ECLI:NL:RBROT:2023:2196

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
10207423 CV EXPL 22-4660
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. dr. S. Wahedi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over opslagtarieven en betaling van factuur tussen Vlot Logistics Sliedrecht B.V. en Keuken-Line B.V.

In deze zaak vordert Vlot Logistics Sliedrecht B.V. (hierna: Vlot) betaling van een factuur van € 2.533,96 van 10 februari 2022 voor geleverde transport- en opslagdiensten aan Keuken-Line B.V. (hierna: Keuken-Line). Keuken-Line betwist de vordering en stelt dat zij reeds heeft betaald. De procedure omvat een mondelinge behandeling op 8 maart 2023, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Vlot stelt dat het opslagtarief is overeengekomen op basis van een tarievenlijst uit 2020, terwijl Keuken-Line aanvoert dat zij nooit akkoord is gegaan met deze tarieven.

De kantonrechter oordeelt dat Keuken-Line niet op de hoogte is gesteld van de gewijzigde tarieven en dat de facturering op basis van de tarieven uit 2018 en 2019 moet plaatsvinden. Dit leidt tot de conclusie dat Keuken-Line terecht aanneemt dat er vier opslagvrije weken golden. Daarnaast heeft Vlot onterecht extra kosten in rekening gebracht voor opslag, wat resulteert in een vermindering van de hoofdsom.

Vlot heeft ook dubbele transportkosten in rekening gebracht op basis van overmacht, wat door de kantonrechter wordt toegewezen. Keuken-Line heeft verder een bedrag van € 875,- in mindering gebracht voor niet geleverde apparatuur, maar dit wordt slechts gedeeltelijk toegewezen. De kantonrechter wijst de buitengerechtelijke incassokosten en rente toe, maar compenseert de proceskosten tussen partijen. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 10207423 CV EXPL 22-4660
datum uitspraak: 16 maart 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vlot Logistics Sliedrecht B.V.,die handelt onder de naam Vlot & Zn.,
vestigingsplaats: Sliedrecht,
eiseres,
gemachtigde: Van Houwelingen & Partners Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Keuken-Line B.V.,
vestigingsplaats: Zwijndrecht,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam01] .
De partijen worden hierna ‘Vlot’ en ‘Keuken-Line’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 16 november 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen.
1.2.
Op 8 maart 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. Daarbij waren namens Vlot aanwezig: [naam02] en [naam03] , respectievelijk controller en operationeel manager bij Vlot, bijgestaan door [naam04] . Keuken-Line werd vertegenwoordigd door [naam01] , bedrijfsleider bij Keuken-Line en door gedaagde gevolmachtigd om haar te vertegenwoordigen.

2..De beoordeling

het geschil
2.1.
Vlot eist in deze zaak betaling, met rente en kosten, van factuur 2220202, van 10 februari 2022 (hierna: de factuur), voor de geleverde transport- en opslagdiensten aan Keuken-Line. Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit een hoofdsom van € 2.533,96 aan niet betaalde deel van de factuur, rente van € 55,- (berekend tot 1 november 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 378,40. Keuken-Line voert hiertegenover aan dat zij voor de geleverde diensten Vlot reeds betaald heeft en betwist daarom dat zij nog geld en kosten aan Vlot moet betalen.
opslagvrije weken
2.2.
Vlot stelt dat zij gefactureerd heeft op basis van de tarievenlijst uit 2020 waarbij in het opslagtarief drie opslagvrije weken zijn verwerkt. Vlot stelt dat zij dit tarief met Keuken-Line
ookovereen is gekomen. Volgens Vlot gaat Keuken-Line dan ook ten onrechte uit van vier opslagvrije weken met de daarbij behorende tarieven uit 2018 en 2019. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst Vlot naar de orders die Keuken-Line vanaf oktober 2021 tegen het opslagtarief uit 2020 bij haar heeft geplaatst. Volgens Vlot was Keuken-Line bekend dus met het (overeengekomen) opslagtarief uit 2020. Keuken-Line betwist dit en stelt dat zij nooit het opslagtarief uit 2020 met Vlot is overeengekomen.
2.3.
Met Keuken-Line is de kantonrechter van oordeel dat zij de tariefwijziging uit 2020 niet met Vlot is overeengekomen. Vlot heeft Keuken-Line niet adequaat op de hoogte gesteld van de tarief- en duurwijzigingen (van de opslagvrije weken) per 2020. De enkele omstandigheid dat Vlot aan Keuken-Line in maart 2020 een (nieuwe) tarievenlijst heeft verzonden naar aanleiding van een vraag over de prijs van een verhuislift, maakt niet dat partijen het opslagtarief uit 2020
duszijn overeengekomen. Nu niet gebleken is dat Keuken-Line op enige andere manier heeft ingestemd met gewijzigde tarieven, geldt dat gefactureerd moest worden conform de tarieven uit 2018 en 2019. Dit geldt temeer nu ondertekende tarieflijsten voor 2018 en 2019 wel in het geding zijn gebracht, maar die voor 2020, niet.
2.4.
Het voorgaande betekent dat Keuken-Line er terecht vanuit mocht gaan dat niet drie, maar vier opslagvrije weken golden met de daar bijbehorende tarieven uit 2018 en 2019. In dit verband is door Keuken-Line onbetwist gesteld dat Vlot € 1.559,- extra en ten onrechte dus bij haar in rekening heeft gebracht ter zake van opslagkosten. Dit bedrag is niet toewijsbaar en zal dan ook in mindering worden gebracht op de hoofdsom.
dubbele rit
2.5.
Vlot heeft met een beroep op overmacht bij Keuken-Line dubbele transportkosten in rekening gebracht omdat zij één keer in verband met slechte weersomstandigheden bij een klant van Keuken-Line geen goederen heeft kunnen leveren. Keuken-Line betwist dat hier sprake was van overmacht.
2.6.
Vlot heeft onbetwist gesteld dat op de overeenkomst die zij heeft gesloten met Keuken-Line de Nederlandse Expeditievoorwaarden (FENEX) van toepassing zijn. Op grond van artikel 12 van deze voorwaarden is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de (extra) kosten die ontstaan door overmacht. Namens Vlot is tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de weersomstandigheden bij de tweede leveringspoging (een dag later) evenmin geschikt waren, maar dat zij vanuit het oogpunt van klantvriendelijkheid alles op alles heeft gezet om de levering deze keer wel te laten slagen. Vlot heeft verder onbetwist gesteld dat levering de tweede keer wél is gelukt omdat zij hulp kreeg van twee personeelsleden van Keuken-Line. Hiertegenover heeft Keuken-Line volstaan met de blote stelling dat de weersomstandigheden op de eerste dag ook wel geschikt waren voor levering. Dit betekent dat het beroep van Vlot op overmacht slaagt en dat zij dan ook terecht twee keer ritkosten bij Keuken-Line in rekening heeft gebracht. Door Keuken-Line is deze post onbetwist begroot op € 191,-. Gelet op hetgeen hiervoor overwogen, is dit deel van de vordering toewijsbaar.
apparatuur
2.7.
Keuken-Line stelt zich op het standpunt dat Vlot nog een bedrag van € 875,- in mindering moet brengen op de factuur, in verband met niet geleverde apparatuur. Tijdens de mondelinge behandeling is door Vlot bij monde van [naam03] bevestigd dat zij € 413,22 aan Keuken-Line gaat voldoen in verband met een Siemens afzuigkap die (bij haar of door haar toedoen) zoek is geraakt. Verder is namens Vlot verklaard dat het resterende bedrag van € 309,92 betrekking heeft op een AEG-vaatwasser die manco was gemeld (lees: niet geleverd door de leverancier). De kantonrechter is van oordeel dat voor deze manco Keuken-Line Vlot niet aansprakelijk kan stellen. Keuken-Line heeft haar standpunt niet verder onderbouwd, zodat ten aanzien van de post ‘apparatuur’ uitsluitend € 413,22 in mindering zal worden gebracht op de hoofdsom.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.8.
Aan alle voorwaarden voor toewijzing van de buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Deze zullen echter worden toegewezen over het gedeelte van de hoofdsom dat (na aftrek van diverse posten zoals hiervoor overwogen) voor toewijzing gereed ligt. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten wordt tegen deze achtergrond vastgesteld op € 84,26. De rente wordt ook toegewezen, omdat Vlot genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Keuken-Line dat niet heeft betwist.
proceskosten
2.9.
Omdat partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Keuken-Line om aan Vlot te betalen € 646,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 561,74 vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
3.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. S. Wahedi en in het openbaar uitgesproken.
53956