In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een boete van € 5.000,- voor een overtreding van de Wet dieren beoordeeld. De boete werd opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vanwege het niet tijdig ingrijpen om condensvorming in een slachthuis te voorkomen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de boete, die in een later besluit was verlaagd naar € 4.250,- vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft op 9 februari 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft vastgesteld dat eiseres de wet heeft overtreden door condensvorming niet te voorkomen. De toezichthouder van de NVWA had op drie locaties in het slachthuis condens geconstateerd, wat een risico op contaminatie van vlees met zich meebracht. Eiseres voerde aan dat zij een goedgekeurd condensprotocol had, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende was om de overtreding te rechtvaardigen. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet tijdig heeft ingegrepen om de condens te verwijderen, wat in strijd is met de voedselhygiënevoorschriften.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt de opgelegde boete. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.