ECLI:NL:RBROT:2023:2185
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven wegens eigen aandeel van eiser
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De aanvraag was afgewezen door de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven op basis van een primaire beslissing van 4 februari 2022, die werd bevestigd in een bestreden besluit van 1 juli 2022. Eiser, vertegenwoordigd door mr. S.M. Posthumus, stelde dat hij recht had op een uitkering, maar verweerder concludeerde dat eiser een eigen aandeel had in het geweldsmisdrijf, waardoor hij geen recht had op uitkering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een langdurig conflict was tussen eiser en zijn buurman, waarbij beide partijen aangifte tegen elkaar hebben gedaan. Eiser had op 6 juli 2021 de ruiten van de buurman ingeslagen met een breekijzer, waarna de buurman hem met een mes aanviel. De rechtbank oordeelde dat eiser zich onnodig in een gewelddadige situatie had gebracht en dat zijn eigen aandeel in het geweld bepalend was voor de afwijzing van de aanvraag. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om de aanvraag af te wijzen, omdat eiser als eerste geweld had gebruikt.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door mr. P. Vrolijk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.