ECLI:NL:RBROT:2023:2294

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
C/10/651242 / JE RK 23-123
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking ondertoezichtstelling van minderjarigen in verband met ernstige ontwikkelingsbedreiging

Op 14 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 18 januari 2023 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat er ernstige zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen. De moeder heeft het ouderlijk gezag over beide kinderen en zij verblijft sinds 9 december 2022 met hen op een geheime opvanglocatie vanwege dreigementen van de vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 was de moeder, haar advocaat mr. S. Akpinar, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De vader was niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onveilige opvoedomgeving en de spanningen tussen de ouders. De moeder voelt zich angstig door de dreigementen van de vader en heeft aangegeven dat de kinderen sinds begin december 2022 niet meer in contact zijn geweest met hem. De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling gehandhaafd, waarbij de kinderrechter heeft geoordeeld dat de ouders momenteel niet in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. S. Riege, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. C.D. Hengst als griffier. De beschikking is schriftelijk vastgesteld op 14 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/651242 / JE RK 23-123
Datum uitspraak: 14 februari 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2016 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] ,

[minderjarige02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2018 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Akpinar, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch.
De kinderrechter merkt als informant aan:

[vader01] ,

hierna te noemen, de vader.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 18 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 18 januari 2023;
Op 14 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- mw. [naam01] namens de Raad;
- mw. [naam02] namens de gecertificeerde instelling William Schrikker
Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.
De moeder en haar advocaat hebben via een video-verbinding deelgenomen aan de zitting.
De vader is niet verschenen.

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] .
[voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] wonen bij hun moeder op een geheim adres.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] . Zij zijn al jaren getuige van spanningen in de verbroken relatie tussen de vader en de moeder. De vader en de moeder voeren al jarenlang strijd met elkaar en de moeder leeft op dit moment in angst vanwege de dreigementen van de vader. De moeder verblijft met [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] sinds 9 december 2022 bij een geheime opvanglocatie. De politie heeft aangegeven dat het voorlopig nog noodzakelijk is dat de moeder met [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] bij de opvanglocatie verblijft, omdat de zorg bestaat dat de vader zijn dreigementen zal uitvoeren. Ondanks het drangkader, komt de vader de afspraken met de GI niet na. Een ondertoezichtstelling is nodig, omdat voornoemde zorgen het vrijwillig kader overstijgen.

Het standpunt van de belanghebbenden

De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad. De moeder en de kinderen hebben de vader sinds begin december 2022 niet meer gezien. De moeder voelt zich bang en onrustig, omdat zij de vader al een langere tijd niet heeft gesproken en hem daardoor niet kan peilen. De moeder staat open voor contact tussen de kinderen en de vader. Hoewel de vader op dit moment rustig is, bestaat de zorg dat de vader plannen maakt voor een ontvoering van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] . De GI is het tot op heden niet gelukt om een afspraak met de vader te maken, nu de vader twee keer heeft afgezegd. Het is van belang dat de GI eerst een afspraak met de vader heeft gehad, voordat er een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen wordt opgebouwd.
Door en namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. Uit de raadsrapportage blijkt dat er veel is gebeurd tussen de ouders, waar de kinderen last van hebben. De moeder acht het van belang dat er in de komende tijd een omgangsregeling tussen [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en de vader wordt opgebouwd. De moeder heeft daarbij de hulp van de GI nodig, nu de moeder in het verleden vaak het onderspit delfde in de communicatie met de vader. Een ondertoezichtstelling geeft de moeder ademruimte, omdat de regie voor de omgangsregeling dan bij de GI ligt en niet bij de moeder.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Gebleken is dat [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de onveilige opvoedomgeving. [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] groeiden in de afgelopen jaren op in een onrustige en spanningsvolle opvoedsituatie en zijn daarbij meermaals getuige geweest van huiselijk geweld tussen de ouders. Sinds 9 december 2022 verblijft de moeder met de kinderen op een geheime opvanglocatie, nadat de vader ernstige doodsbedreigingen heeft geuit richting de moeder en heeft gedreigd om de kinderen mee te nemen. Verder is uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling ter zitting gebleken dat de vader weinig tegenspraak duldt en zijn eigen aandeel niet of nauwelijks erkend. De vader is tot op heden niet in staat gebleken te reflecteren op zijn eigen handelen. In de afgelopen tijd is met de hulpverlening in het vrijwillig kader geprobeerd om de situatie te verbeteren, maar deze hulpverlening is ontoereikend gebleken. De kinderrechter is met de Raad, de GI en de moeder van oordeel dat de ouders op dit moment onvoldoende in staat zijn om onder eigen verantwoordelijkheid de ontwikkelingsbedreiging voor [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] weg te nemen. In de komende periode is het van groot belang dat er een rustige en veilige opvoedsituatie voor [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] ontstaat. Daarnaast is het van belang dat de GI meer zicht krijgt op de situatie van de vader, zodat bezien kan worden of en op welke manier er omgang tussen de vader en [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] kan plaatsvinden. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling is daarbij noodzakelijk, zodat de GI de regie kan nemen en de moeder ontlast wordt in het contact met de vader. Om tot een goede samenwerking te komen is het van groot belang dat de vader zijn verantwoordelijkheid neemt en bereidheid toont bij het maken van afspraken met de GI.
De kinderrechter acht gelet op het voorgaande een ondertoezichtstelling noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] onder toezicht van William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering met ingang van 14 februari 2023 tot 14 februari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2023 door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.D. Hengst, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.