In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een boete van € 4.000,- beoordeeld. De boete is opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wegens een overtreding van de Wet dieren. Eiseres, een slachthuis, heeft niet kunnen aantonen dat anatomische afwijkingen of de gezondheidstoestand van het varken de reden waren voor het niet insnijden van beide slagaders, wat resulteerde in het niet volledig leegbloeden van het dier. De rechtbank heeft vastgesteld dat de toezichthouder van de NVWA op 10 april 2020 tijdens een inspectie heeft geconstateerd dat de slagaders niet waren ingesneden, wat in strijd is met de geldende regelgeving. Eiseres heeft betoogd dat het varken op de juiste plek is gestoken, maar dit argument is door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast voor de overtreding op het bestuursorgaan rust, maar dat de toezichthouder voldoende bewijs heeft geleverd van de overtreding. De rechtbank komt tot de conclusie dat de boete terecht is opgelegd en dat de verhoging van de boete wegens recidive gerechtvaardigd is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.