In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2023, wordt het beroep van eiseres, een aspirant van de politie, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een vergoeding van de kosten van tijdelijke huisvesting beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een vergoeding op basis van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie (Brvvp), nadat haar aanvraag op 6 december 2021 door de korpschef was afgewezen. De korpschef stelde dat er geen sprake was van tijdelijke huisvesting, maar van een verhuizing, wat eiseres betwistte. De rechtbank oordeelde dat de korpschef het begrip 'tijdelijke huisvesting' onjuist had geïnterpreteerd. De rechtbank concludeerde dat eiseres recht had op een vergoeding, omdat zij niet dagelijks kon reizen tussen haar oorspronkelijke woning en de plaats van opleiding. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de korpschef op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met deze uitspraak. Tevens werd de korpschef veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres en het griffierecht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een juiste interpretatie van regelgeving omtrent tijdelijke huisvesting voor aspiranten van de politie.