ECLI:NL:RBROT:2023:2009

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
10/135301-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van mensensmokkel in vereniging van achttien personen van Turkse afkomst met partiële vrijspraak van uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf en van te duchten levensgevaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, een vrachtwagenchauffeur, werd ervan beschuldigd op 31 mei 2022 achttien personen van Turkse afkomst te hebben geholpen bij hun illegale toegang tot Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de Veluwe parkeerplaats heeft gestopt, waar de vreemdelingen in zijn koeltrailer zijn geklommen. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van de beschuldigingen van 'te duchten levensgevaar' en 'uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf', maar heeft het medeplegen van mensensmokkel wel bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de mensensmokkel, mede op basis van WhatsApp-berichten tussen de vreemdelingen en de verdachte's zoekopdrachten op Google Maps. De verdachte ontkende echter te weten dat er vreemdelingen in zijn trailer zaten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de voorlopige hechtenis niet geschorst. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/135301-22
Datum uitspraak: 6 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01]) op [geboortedatum01],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01],
raadsman mr. M.G. Eckhardt, advocaat te ’s-Gravenhage.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 februari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.J. de Groot heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van (samengevat) het medeplegen van mensensmokkel van 18 personen met de Turkse nationaliteit;
  • vrijspraak van (samengevat) het te duchten levensgevaar en het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht om de verdachte partieel vrij te spreken van het ten laste gelegde ‘te duchten levensgevaar’ (artikel 197a, vijfde lid, Wetboek van Strafrecht, hierna: Sr) en het ten laste gelegde ‘uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf’ (artikel 197a, tweede lid, Sr). De officier van justitie heeft betoogd dat er evenwel voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een veroordeling te komen voor de ten laste gelegde mensensmokkel, begaan in de uitoefening van zijn beroep als vrachtwagenchauffeur.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De verdachte ontkent. Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wist dat de vreemdelingen zich in zijn voertuig bevonden. Daarnaast vereist ‘medeplegen’ een nauwe en bewuste samenwerking. Een significante bijdrage en betrokkenheid van de verdachte bij de mensensmokkel volgen niet uit het dossier. Er is daarom ook geen sprake van medeplegen.
4.1.3.
Beoordeling
Vrijspraak betreffende te duchten levensgevaar en het uit winstbejag behulpzaam zijn bij verblijf
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde ‘te duchten levensgevaar’ en het ‘uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf’ niet is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering (partieel) zal worden vrijgesproken.
Voor het overige overweegt de rechtbank als volgt.
De feiten
Op 31 mei 2022 werd aan personeel van de zeehavenpolitie gemeld dat beveiligingspersoneel van havenbedrijf [bedrijf01] (hierna: [bedrijf01] ) vreemdelingen had aangetroffen in een trailer.
Omstreeks 07.00 uur kwamen verbalisanten aan op het terrein van [bedrijf01] . De trailer was voorzien van een Turks kenteken [kentekennummer01] en de gekoppelde vrachtwagen van een Turks kenteken [kentekennummer02] . De vrachtwagen en trailer bleken van vervoersbedrijf [bedrijf02] . De lading betrof citroenen. De verdachte was de bestuurder van de combinatie.
De beveiliger heeft verklaard dat de trailer en vrachtwagen waren onderworpen aan een routinecontrole. De trailer betrof een koelwagen en gaf bij deze controle 5 à 6 graden Celsius aan: een indicatie dat er mogelijk mensen in zouden kunnen zitten. De beveiliger had ter plaatse het zegel verbroken om de deuren van de trailer te openen voor de controle. Na het inklimmen van de trailer door de verbalisanten werd gezien dat er zich meerdere personen achterin de trailer bevonden. In totaal werden er achttien personen aangetroffen, waaronder vijf minderjarigen. De aangetroffen personen bleken de Turkse nationaliteit te hebben.
Uit de tachograaf gegevens blijkt dat vanaf 27 mei 2022 de bestuurderskaart van de verdachte in de tachograaf zit (alle tijdstippen in de motivering van dit vonnis zijn weergegeven in de Nederlandse tijd). Op 31 mei 2022 stond de vrachtwagen dertien minuten stil van 04.09 uur tot 04.22 uur, om 05.07 uur stond de vrachtwagen zevenentwintig minuten stil tot 05.34 uur en om 06.33 uur stond de vrachtwagen vier minuten stil. Laatstgenoemde komt overeen met het securityreport van [bedrijf01] met de aankomst bij de poort aldaar van de vrachtwagen. Tussen 04.22 en 06.33 uur heeft de vrachtwagen 130,1 km gereden.
Uit onderzoek blijkt dat het ijzerdraad van het Bulgaarse zegel was verbroken. Aan één zijde zat een harde substantie, waaruit een stuk ijzerdraad stak. Een ander stuk ijzerdraad was in het gat gestoken en werd door de substantie op zijn plek gehouden. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut aan het douanezegel volgt dat de korte metalen draad die uit het gat stak, leek te zijn afgeknipt en dat de substantie op het sluitzegel een samenstelling en uiterlijke kenmerken heeft die overeenkomen met die van (seconde)lijm. Hieruit lijkt te volgen dat het zegel eerder verbroken is geweest en weer was gesloten door middel van lijm.
De vreemdelingen hebben (onder andere) verklaard dat ze vanuit Frankrijk zijn vertrokken met behulp van twee à drie personen met de Irakese nationaliteit, dat de reis naar de vrachtauto vier à vijf uur duurde en dat ze in de nacht van 30 op 31 mei 2022 in de vrachtwagen zijn gestapt bij een parkeerplaats waar veel zand was en waar ze hadden moeten wachten onder bomen. Dit zou tussen 3:00 en 4:30 uur zijn geweest. Het was hun bedoeling om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan.
Onderzoek aan de in beslag genomen telefoons
De telefoon van vreemdeling [naam01] is onderzocht en daaruit volgt dat [naam01] en vreemdeling [naam02] de dagen voordat zij in de vrachtwagen werden aangetroffen via Whatsapp contact hadden met elkaar. Op 29 mei 2022 werd om 15:33 uur door [naam02] naar [naam01] gestuurd (vertaald): ‘
We proberen een overeenkomst te bereiken met de vrachtwagenchauffeur. Ik kan het jullie elk moment laten weten.’ en om 18:44 uur
‘ [naam03] heeft [naam04] gebeld en gezegd: “morgen ga ik locatie sturen jullie moeten je daar dan verzamelen”.’
De Xiaomi telefoon die de verdachte tijdens zijn aanhouding bij zich had, is eveneens onderzocht. In de telefoon werd een afbeelding gevonden, opgeslagen op 30 mei 2022 om 16:38 uur, afkomstig uit Google Streetview, die overeenkomt met een afbeelding die zichtbaar wordt bij een zoekslag in Google Maps op ‘Veluwe parkeerplaats’. Tevens werden er twee screenshots aangetroffen van de Veluwe parkeerplaats van Google Maps op 30 mei 2022 om 18.34 uur.
Uit dat onderzoek is verder gebleken dat op 30 mei 2022 om 22.52 uur een zoekopdracht werd uitgevoerd met de zoekterm ‘kootwijk’ en dat de coördinaten van de locatie Nieuw Millingenseweg Kootwijk werden opgeslagen. Op 31 mei 2022 om 00.44 uur werd opnieuw een zoekopdracht uitgevoerd met de zoekterm ‘veluwe parkeerplaats’. Dit betrof de parkeerplaats aan de Nieuw Millingenseweg te Kootwijk.
Uit onderzoek aan de telefoon van vreemdeling [naam05] blijkt dat de applicatie Google Maps open stond met de weergegeven locatie Nieuw Millingenseweg Kootwijk. De telefoon van vreemdeling [naam06] is onderzocht en daaruit is gebleken dat de laatste telefoonlocatie van 30 mei om 20:55 uur was met de coördinaten die horen bij Veluwe parkeerplaats te Nieuw Millingenseweg. Uit onderzoek aan de telefoon van vreemdeling [naam07] volgt dat op 30 mei 2022 omstreeks 21:18 uur werd gezocht naar Kootwijk op Google Maps.
De verklaring van de verdachte
Bij de politie en ook ter zitting heeft de verdachte ontkend te hebben geweten van de achttien personen in zijn trailer. Hij zou de lading hebben opgehaald in Mersin en hij moest deze vervoeren naar Engeland. Hij was aanwezig bij het laden en heeft daarbij staan kijken. Op dat moment is hem niets bijzonders opgevallen. Hij is vervolgens via Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Slowakije, Tsjechië en Duitsland richting Nederland gereden, waarbij hij in alle landen is gestopt. Ongeveer één uur voordat hij het schip op zou gaan, heeft hij de binnentemperatuur verhoogd in de trailer, zodat het condens af kon nemen. Hij is vergeten de Nederlandse landcode in te voeren in de tachograaf.
De verdachte heeft ter zitting verder verklaard dat hij niet specifiek heeft gezocht naar de Veluwe parkeerplaats in Kootwijk, maar dat hij het navigatiesysteem heeft laten zoeken naar parkeerplaatsen in de buurt van waar hij reed. Vervolgens heeft hij – zo begrijpt de rechtbank – willekeurig één van de op het scherm getoonde parkeerplaatsen met ‘touch screen’ geselecteerd en is hij daarnaartoe geleid. Hij heeft dus naar zijn zeggen niet de zoekterm ‘veluwe parkeerplaats’ als zodanig in het systeem ingevoerd. Hij heeft verklaard dat hij tien minuten tot een kwartier is gestopt op de Veluwe parkeerplaats, omdat hij slaap had en wakker wilde blijven. Hij is op de Veluwe parkeerplaats uitgestapt, heeft wat gedronken en is gaan plassen. Er waren op dat moment geen andere vrachtauto’s geparkeerd op de parkeerplaats. Ter zitting heeft hij verder verklaard dat hij die nacht – na de stop op de Veluwe parkeerplaats – nog een tweede keer is gestopt om goed wakker te worden, omdat hij nog slaap had. Daarbij is hij ook uitgestapt.
De rechtbank leidt uit deze verklaringen van de verdachte, in combinatie met de voornoemde tachograafgegevens, af dat de vrachtauto van de verdachte op de Veluwe parkeerplaats heeft stilgestaan van 04.09 uur tot 04.22 uur.
Beoordeling door de rechtbank
Als uitgangspunt voor de beoordeling geldt dat de aanwezigheid van vreemdelingen in een vrachtwagen, in combinatie met andere verdachte omstandigheden, wijst op betrokkenheid en wetenschap van de chauffeur bij het vervoer van deze vreemdelingen. Dat kan anders zijn als de chauffeur daarvoor een andersluidende plausibele en verifieerbare verklaring geeft. In dat verband mag van de chauffeur worden verwacht dat hij inzicht geeft in zijn reisbewegingen, handelingen en gang van zaken rond het transport.
Vast staat dat er vreemdelingen zijn aangetroffen in de trailer van de verdachte. Gelet op de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is ook sprake van verdachte omstandigheden en acht de rechtbank het door de verdachte geschetste scenario dat de stop op de Veluwe parkeerplaats in Kootwijk niet gepland was (in zoverre dat daar door hem niet specifiek naar is gezocht) en de vreemdelingen zonder zijn wetenschap in de trailer zijn geklommen, niet aannemelijk.
Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het WhatsApp-gesprek van de vreemdelingen [naam01] en [naam02] op 29 mei 2022 volgt dat er geprobeerd werd om overeenstemming met een vrachtwagenchauffeur te bereiken en dat de volgende dag de locatie gestuurd zou worden waar de vreemdelingen zich zouden moeten verzamelen. De volgende dag, 30 mei 2022, heeft de verdachte kennelijk vanaf 16:38 uur gezocht naar de bestemming Veluwe parkeerplaats. Die bestemming doemt later die avond ook op in de telefoon van diverse vreemdelingen. De rechtbank leidt uit een en ander af dat de vreemdelingen op deze parkeerplaats zijn ingestapt.
De verdachte heeft, zoals gezegd, ter zitting verklaard dat hij niet specifiek heeft gezocht naar de Veluwe parkeerplaats en dat hij deze parkeerplaats min of meer willekeurig heeft gekozen uit de hem op het navigatiescherm getoonde selectie van parkeerplaatsen in de buurt van waar hij reed. De rechtbank acht die verklaring ongeloofwaardig, nu de verdachte al geruime tijd daarvoor – op 30 mei 2022 – (overigens de dag na het chatgesprek tussen de vreemdelingen) deze bestemming heeft uitgezocht op zijn telefoon en daarvan eveneens een screenshot heeft gemaakt.
De rechtbank acht het voorts hoogst onwaarschijnlijk dat de verdachte op 30 mei 2022 toevallig deze locatie heeft uitgezocht – een locatie waarover de wijkagent heeft gerelateerd dat het een parkeerplaats voor personenauto’s betreft, waar het in de nacht verboden is om te parkeren en waar het ongebruikelijk is voor vrachtwagens om te staan – om daar vervolgens een behoorlijk aantal uren later een stop te maken van maar dertien minuten.
Vastgesteld kan worden dat er in die dertien minuten, waarin de verdachte naar zijn zeggen is uitgestapt, heeft rondgewandeld over het terrein en heeft geplast in de bosjes, de trailer is geopend, achttien personen tevoorschijn zijn gekomen, met hun spullen en met behulp van anderen in de koeltrailer zijn geklommen, de deuren weer zijn gesloten, waarbij het douanezegel eerst is verbroken en vervolgens ook weer is hersteld en degenen die de vreemdelingen hebben geholpen ook weer zijn verdwenen. De rechtbank acht het zeer onaannemelijk dat de verdachte daar niets van heeft gemerkt, mede gelet op zijn verklaring dat er op het moment dat hij de stop heeft gemaakt geen andere vrachtauto’s geparkeerd stonden op het terrein.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan ook op basis van voornoemde feiten en
omstandigheden niet anders zijn dan dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de vreemdelingen in de trailer van zijn vrachtwagen en dat het zijn bedoeling was dat zij – met zijn medeweten en toestemming – door hem naar het Verenigd Koninkrijk zouden worden vervoerd.
Medeplegen
Uit het dossier blijkt dat in ieder geval een aantal van de vreemdelingen door één of meerdere personen met de Irakese nationaliteit vanuit Frankrijk naar de vrachtwagen van de verdachte is gebracht. Deze personen moeten hebben geweten dat de verdachte op weg was naar het Verenigd Koninkrijk en dat er op het betreffende parkeerterrein zou worden gestopt. Gelet op voorgaande overwegingen, kan het niet anders zijn dan dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en één of meer anderen, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich – samen met een ander of anderen – heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van mensensmokkel.
4.1.4.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte zich op 31 mei 2022 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van mensensmokkel.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op 31 mei 2022 te Vlaardingen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, achttien personen, met de
Turkse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Nederland en/of het Verenigd
Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New
York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de
zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en genoemde personen daartoe gelegenheid heeft verschaft
door bovengenoemde personen in de koeltrailer van een vrachtwagen(combinatie)
(met Turks kenteken [kentekennummer02] ) te laten stappen en (vervolgens)
bovengenoemde personen door Nederland (tussen fruit) te vervoeren
met als doel uit te reizen naar het Verenigd Koninkrijk,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar
/totNederland en/of
hetVerenigd Koninkrijk
heeftgefaciliteerd ,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn beroep als internationaal
vrachtwagenchauffeur;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en het feit wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, in zijn hoedanigheid van vrachtwagenchauffeur, samen met anderen schuldig gemaakt aan de smokkel van achttien personen met de Turkse nationaliteit, door hen in de koeltrailer van een vrachtwagen te vervoeren, met als bestemming het Verenigd Koninkrijk. Onder de gesmokkelden bevonden zich ook vijf minderjarigen.
Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan de instandhouding van een illegaal circuit. De handelwijze van de verdachte ondermijnt dit beleid en veroorzaakt onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook leiden dit soort feiten gemakkelijk tot vormen van uitbuiting en misbruik van kwetsbare personen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de aard en ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal vreemdelingen dat is gesmokkeld, de landelijke oriëntatiepunten en straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank bovendien rekening met het feit dat de verdachte dit feit in vereniging en gedurende de uitoefening van zijn beroep als vrachtwagenchauffeur heeft begaan.
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten dan wel gelijk te stellen aan de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten. Gelet op voorgaande bestaat daarvoor evenwel geen aanleiding.
De verdediging heeft tevens verzocht om bij oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die hoger is dan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, de verdachte te schorsen uit de voorlopige hechtenis, zodat hij een eventueel hoger beroep in vrijheid kan afwachten, in verband met de situatie in Turkije en het feit dat zijn aanwezigheid daar gewenst en noodzakelijk is. Gelet op de ernst van het feit en de op te leggen straf, ziet de rechtbank geen aanleiding om de verdachte te schorsen. De rechtbank neemt daarbij bovendien in aanmerking dat Turkije geen onderdanen uitlevert. Het verzoek van de verdediging om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen, wordt daarom afgewezen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Montijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.M. van der Vleuten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 31 mei 2022 te Vlaardingen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten achttien, althans één of meer personen, met de
Turkse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd
Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New
York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de
zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of
genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd
Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New
York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de
zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of
genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
door bovengenoemde personen in de koeltrailer van een vrachtwagen(combinatie)
(met Turks kenteken [kentekennummer02] ) te laten stappen en/of (vervolgens)
bovengenoemde personen door Nederland (tussen fruit en/of groente) te vervoeren
met als doel uit te reizen naar het Verenigd Koninkrijk,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf
in Nederland en/of Verenigd Koninkrijk georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of
gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te
vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als internationaal
vrachtwagenchauffeur;
en terwijl daarvan levensgevaar voor een of meer ander(en), te weten genoemde
achttien personen van Turkse, althans buitenlandse, afkomst, te duchten was.