkele andere (eerdere) keren dat zijn ex-vriendin bij hem voor de deur stond, heeft [naam01] zoals afgesproken de politie gebeld. Dan is er nog het incident waarbij, zeer waarschijnlijk door de ex-vriendin van [naam01] , een (gemeenschappelijke toegangs)deur met uitwerpselen is besmeurd. Dit kan echter niet aan [naam01] worden toegerekend als overtreding van de bepalingen uit de huurovereenkomst. [naam01] heeft de deur schoongemaakt zodra hij hiervan wist.
2.10.
De overige verwijten gaan over de aanwezigheid van de ex-vriendin van [naam01]
bijde woning en die betwist [naam01] . Het gaat om enkele momenten in november en december 2022. [naam01] weet niets van de aanwezigheid van zijn ex-vriendin op die momenten. De bovenbuurvrouw heeft de ex-vriendin van [naam01] toen ook niet gezien, maar zegt haar stem te herkennen. Voor al deze data heeft [naam01] een plausibele (andere) verklaring gegeven (verbouwing door Trivire, gesprek met gemachtigde en begeleider op de speaker, iemand die iets kwam ophalen van Marktplaats). Daarom kan er in het kader van deze procedure niet zonder meer van uit worden gegaan dat de ex-vriendin van [naam01] op die momenten in de buurt van de woning aanwezig was. Overigens, ook als dat wel het geval zou zijn geweest, is dat gelet op het voorgaande niet per definitie meteen een reden om de huurovereenkomst van [naam01] te ontbinden. Wel zal veelvuldig geruzie bij de woning onder omstandigheden beschouwd kunnen worden als ‘niet goed huurderschap’ met eventueel ontbinding en ontruiming van de woning als mogelijk gevolg. Niet kan worden vastgesteld dat een dergelijke situatie zich op dit moment voordoet.
2.11.
In april 2022 heeft [naam01] een ‘verklaring’ geschreven. Daar staat – kort gezegd – in dat hij en zijn bovenbuurvrouw niet op een goede manier zijn gestart, wat [naam01] eraan heeft gedaan om de situatie te verbeteren en dat het op dat moment goed ging. [naam01] heeft zijn verklaring ondertekend en gevraagd of zijn bovenbuurvrouw dat ook wilde doen. De bovenbuurvrouw heeft van deze verklaring een gevoel van ‘onderdrukking’ gekregen. Hoewel het bepaald niet gebruikelijk is om de buurvrouw die over je klaagt te benaderen met een dergelijke verklaring, dergelijk gedrag bedreigend over kan komen en tijdens de vorige zitting nadrukkelijk is afgesproken dat [naam01] zijn bovenbuurvrouw met rust zou laten, ging het verzoek om de verklaring te ondertekenen in dit geval gepaard met excuses van [naam01] voor het verleden. De kantonrechter zal uitgaan van de goede bedoelingen van [naam01] , maar merkt hier wel bij op dat het inmiddels voor [naam01] duidelijk moet zijn dat de bovenbuurvrouw zich door dergelijke initiatieven onder druk gezet voelt. De kantonrechter vertrouwt erop dat [naam01] dergelijke acties – hoe goed bedoeld ook – voortaan echt nalaat.
2.12.
De buurman die op nummer 1 woont, heeft in mei 2022 een schriftelijke verklaring opgesteld waarin staat dat hij geen overlast van [naam01] ervaart.
geen ontbinding
2.13.
De huurovereenkomst van [naam01] is begonnen als een ‘bijzondere’. Inmiddels is de huurovereenkomst een ‘gewone’, maar de persoon van [naam01] en zijn persoonlijke omstandigheden zijn dat met die wijziging niet ineens ook geworden. Dat betekent niet dat [naam01] zich niet als goed huurder moet gedragen, maar wel dat Trivire niet kan en mag verwachten dat de huurrelatie te allen tijde vlekkeloos zal verlopen. Gelet op alle omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat er op dit moment geen sprake is van een tekortkoming van [naam01] die van voldoende gewicht is om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering van Trivire wordt afgewezen.
proceskosten
2.14.
Trivire krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Beschermingsbewindkantoor Nederland tot vandaag vast op € 696,- aan salaris voor de gemachtigde, (3 punten x € 232,-).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Trivire in de proceskosten, die aan de kant van Beschermingsbewindkantoor Nederland tot vandaag worden vastgesteld op € 696,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
703

Voetnoten

1.Zie Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.