ECLI:NL:RBROT:2023:2102

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 februari 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
10-275422-22 / TUL VV: 02-173533-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal in een woning (een te verhuren chalet) tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden

Op 6 februari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Polen in 1993, die niet ingeschreven was in de basisregistratie personen en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd was. De verdachte werd beschuldigd van diefstal in een woning, specifiek van een chalet, waarbij hij op 25 oktober 2022 in Oude-Tonge een flatscreen televisie, een decoder, een afstandsbediening en een router heeft weggenomen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van drie maanden op, rekening houdend met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende in de woning bevond en dat hij de goederen met het oogmerk om deze wederrechtelijk toe te eigenen heeft weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, wat meegewogen is in de strafmaat. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die materiële schade van € 1.134,63 vorderde, niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet kon worden vastgesteld dat de gevorderde schade rechtstreeks verband hield met het bewezen verklaarde feit.

Daarnaast werd er een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf besproken, maar de rechtbank besloot deze af te wijzen, omdat de verdachte al een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kreeg. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de jongste rechter niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-275422-22
Parketnummer vordering TUL VV: 02-173533-20
Datum uitspraak: 6 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] (Polen) op [geboortedatum01] 1993,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, [detentieadres01] ,
raadsman mr. K. Durdu, advocaat te Rotterdam

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 6 februari 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Verschuren heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 02-173533-20.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 25 oktober 2022, te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
in een woning , te weten een chalet (nummer [nummer01] ), gelegen aan de [straatnaam01] (nummer [nummer02] ), alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een (flatscreen)televisie (van het merk Toshiba) en
- een afstand
sbediening en
- een adapter en
- een decoder met afstand
sbediening en
- een router van het merk Unify,
die aan [slachtoffer01] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een chalet op het bedrijfsterrein van de aangever betreden en uit dat chalet heeft hij een televisie en een decoder met toebehoren en een router gestolen. Toen de aangever een voor hem onbekende auto zijn terrein op zag komen rijden, is hij gaan kijken naar wat er verder gebeurde. Hij zag dat de verdachte de televisie overhandigde aan inzittenden van een auto die daarna met hoge snelheid wegreed, waarop de aangever de politie heeft gebeld. De verdachte kon worden aangehouden en de televisie is kort daarna in beslag genomen.
Diefstallen zijn buitengewoon ergerlijke feiten die niet alleen overlast en financiële schade met zich mee brengen, maar ook gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en de maatschappij in het algemeen veroorzaken. Dit geldt zeker voor diefstallen uit woningen, waaronder ook (te verhuren) chalets worden begrepen. De verdachte heeft zich van deze mogelijke gevolgen kennelijk geen rekenschap gegeven en heeft slechts oog gehad voor zijn eigen gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
7.3.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
23 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Ook heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin is voor insluiping in een woning als er sprake is van recidive ten aanzien van soortgelijke strafbare feiten een oriëntatiepunt van drie maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgenomen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [slachtoffer01] , ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.134,63 aan materiële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
8.2.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De verdachte wordt veroordeeld voor diefstal van een televisie met afstandsbediening en adapter, een decoder met afstandsbediening en een router uit een chalet van de benadeelde partij. Tijdens de behandeling ter zitting is gebleken dat de televisie die kort na de diefstal onder een derde in beslag is genomen, aan de benadeelde partij is teruggeven. De overige goederen die de verdachte had gestolen zijn na de aanhouding van de verdachte bij de benadeelde partij achtergebleven.
De benadeelde partij heeft in zijn vordering naast posten die zien op de televisie, de decoder en de router ook posten opgenomen die zien op drie uur arbeid en vervanging van een (deur)slot van het chalet. Uit het dossier blijkt dat de sleutels van het chalet niet meer zijn teruggevonden. Echter, niet is komen vast te staan dat die schade rechtstreeks verband houdt met het bewezen verklaarde strafbare feit. Datzelfde geldt ten aanzien van de gevorderde uren arbeid, waarbij bovendien onvoldoende is onderbouwd waar deze arbeid op heeft gezien.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 3 november 2020 van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld – voor zover van belang – tot een gevangenisstraf van 1 week voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 18 november 2020 en is bij uitspraak van 13 juli 2022 met één jaar verlengd.
9.2.
Standpunt officier van justitie/Standpunt verdediging
De officier van justitie heeft de volledige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gevorderd. De verdediging heeft verzocht om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
9.3.
Beoordeling
Het hierboven bewezen verklaarde feit is na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van het bewezen feit heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Er worden evenwel termen aanwezig geacht die last niet te geven. In de hoofdzaak wordt aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Door de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen blijft de verdachte toch een voorwaardelijke straf boven het hoofd hangen die hem er hopelijk van weerhoudt om in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer01] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer01] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 3 november 2020 van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. N.M. Ketelaar en G.M. Munnichs, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 oktober 2022, in elk geval in of omstreeks de periode van 17 oktober 2022 tot en met 25 oktober 2022, te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een chalet (nummer [nummer01] ), gelegen aan de [straatnaam01] (nummer [nummer02] ), alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een (flatscreen)televisie (van het merk Toshiba) en/of
- een afstandbediening en/of
- een adapter en/of
- een decoder met afstandbediening en/of
- een router van het merk Unify,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:hij op of omstreeks 25 oktober 2022 te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee, een (flatscreen)televisie (van het merk Toshiba) en/of een afstandbediening en/of een adapter, althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door diefstal, althans enig (ander) misdrijf verkregen goed betrof.