ECLI:NL:RBROT:2023:2066

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
C/10/649882 / JE RK 22-2960
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De zaak is aanhangig gemaakt door de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van zes maanden. De moeder van [naam kind01], bijgestaan door haar advocaat mr. M.S. Janssen-Polet, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek en gepleit voor een kortere verlenging van maximaal een maand, gezien de positieve ontwikkelingen in haar situatie en de hulpverlening die zij ontvangt.

De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij zowel de moeder als een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een positieve ontwikkeling in de opvoedingssituatie van [naam kind01], maar dat de betrokkenheid van de jeugdbeschermer nog noodzakelijk is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen, maar de duur te beperken tot drie maanden, in plaats van de gevraagde zes maanden. Dit is gedaan om een zorgvuldige overdracht naar het vrijwillig kader te waarborgen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, en is schriftelijk vastgesteld op 6 maart 2023. De beslissing houdt in dat de ondertoezichtstelling van [naam kind01] wordt verlengd tot 25 mei 2023, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Het verzoek voor een langere verlenging is afgewezen, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/649882 / JE RK 22-2960
Datum uitspraak: 17 februari 2023

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2016 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. M.S. Janssen-Polet, te Dordrecht.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
21 december 2022, ingekomen bij de griffie op 21 december 2022.
Op 17 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. M.S. Janssen-Polet;
- [naam02] namens de GI.

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] woont bij haar moeder.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 25 februari 2022 [naam kind01] onder toezicht gesteld tot 25 februari 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. In de afgelopen periode wordt een positieve ontwikkeling gezien. De moeder werkt hard en weet meer stabiliteit te bieden in de opvoeding van [naam kind01] . De positieve ontwikkeling is echter nog pril. De hulpverlening is net opgestart. Het is daarom van belang om in de komende periode zicht te houden op de situatie en om een warme overdracht naar het wijkteam te bewerkstelligen.
De GI kan instemmen met een verlenging van de ondertoezichtstelling met drie maanden. De GI ziet de angst van de moeder, maar dat is niet nodig. Een maand is echter te kort om de zaak over te dragen naar het wijkteam.

Het standpunt van de belanghebbende

Door en namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd tegen het verzoek. In de afgelopen periode is er veel gebeurd en het gaat goed met de moeder. Er is veel hulpverlening ingezet. Horizon is betrokken als weekendpleeggezin om de moeder te ontlasten en Yulius is betrokken om zicht te houden op de situatie. Daarnaast is stichting Pameijer betrokken om de moeder te ondersteunen bij de praktische zaken en is recent opvoedondersteuning vanuit Enver gestart. De moeder staat open voor alle hulpverlening en werkt hier ook aan mee. Eén van de doelen is dat de moeder steviger in haar schoenen komt te staan. De bezoeken van de jeugdbescherming maakt haar echter onzeker. Zij is bang dat [naam kind01] opnieuw uit huis wordt geplaatst. De moeder houdt veel van haar dochter. Indien een verlenging van de ondertoezichtstelling toch noodzakelijk wordt geacht om een warme overdracht naar het wijkteam te bewerkstelligen, wordt verzocht de duur te beperken tot een maand. Een half jaar is te lang en doet afbreuk aan hetgeen de moeder aan het opbouwen is.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Er is sprake van een positieve ontwikkeling. Na een gezinsopname van [naam kind01] en de moeder bij ARQ Centrum ’45, is [naam kind01] in november 2022 weer thuisgeplaatst bij de moeder. Er is veel hulpverlening ingezet in de thuissituatie. De moeder ontvangt ambulante behandeling vanuit Yulius en Stichting Pameijer is betrokken om de moeder te ondersteunen bij praktische zaken. Daarnaast is recent opvoedondersteuning vanuit Enver gestart en is er een weekendpleeggezin vanuit Horizon gevonden om de moeder te ontlasten. De moeder staat open voor hulpverlening en er wordt meer stabiliteit gezien in de opvoedingssituatie van [naam kind01] . De GI is voornemens om de hulpverlening over te dragen naar het vrijwillig kader. De positieve ontwikkeling is echter nog pril. Het is van belang dat de overdracht naar het vrijwillig kader zorgvuldig verloopt. De kinderrechter acht daarom de betrokkenheid van de jeugdbeschermer nog langer noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen. De kinderrechter ziet echter aanleiding om de duur te beperken tot drie maanden en het verzoek voor het overige af te wijzen. De kinderrechter verwacht dat drie maanden voldoende is voor een warme overdracht naar het vrijwillig kader.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 25 mei 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 6 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.