ECLI:NL:RBROT:2023:2146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
71.168615.22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping en valsheid in geschrift bij aanbestedingen van de Wereldbank

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 16 maart 2023, staat de verdachte rechtspersoon, aangeduid als [verdachte rechtspersoon01], terecht voor omkoping en valsheid in geschrift in het kader van aanbestedingsprocedures van de Wereldbank. De zaak betreft de rol van een Short Term Consultant (STC) die door de Wereldbank werd ingehuurd voor projecten in de gezondheidszorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor feit 1 nietig is, omdat deze innerlijk tegenstrijdig was. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging niet voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat de beschuldigingen tegen de STC zowel als ambtenaar als persoon in openbare dienst van een volkenrechtelijke organisatie werden gepresenteerd, wat elkaar uitsluit.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tweede feit, dat betrekking had op het valselijk opmaken van een contract, omdat niet bewezen kon worden dat dit contract op de ten laste gelegde datum was opgemaakt. Echter, feit 3, het voorhanden hebben van valse facturen, werd wel bewezen verklaard. De rechtbank concludeerde dat de verdachte rechtspersoon samen met medeverdachten opzettelijk valse facturen had voorhanden gehad, die bestemd waren om als echt en onvervalst te worden gebruikt. De rechtbank legde een geldboete op van € 4.000,- aan de verdachte rechtspersoon, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan.

De rechtbank benadrukte het belang van eerlijke en transparante aanbestedingsprocedures en de schadelijke impact van de frauduleuze praktijken van de verdachte op het vertrouwen in het (internationaal) maatschappelijk en economisch verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht heeft genomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71.168615.22
Datum uitspraak: 16 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte rechtspersoon:
[verdachte rechtspersoon01] ,
gevestigd [adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
in deze procedure vertegenwoordigd door [medeverdachte01] ,
raadslieden mrs. A.H.J. Saes, advocaat te Amsterdam en F.H.J van Gaal, advocaat te Wijchen.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 en 16 februari en 16 maart 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte rechtspersoon (hierna: [verdachte rechtspersoon01] ) is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.M. Egberts heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van [verdachte rechtspersoon01] tot een geldboete van € 225.000,-.

4..Geldigheid dagvaarding

Ambtshalve beoordeling

InleidingIn deze zaak gaat het in het kort om het volgende.
De Wereldbank financierde in de ten laste gelegde periode in een aantal landen projecten in de gezondheidszorg waarvoor lokale partijen materialen inkochten. De aanbestedingen voor die inkoop werden in opdracht van de Wereldbank begeleid door een zogenoemde Short Term Consultant, die daarvoor door de Wereldbank per project werd betaald.
De beschuldiging luidt, kort gezegd, dat de verdachten in het onderzoek Winterkoning zich hebben schuldig gemaakt aan omkoping, doordat zij diezelfde Short Term Consultant hebben betaald om een gunstige uitkomst te krijgen bij de aanbestedingen waarbij zij betrokken waren. Verder zou er gebruik zijn gemaakt van overeenkomsten en facturen op naam van derden om de dubbelrol van de Short Term Consultant te verhullen.
Een belangrijke vraag in deze zaak is in welke hoedanigheid die Short Term Consultant optrad: was hij een ambtenaar zoals bedoeld in artikel 177 (oud) van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) of was hij dit niet, maar kon hij hiermee worden gelijk gesteld?
Tegen die achtergrond overweegt de rechtbank over de geldigheid van de dagvaarding het volgende.
Een dagvaarding behelst een opgave van het feit dat wordt ten laste gelegd onder vermelding van tijd en plaats en van de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd (artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv)). De opgave dient voldoende feitelijk en voldoende duidelijk te zijn. Of aan die laatste eisen is voldaan, hangt af van de bewoordingen waarin de tenlastelegging is gesteld en het dossier waarop zij is gebaseerd.
Het onder 1 ten laste gelegdeDe rechtbank heeft geconstateerd dat de tenlastelegging zowel is gestoeld op de tekst van artikel 177 (oud) Sr als op de tekst van artikel 178a Sr.
Op grond van artikel 177 (oud) Sr is strafbaar (voor zover van belang):
“hij die een ambtenaar een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten”.
Op grond van artikel 178a Sr worden met ambtenaren in de zin van artikel 177 (oud) Sr gelijkgesteld:
“personen in de openbare dienst van een vreemde staat of van een volkenrechtelijke organisatie.”
Ten laste gelegd is dat de verdachte “
een ambtenaar (in dienst van een volkenrechtelijke organisatie, te weten de Wereld Bank), te weten [naam01]” een gift of belofte heeft gedaan, ten gevolge waarvan “
als ambtenaar in dienst bij de Wereldbank” de verdachte(n) – samengevat – informatie en adviezen heeft verstrekt.
De rechtbank begrijpt de tenlastelegging zo, dat de opsteller daarvan [naam01] aanmerkt als ambtenaar zoals bedoeld in artikel 177 (oud) Sr, maar kennelijk ook als persoon die in openbare dienst is van een volkenrechtelijke organisatie (artikel 178a Sr). Dat levert een innerlijk tegenstrijdige tenlastelegging op. De wetgever heeft artikel 178a Sr immers juist ingevoerd omdat de daarin genoemde functionarissen die niet vallen onder het ambtenaar-begrip van artikel 177 (oud) Sr toch onder de reikwijdte van die strafbepaling te brengen. Een persoon uit de categorie van artikel 178a Sr is juist géén ambtenaar, maar kan daarmee worden gelijkgesteld.
Het innerlijk tegenstrijdige onderdeel is van wezenlijke betekenis voor de strafrechtelijke beoordeling van het gehele ten laste gelegde feit. De rechtbank zou voor die beoordeling immers een keuze moeten maken tussen de twee hoedanigheden die allebei (gedeeltelijk) ten laste zijn gelegd, maar elkaar uitsluiten. Gelet hierop, en op het debat ter zitting waar – mede naar aanleiding van vragen van de rechtbank – uitvoerig is gesproken over de vraag of [naam01] valt aan te merken als ‘
ambtenaar’ of als ‘
persoon in (openbare) dienst van een volkenrechtelijke organisatie’, ziet de rechtbank geen ruimte voor een partiële nietigverklaring.
De dagvaarding zal daarom voor hetgeen onder 1 is ten laste gelegd nietig worden verklaard omdat dit onderdeel niet aan de vereisten van artikel 261 Sv voldoet.

5..Waardering van het bewijs

5.1.
Vrijspraak feit 2 (contract valselijk opmaken)
Standpunt officier van justitie
De verdachte rechtspersoon heeft samen met de medeverdachten [medeverdachte01] en [medeverdachte02] een vals contract opgemaakt door daarin valse persoonsgegevens op te nemen en werkzaamheden te vermelden waarvan op voorhand bekend was dat die niet zouden worden verricht. Dit gebeurde om te verhullen dat zij [naam01] betaalden voor een gunstiger positie bij de aanbestedingen van de Wereldbank.
Beoordeling
Het contract waar het om gaat is op enig moment namens [verdachte rechtspersoon01] ondertekend, en gedateerd op 23 oktober 2008. Het verwijt is dat de valse inhoud van dit contract ook daadwerkelijk op of omstreeks die datum is opgesteld. De rechtbank kan op basis van het procesdossier en het onderzoek ter zitting echter niet vaststellen dat de verdachte en/of de medeverdachten dit contract daadwerkelijk op of omstreeks die specifieke datum heeft opgemaakt. De rechtbank acht dit feit daarom niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
5.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3 (voorhanden hebben van valse facturen)
Het onder 3 ten laste gelegde heeft de vertegenwoordiger van [verdachte rechtspersoon01] bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
5.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de vertegenwoordiger van [verdachte rechtspersoon01] het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte rechtspersoon01] het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij ( [verdachte rechtspersoon01] ) in de periode van 23 november 2009 tot en met 1 december 2010 te Beesd tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk voorhanden heeft gehad
facturen
gedateerd 4 augustus 2010 (p. 070485) en 23 november 2009 (p. 070481 en 070479)
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, terwijl
zij, verdachte, en/of haar mededader wist(en) dat die geschriften bestemd waren tot gebruik als ware die geschriften echt en onvervalst, en bestaande die valsheid hierin dat op de facturen vermeld is dat
- deze afkomstig zijn van “Morning Star Scientific Bureau” in Baghdad Iraq hay al wehda met telefoonnummer + [telefoonnummer01] en fax [faxnummer01] en/of
- deze gebaseerd zijn op een afspraak met de managing director [naam02] (“as per agreement with our managing director [naam02] ”) en/of
- dat [naam03] in Basel de ontvanger is van het bedrag dat op de factuur vermeld is
terwijl in werkelijkheid
- deze persoonsgegevens en bedrijfsgegevens onjuist en vals waren en- de gefactureerde werkzaamheden niet zijn verricht en gefactureerde afspraken en werkzaamheden zijn opgenomen ter verhulling en/of afscherming van de werkelijke werkzaamheden die [naam01] verrichtte en
bestaande het voorhanden hebben van die geschriften hierin dat voornoemde geschriften zijn opgenomen in de administratie van [verdachte rechtspersoon01]
.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

6..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
3
medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

7..Strafbaarheid verdachte rechtspersoon

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte rechtspersoon01] uitsluit. [verdachte rechtspersoon01] is dus strafbaar.

8..Motivering straf

Algemene overweging
De straf die aan [verdachte rechtspersoon01] wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feit waarop de straf is gebaseerd
[verdachte rechtspersoon01] heeft zich gedurende een jaar schuldig gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrift van facturen. Bij een onderzoek naar fraude tijdens de aanbestedingsprocedure bij de Wereldbank zijn valse facturen aangetroffen bij [verdachte rechtspersoon01] , waarvan de medeverdachte [medeverdachte01] directeur is. Met de valse facturen werd verhuld dat een Short Term Consultant die betrokken was bij de aanbestedingsprocedures ten behoeve van de Wereldbank ook werd betaald door [verdachte rechtspersoon01] om een betere positie te verkrijgen in de aanbestedingsprocedures. De verdachte rechtspersoon heeft aan deze frauduleuze werkwijze meegewerkt door de valse facturen te accepteren en op te nemen in haar administratie.
Het is van groot belang dat aanbestedingsprocedures eerlijk en transparant verlopen en juist om dit te waarborgen is de figuur van adviserend Short Term Consultant betrokken bij de aanbestedingen van de Wereldbank: voor een objectief en deskundig advies. Juist dit proces heeft [verdachte rechtspersoon01] met haar handelen doelbewust oneigenlijk beïnvloed en dat is zeer kwalijk. Verder heeft [verdachte rechtspersoon01] door haar handelen het vertrouwen geschaad dat in het (internationaal) maatschappelijk en economisch verkeer mag worden ontleend aan de juiste, volledige en verifieerbare inhoud van facturen.
Strafblad [verdachte rechtspersoon01]
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 januari 2023, waaruit blijkt dat [verdachte rechtspersoon01] niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, wordt het opleggen van een geldboete aan [verdachte rechtspersoon01] passend geacht. Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen geldboete heeft de rechtbank in strafmatigende zin rekening gehouden met de omstandigheden dat het een oud feit betreft en dat [verdachte rechtspersoon01] niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld. De redelijke termijn waarbinnen een strafzaak in beginsel wordt afgedaan, is in deze strafzaak ruimschoots overschreden, hetgeen in het voordeel van [verdachte rechtspersoon01] wordt meegewogen. De officier van justitie heeft aangekondigd dat, indien de rechtbank de hoogte van zijn geëiste geldboete niet volgt, een ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal volgen, om zo te voorkomen dat een naar zijn oordeel te groot deel van het geldbedrag waarop nu conservatoir strafvorderlijk beslag rust zal terugvloeien naar [verdachte rechtspersoon01] Dat levert naar het oordeel van de rechtbank geen maatstaf op aan de hand waarvan (mede) de hoogte van een geldboete behoort te worden bepaald. Alles afwegend acht de rechtbank het opleggen van een geldboete van € 4.000,- passend en geboden.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 23, 24c, 47, 51, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft feit 1;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte rechtspersoon het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte rechtspersoon daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte rechtspersoon het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte rechtspersoon meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte rechtspersoon ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte rechtspersoon strafbaar;
veroordeelt de verdachte rechtspersoon tot een
geldboete van € 4.000,00 (vierduizend euro).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter,
en mrs. M. Timmerman en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 16 maart 2023.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
zij ( [verdachte rechtspersoon01] ) op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks de periode van september 2007 tot en met juni 2011 en/of de periode van september 2007 tot en met juni 2012 te Beesd en/of te Kerk Avezaath, althans in Nederland en/of te Düsseldorf, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een ambtenaar (in dienst van een volkenrechtelijke organisatie, te weten de Wereld Bank), te weten [naam01] , (een) gift(en) en/of belofte(n) heeft gedaan/heeft laten doen en/of (een) dienst(en) heeft aangeboden/heeft laten aanbieden, te weten
- een percentage van 5% van het totaalbedrag van (een) gegunde aanbesteding(en) en/of
- een percentage van 2,5 % van het totaalbedrag van (een) gegunde aanbesteding(en)
zulks (telkens)
met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, al dan niet in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten en/of ten gevolge van of naar aanleiding van hetgeen door voornoemde [naam01] in zijn huidige (of vroegere) bediening, als ambtenaar in dienst bij de Wereld Bank, (al dan niet) in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten, te weten
- het (prematuur) (doen) verstrekken/doorspelen van vertrouwelijke (voor)informatie (biddingdocumenten) afkomstig van het aanbestedende land (the borrower) en/of de Wereld Bank over de aanbesteding van project(en) in Kirgizië (project 28072) voorafgaand aan de formele/officiële publicatie en/of
- het (zich door (werknemers van) [verdachte rechtspersoon01] laten gebruiken voor en/of het in ontvangst en/of behandeling doen (laten) nemen van verzoeken van (werknemer(s) van [verdachte rechtspersoon01] tot het) aanpassen van de criteria en/of (technische) specificatie(s) in de aanbestedings/biddingdocumenten over de aanbesteding van project(en) in Kirgizië (28072) van de Wereld Bank en/of het aanbestedende land (the borrower) en/of
- het (doen/ laten) verstrekken van adviezen tijdens de aanbestedingsprocedure(s) van (een) project(en) Kirgizië (28072) waarbij hij als consultant van de Wereld Bank betrokken was en/of
- het (doen/laten) uitoefenen van invloed op de evaluatie en/of gunning van de aanbesteding en/of inschrijving(en) en/of de evaluatie-uitkomsten van (een) project(en) in Kirgizië (project 28072) en/of Albanië (27085);
2
zij ( [verdachte rechtspersoon01] ) op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 23 oktober 2008 en/of 22 april 2009 te Beesd (en/of te Kerk Avezaath) althans in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) een
- contract tussen [verdachte rechtspersoon01] en [naam04] (the Consultant)
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst en/of heeft doen en/of laten opmaken en/of vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk – immers opzettelijk in strijd met de waarheid – in een
- contract (doc A1. 389 bijlage 3), gedateerd 23 oktober 2008, opgenomen/ingevuld en/of doen en/of laten opnemen/invullen (onder “consultancy en intermediation overeenkomst” ) (– zakelijk weergegeven-)
dat het contract door [verdachte rechtspersoon01] en/of [verdachte rechtspersoon01] is afgesloten met (de partij) “ [naam04] ,[adres02] (hereinafter called the "Consultant") en/of
dat “It is understood that the Consultants assistance to [verdachte rechtspersoon01] will include without being limited thereto:
1. Delivery and installation support of the systems and equipment supplied by [verdachte rechtspersoon01] .
2. Installation support during the erection of the equipment in the area.
3. Organisation of training for local staff.
4. Advice and assistance on local employment, local suppliers and companies to ensure the efficient performance of the contract.
5. Advice and assistance on content and understanding of restructuring process of the healthcare systems of the region.
6. Advice and assistance on functional and medical analyses of existing hospitals in the region.
9. Advice and assistance on non-technical aspects of tendering and negotiation;
10. Advice and assistance on financial and fiscal aspects.
11. Advice and assistance on publicity and public relation activities relating to the contract.”
bestaande de valsheid hierin dat:
- het/de contract(en) was/waren voorzien van onjuiste en/of valse en/of vervalste persoonsgegevens en/of was/waren voorzien van (een) valse en/of vervalste handtekening(en) en/of parafen en/of
- de afgesproken werkzaamheden niet zouden worden verricht en/of voornoemde afspraken en/of werkzaamheden zijn opgenomen ter verhulling en/of onderbouwing en/of afscherming van de werkelijke werkzaamheden die [naam01] verrichtte,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3
zij ( [verdachte rechtspersoon01] ) op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks de periode van september 2007 tot en met juni 2011 en/of de periode van september 2007 tot en met juni 2012 en/of de periode van 23 november 2009 tot en met 1 december 2010 te Beesd (en/of te Kerk Avezaath) althans in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk voorhanden heeft gehad een of meer
factu(u)r(en)
gedateerd 4 augustus 2010 (p. 070485) en/of 23 november 2009 (p. 070481 en 070479)
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, en bestaande die valsheid en/of vervalsing (telkens) hierin dat op de factu(u)r(en) vermeld is dat
- deze afkomstig is/zijn van “Morning Star Scientific Bureau” in Baghdad Iraq hay al wehda met telefoonnummer + [telefoonnummer01] en fax [faxnummer01] en/of
- deze gebaseerd is/zijn op een afspraak met de managing director [naam02] (“as per agreement with our managing director [naam02] ”) en/of
- dat [naam03] in Basel de ontvanger is van het bedrag dat op de factuur vermeld is
terwijl in werkelijkheid
- dit/deze persoonsgegeven(s) en/of bedrijfsgegevens onjuist en/of vals en/of vervalst was/waren en/of
- de gefactureerde werkzaamheden niet zijn verricht en/of gefactureerde afspraken en/of werkzaamheden zijn opgenomen ter verhulling en/of onderbouwing en/of afscherming van de werkelijke werkzaamheden die [naam01] verrichtte en/of
bestaande het voorhanden hebben van die geschriften hierin dat voornoemde geschriften zijn opgenomen in de administratie van [verdachte rechtspersoon01] en/of [verdachte rechtspersoon01] en/of zijn gebruikt ter verantwoording van gemaakte kosten van gefinancierde projecten;