ECLI:NL:RBROT:2023:2176
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet wegens onrechtmatig verblijf
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2023, met zaaknummer AWB-22_2454, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een bijstandsuitkering beoordeeld. Eiseres, een Turkse nationaliteit, verbleef in de periode van 21 oktober 2021 tot 5 november 2021 niet rechtmatig in Nederland. De aanvraag werd afgewezen door het Dagelijks Bestuur van GR Sociaal, dat zich baseerde op informatie van de IND. Eiseres had eerder een bijstandsuitkering ontvangen, maar na haar vertrek naar Turkije en de intrekking van haar verblijfsvergunningen, was zij niet meer gelijkgesteld met een Nederlander volgens de Participatiewet (Pw).
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiseres in de relevante periode niet rechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank wijst erop dat de IND verantwoordelijk is voor het beoordelen van het verblijfsrecht van vreemdelingen en dat verweerder op de informatie van de IND mocht vertrouwen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar verblijfsvergunning, maar dit bezwaar was ongegrond verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank concludeert dat eiseres geen recht had op bijstand en dat de belangen van haar minderjarige dochter niet in de weg stonden aan de afwijzing van de aanvraag.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.