ECLI:NL:RBROT:2023:2139

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 februari 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10.331298.21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een witwaszaak na beoordeling van het bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 februari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van witwassen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], was ingeschreven op het adres [adres01] [postcode01] [plaats01] en werd bijgestaan door raadsman mr. T. Sönmez. Tijdens de terechtzitting op 23 januari 2023 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie, mr. R. Nanhkoesingh, heeft vrijspraak gevorderd, omdat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft deze eis gevolgd en geconcludeerd dat de verdachte niet schuldig was aan het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft dan ook besloten om de verdachte vrij te spreken zonder nadere motivering. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit voorzitter mr. A.M. Zwaneveld en de rechters mrs. I. Bouter en J.J. Klomp, in aanwezigheid van griffier mr. I.M. Sinon. De uitspraak vond plaats op een openbare terechtzitting, zoals vermeld in de kop van het vonnis.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer 10.331298.21
Datum uitspraak 6 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren in [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. T. Sönmez, advocaat in Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 23 januari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R. Nanhkoesingh heeft vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Zwaneveld, voorzitter, en mrs. I. Bouter en J.J. Klomp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Sinon, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 19 oktober 2019 te Veen en/of Zwijndrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een voorwerp: een auto van het merk/type Audi RS (kenteken [kenteken01] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/of daarvan gebruik van heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk, middellijk, afkomstig was uit enig misdrijf;
(Artikel art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)