Op 14 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 18 januari 2023 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat er ernstige zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen. De moeder heeft het ouderlijk gezag over beide kinderen en zij verblijft sinds 9 december 2022 met hen op een geheime opvanglocatie vanwege dreigementen van de vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 was de moeder, haar advocaat mr. S. Akpinar, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De vader was niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onveilige opvoedomgeving en de spanningen tussen de ouders. De moeder voelt zich angstig door de dreigementen van de vader en heeft aangegeven dat de kinderen sinds begin december 2022 niet meer in contact zijn geweest met hem. De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling gehandhaafd, waarbij de kinderrechter heeft geoordeeld dat de ouders momenteel niet in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. S. Riege, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. C.D. Hengst als griffier. De beschikking is schriftelijk vastgesteld op 14 maart 2023.