Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..Het (verdere) verloop van de procedure
2..De (verdere) beoordeling
- lengte
- rechtheid
- diameter
- veerkracht
- hardheid
- snijhoogte
- oogstkwaliteit
- bewaarkwaliteit
3..De beslissing
2842/2921
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser01] en [gedaagde01] over de kwaliteit van riet dat is gebruikt voor de dakbedekking van een woning. [eiser01] stelt dat het riet dat door [gedaagde01] is geleverd een te hoog zoutgehalte heeft, wat heeft geleid tot een versnelde verslechtering van het rieten dak. De rechtbank heeft eerder een deskundigenonderzoek bevolen om de kwaliteit van het riet en de invloed van het zoutgehalte op de levensduur van het dak te onderzoeken. De deskundige heeft in zijn rapportage geconcludeerd dat het zoutgehalte in het riet van de westwand boven het toelaatbare niveau ligt, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat dit zoutgehalte de oorzaak is van de slechte staat van het dak. De rechtbank oordeelt dat [eiser01] niet heeft voldaan aan de bewijslast die op hem rustte en dat [gedaagde01] niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die [eiser01] stelt te hebben geleden. De vorderingen van [eiser01] worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde01].