ECLI:NL:RBROT:2023:1966

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
10/681057-20 en 10/219672-19 (gevoegd ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Oplichting en mishandeling door gebruik van identificerende persoonsgegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, geboren in 2003, die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en mishandeling. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk gebruiken van identificerende persoonsgegevens van een ander, met het oogmerk om zich te bevoordelen. Dit gebeurde door het aanmaken van nepaccounts op de website van About You, waarbij hij gebruik maakte van de gegevens van nietsvermoedende slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 oktober 2019 tot en met 1 november 2019 bestellingen heeft geplaatst op naam van een ander, zonder dat deze persoon hiervan op de hoogte was. De verdachte heeft bekend dat hij deze bestellingen heeft geplaatst en dat hij de adresgegevens van de aangeefster niet met anderen heeft gedeeld.

Daarnaast is de verdachte ook beschuldigd van mishandeling van een ander, waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, gezien de jeugdige leeftijd van de verdachte en het feit dat hij zich in de periode van zijn voorlopige hechtenis niet opnieuw met politie of justitie in aanraking heeft laten komen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de verdachte wel veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer van de mishandeling, die is vastgesteld op € 3.167,00, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummers: 10/681057-20 en 10/219672-19 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 7 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2003,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
feitelijk verblijvende op het adres [adres02] , [postcode02] [plaats02] ,
raadsvrouw mr. I. Stas, advocaat te Almere.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzittingen van 17 januari 2023 en 24 januari 2023.

2.Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren, met aftrek van het voorarrest, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering parketnummer 10/219672-19
Het onder parketnummer 10/219672-19 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering parketnummer 10/681057-20
4.2.1.
Inleiding
Vanaf eind 2019 kreeg de politie in de regio Zwijndrecht signalen van fraude met internetbestellingen en postpakketten. Mensen gaven aan dat zij aanmaningen ontvingen van een bedrijf genaamd Ratepay, dat namens About You liet weten dat geleverde bestellingen nog niet waren betaald. Deze mensen bleken echter niet zelf een pakket te hebben besteld en hadden ook niets ontvangen.
Er werd een onderzoek gestart onder de naam ‘Zwijntjes’. De politie ontving van PostNL een bestand waarin alle pakketten genoemd werden waarbij vermoedelijk fraude was gepleegd. Dit bestand bevat een overzicht van bestel- en ophaaldata, de geadresseerde, het gewijzigde afleveradres en het nummer van het legitimatiebewijs dat is getoond bij het afhalen.
Tijdens het onderzoek zijn elf verdachten aangehouden. De werkwijze bleek als volgt. De verdachten kregen, bijvoorbeeld aan de hand van bonnetjes die verkregen werden via maaltijdbezorgers of cv’s die op openbare websites waren geplaatst, de beschikking over naam en adresgegevens van nietsvermoedende derden. Met behulp van deze gegevens werden vervolgens nepaccounts aangemaakt op de website van About You op naam van deze derden, buiten hun medeweten. Vervolgens werden bestellingen geplaatst, waarbij gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid om de bestelling achteraf te betalen. Zodra het mogelijk was om het bezorgadres aan te passen, werd via de PostNL-app verzocht om het pakket bij een afhaalpunt van PostNL te bezorgen. Dit wordt herroutering genoemd. Veelal kon het pakket vervolgens bij het afhaalpunt worden opgehaald, onder vertoning van een legitimatiebewijs.
4.2.2.
Standpunt verdediging
Volgens de verdediging zou de pleegperiode moeten worden beperkt tot 1 november tot en met 6 november 2019. Met gebruik van het IP-adres van de woning van de moeder van de verdachte is op 1 november 2019 een bestelling geplaatst en op 6 november 2019 is die bestelling opgehaald en afgegeven aan getuige [getuige01] .
4.2.3.
Beoordeling
Uit het dossier blijkt dat met het account op naam van aangeefster [slachtoffer01] op 26 oktober 2019 en op 1 november 2019 bestellingen zijn geplaatst bij About You. De verdachte heeft bekend twee keer een bestelling te hebben geplaatst op naam van de aangeefster. Hij heeft verder aangegeven dat hij de adresgegevens van de aangeefster niet met anderen heeft gedeeld. De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat beide bestellingen alleen door de verdachte kunnen zijn geplaatst.
4.2.4.
Conclusie
De rechtbank acht de onder parketnummer 10/681057-20 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de redengevende feiten en omstandigheden voor de bewezenverklaring van de feiten die onder parketnummer 10/681057-20 ten laste zijn gelegd. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/681057-20 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de redengevende feiten en omstandigheden voor de bewezenverklaring van het feit dat onder parketnummer 10/219672-19 ten laste is gelegd. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/219672-19 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/681057-20
1.
hij op tijdstippen in de periode van 26 oktober 2019 tot en met 1 november 2019 te Hendrik-Ido-Ambacht, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen About You heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een of meer goederen, te weten (post)pakketten van About You met een of meer kledingstukken door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk ,
- op 26 oktober 2019 een of meer bestellingen (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You , waarbij verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse naam, te weten [slachtoffer01] en
- op 1 november 2019 een of meer bestellingen (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse naam, te weten [slachtoffer01] en
- bij bovengenoemde bestellingen (telkens) een adres op te geven, waarop verdachte niet woonachtig is;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 26 oktober 2019 tot en met 1 november 2019 te Ridderkerk en Hendrik-Ido-Ambacht, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en adresgegevens van [slachtoffer01] heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, immers heeft hij, verdachte, die naam en adresgegevens gebruikt om bestellingen (op factuur) te plaatsen bij About You, waardoor de ander aanmaningen
heeftontvangen voor de kledingstukken die verdachte heeft besteld met behulp van de misbruikte identificerende gegevens;
Parketnummer 10/219672-19
hij, op 13 juni 2019, te Zwijndrecht, [slachtoffer02] heeft mishandeld door deze tegen het gezicht te stompen, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken oogkas ten gevolge heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/681057-20
Oplichting
Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan
Parketnummer 10/219672-19
Mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op zestienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan verschillende strafbare feiten. Allereerst heeft de verdachte een ander tegen het gezicht gestompt, waardoor een oogkas van het slachtoffer is gebroken. Het slachtoffer heeft daarvan gedurende langere tijd de (lichamelijke) gevolgen ondervonden.
Verder is gebleken dat de verdachte zich bezig heeft gehouden met fraude met pakketpost.
Hij heeft een nepaccount aangemaakt met gebruik van de naam en de adresgegevens van het slachtoffer en heeft met dat account bestellingen geplaatst bij de webshop About You. Hij koos voor de optie om de bestelling achteraf te betalen en liet de bestelling afleveren bij een afhaalpunt van PostNL. Het slachtoffer op wier naam de bestellingen waren geplaatst, ontving vervolgens aanmaningen.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij op deze manier de webshop heeft benadeeld en de gegevens van een nietsvermoedend slachtoffer heeft misbruikt. Daarnaast wordt door deze vorm van oplichting het vertrouwen ondermijnd dat consumenten moeten kunnen hebben in de dienstverlening van online winkels en postbedrijven. De verdachte heeft laten zien alleen oog te hebben gehad voor zijn eigen financiële gewin. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west (hierna: de jeugdreclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 januari 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De voorlopige hechtenis is ruim tweeënhalf jaar geleden geschorst. Sindsdien is de verdachte niet in beeld geweest bij de politie. Hij volgt momenteel geen opleiding, maar heeft een baan gevonden in de steigerbouw. Thuis gaat het goed. Zijn ouders willen het beste voor hem en motiveren hem om het beste uit zichzelf te halen.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een brief over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 januari 2023. In deze brief heeft de Raad aangegeven dat de voorlopige hechtenis van de verdachte ruim tweeënhalf jaar geleden geschorst is en dat hij in die periode niet in aanraking is gekomen met politie of justitie. De verdachte is inmiddels twintig jaar oud. Gezien zijn leeftijd ziet de Raad geen pedagogische meerwaarde om een straf op te leggen.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de berechting van een jeugdstrafzaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen zestien maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte redelijkerwijs kan verwachten dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de zaak onder parketnummer 10/681057-20 op 27 juni 2020 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn dan ook aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheden. Tussen 27 juni 2020 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ruim dertig maanden. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van zestien maanden, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van veertien maanden.
De rechtbank overweegt dat de verdachte ruim dertig maanden onder jeugdreclasseringstoezicht heeft gestaan in het kader van de schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Daarbij heeft de verdachte zich geruime tijd moeten houden aan een avondklok, wat zeer belastend voor hem is geweest. In de schorsingsperiode is de verdachte niet in aanraking gekomen met politie en justitie.
Alles afwegend acht de rechtbank het raadzaam te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

8.Vorderingen benadeelde partijen

8.1.
[benadeelde partij01]
Als benadeelde partij heeft [benadeelde partij01] zich in het geding gevoegd, ter zake van het onder parketnummer 10/681057-20 onder 1 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 26.934,35 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 538,60.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering alleen kan worden toegewezen ten aanzien van de in de vordering genoemde zaak 13.
8.1.3.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De enkele verwijzing naar zaaknummers kan – ook wanneer die wordt bezien in samenhang met de (nadere) aangifte – niet als zodanig gelden. Bovendien blijkt niet hoe de gevorderde bedragen zijn opgebouwd. Dit maakt dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarin niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.1.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
8.2.
[slachtoffer02]
Als benadeelde partij heeft [slachtoffer02] zich in het geding gevoegd, ter zake van het onder parketnummer 10/219672-19 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 167,00 aan materiële schade en een bedrag van € 3.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar ten aanzien van de parkeerkosten en de immateriële schade. Voor het overige refereert hij zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering ten aanzien van de parkeerkosten en het medicijngebruik onvoldoende is onderbouwd. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de verdediging verzocht de schade te matigen en te schatten naar billijkheid.
8.2.3.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 10/219672-19 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De rechtbank acht de gevorderde materiële schade billijk en zal dit deel van de vordering, ondanks de betwisting door de verdachte, toewijzen.
Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 3.000,00, zodat ook dit deel van de vordering zal worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 13 juni 2019.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.2.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 3.167,00, vermeerderd met de wettelijke rente.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van het feit zal geen gijzeling worden toegepast.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummer 10/219672-19 en onder parketnummer 10/681057-20 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten geen straf of maatregel wordt opgelegd;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij01] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer02] , te betalen een bedrag van
€ 3.167,00 (zegge: drieduizendhonderdzevenenzestig euro), bestaande uit € 167,00 aan materiële schade en € 3.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer02] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer02] te betalen
€ 3.167,00 (zegge: drieduizendhonderdzevenenzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. W.J. Loorbach en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 februari 2023.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/681057-20
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 oktober 2019
tot en met 08 januari 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht en/of Ridderkerk , in elk
geval in Nederland ,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen,(telkens ) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
AboutYou en/of Ratepay Gmbh en/of PostNL en/of afhaalpunten van PostNL heeft
bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst , het ter beschikking stellen van gegevens , het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
de afgifte van een of meer goederen , te weten een of meer (post)pakketten van
AboutYou met een of meer kledingstukken en/of schoenen door met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- een of meer tijdstippen op of omstreeks 26 oktober 2019 een of meer
bestellingen (op factuur) te plaatsen via de webshop van AboutYou , waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse
naam, althans een andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s),
te weten [slachtoffer01] en/of
- een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 november 2019 een of meer
bestellingen (op factuur) te plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse
naam, althans een andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s),
te weten [slachtoffer01] en/of
- bij bovengenoemde bestellingen (telkens) een of meer adressen op te geven,
waarop verdachte en/of zijn mededader(s) niet woonachtig is/zijn, in elk geval
het adres van voornoemde [slachtoffer01] en/of
- ( vervolgens) (telkens) het afleveradres van dat (post)pakket (met een of
meer kledingstukken en/of schoenen) (afkomstig van AboutYou) te
wijzigen/herrouteren en/of
- ( vervolgens) (telkens) zich te begeven naar die afleverlocatie/dat
afhaalpunt, alwaar een (post)pakket was afgeleverd/bezorgd en/of
- ( vervolgens) (telkens) bij die afleverlocatie/dat afhaalpunt om afgifte te
vragen van dat (post)pakket van AboutYou, dat geadresseerd was aan een ander
dan aan de verdachte en/of zijn mededader(s), en/of waarbij de verdachte
en/of zijn mededader(s) al dan niet het afhaalbewijs heeft/hebben getoond en/of
- ( telkens) dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s) niet de geadresseerde was/waren en/of_.
gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen
namens de geadresseerde;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 oktober 2019
tot en met 8 januari 2020 te Ridderkerk en/of Hendrik-Ido-Ambacht, althans in
Nederland (telkens)
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische
persoonsgegevens, van een ander te weten de na(a)m(en) en/of adresgegevens van
[slachtoffer01] heeft gebruikt met het oogmerk om zijn/haar identiteit te
verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken,
waardoor enig nadeel kon ontstaan, immers heeft hij, verdachte, die naam en/of
adresgegevens gebruikt om bestelling(en) (op factuur) te plaatsen bij
AboutYou, waardoor de ander een of meer aanmaningen en/of incassobrieven
hebben ontvangen voor de kledingstukken en/schoenen die verdachte heeft
besteld met behulp van de misbruikte identificerende gegevens;
Parketnummer 10/219672-19
hij,
op of omstreeks 13 juni 2019, te Zwijndrecht,
[slachtoffer02] heeft mishandeld door deze een of meermalen tegen het gezicht,
althans het hoofd te slaan en/of te stompen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken oogkas ten
gevolge heeft gehad.