ECLI:NL:RBROT:2023:2332
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis in kort geding betreffende ontruiming van gehuurd bedrijfspand
In deze zaak heeft eiseres op 6 maart 2023 de rechtbank verzocht om een datum te bepalen voor een kort geding in verband met een aangekondigde ontruiming van haar gehuurde bedrijfspand. De zitting vond plaats op dezelfde dag om 15.30 uur, maar de dagvaarding was nog niet tijdig betekend aan gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.P.G. Bissessur, verzocht de rechtbank om de behandeling uit te stellen totdat de dagvaarding was betekend. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek opgevat als een vordering om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij de ontruiming geschorst zou worden totdat er een debat heeft plaatsgevonden over de schorsing van de executie van een eerder verstekvonnis van de kantonrechter.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om de gevorderde schorsing van de executie toe te staan. Het lijkt erop dat de ontruiming is uitgesproken vanwege een huurachterstand, maar uit de overgelegde stukken blijkt dat deze achterstand grotendeels is ingelopen. Eiseres heeft bovendien aangegeven dat het van groot belang is voor haar kappersbedrijf om in het gehuurde pand te kunnen blijven. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de executie van het gehuurde op 7 maart 2023 te verbieden en heeft bepaald dat het kort geding op 7 maart 2023 om 15.00 uur verder behandeld zal worden. Eiseres moet ervoor zorgen dat de behandeling tijdig aan gedaagde wordt betekend.