ECLI:NL:RBROT:2023:1965

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
10/681044-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor afpersing, poging tot afpersing, diefstal, opzetheling, en andere strafbare feiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die wordt beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder afpersing, poging tot afpersing, poging tot diefstal, opzetheling, en het handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte is bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.B. Jobse. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenspraak, waarbij het onderzoek op de terechtzittingen van 16 en 24 januari 2023 is meegenomen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor enkele ten laste gelegde feiten, maar heeft ook bewezenverklaring van andere feiten geëist, met een verzoek om een jeugddetentie en een taakstraf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2, 4 tot en met 8 en 10 tot en met 13 ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/681044-20
Datum uitspraak: 7 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2004,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [woonplaats01]
raadsman mr. E.B. Jobse, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzittingen van 16 januari 2023 en 24 januari 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 7 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 6 en 8 tot en met 13 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van een maand, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van tachtig uren, met aftrek van het voorarrest, subsidiair veertig dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten 1 tot en met 4
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot een bewezenverklaring van deze feiten.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Wel moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de medeverdachte [medeverdachte01] op een ongeoorloofde manier zou zijn verhoord door de politie. Ook heeft de medeverdachte [medeverdachte02] wisselend verklaard en daarmee een ongeloofwaardige verklaring afgelegd.
4.1.3.
Beoordeling
De onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte gedeeltelijk bekend. Op basis van de verklaringen van aangevers [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte02] is de rechtbank van oordeel dat alle onderdelen van de ten laste gelegde feiten worden bewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte02] , die op belangrijke punten steun vindt in de verklaringen van de aangevers.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 ten laste gelegde afpersing van de telefoon van aangever [slachtoffer02] . Dit feit lijkt op basis van het dossier gepleegd te zijn door medeverdachte [medeverdachte02] , voordat de verdachte zich bij de aangever en de medeverdachten aansloot. Uit het dossier blijkt niet van een gezamenlijk plan van [medeverdachte02] en de verdachte om de aangever [slachtoffer02] af te persen en ook overigens blijkt niet dat de verdachte bij die afpersing betrokken was.
4.1.4.
Conclusie
De rechtbank acht de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Van het onder 3 ten laste gelegde feit zal de verdachte worden vrijgesproken.
4.2.
Feiten 5 en 6
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde poging tot diefstal en heling. De verdachte zou nog geld krijgen van de medeverdachte [medeverdachte03] en kreeg van hem drie pinpasjes. Pas toen het niet was gelukt om te pinnen en [medeverdachte03] de pasjes niet terug wilde hebben, begreep de verdachte dat de pasjes gestolen waren. Van de jeugdige verdachte mocht niet worden verlangd dat hij eerder de herkomst van de pasjes onderzocht. Het voor de poging tot diefstal beoogde oogmerk ontbrak dus bij de verdachte.
4.2.2.
Beoordeling
Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij de pasjes een dag voordat hij ermee probeerde te pinnen heeft gekregen. Naar het oordeel van de rechtbank was de verdachte dus ruimschoots in de gelegenheid om te zien welke naam er op de pasjes vermeld stond. Op de drie pasjes stond bovendien dezelfde naam vermeld, namelijk van aangeefster [slachtoffer03] , en niet de naam van degene van wie de verdachte de pasjes zou hebben ontvangen. De verklaring van de verdachte dat hij niet wist dat de pasjes van een misdrijf afkomstig waren, acht de rechtbank dan ook onaannemelijk.
4.2.3.
Conclusie
De rechtbank acht de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Feit 7
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van dit feit. Uit het dossier blijkt niet dat het blokje is gewogen, zodat het gewicht niet kan worden vastgesteld.
4.3.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak ten aanzien van dit feit.
4.3.3.
Beoordeling
Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij voor een zekere [naam] een blokje hasj moest bewaren. Verder blijkt uit het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van verbalisant [verbalisant01] , op pagina 2 van het zaaksdossier, dat hij de – door hem aan de hand van textuur en geur als zodanig herkende – hasj heeft gewogen en dat er in totaal 54 gram is aangetroffen bij de verdachte.
4.3.4.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 7 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.4.
Feiten 8 tot en met 13
4.4.1.
Inleiding
Vanaf eind 2019 kreeg de politie in de regio Zwijndrecht signalen van fraude met internetbestellingen en postpakketten. Mensen gaven aan dat zij aanmaningen ontvingen van een bedrijf genaamd Ratepay, dat namens About You liet weten dat geleverde bestellingen nog niet waren betaald. Deze mensen bleken echter niet zelf een pakket te hebben besteld en hadden ook niets ontvangen. Daarnaast waren er mensen die een bestelling bij Coolblue hadden geplaatst en betaald, maar hun pakket niet ontvingen. Er bleek contact te zijn opgenomen met Coolblue of PostNL om een ander bezorgadres op te geven. Aangekomen bij het afhaalpunt bleek dat de pakketten dan al door een ander dan de geadresseerde waren opgehaald.
Er werd een onderzoek gestart onder de naam ‘Zwijntjes’. De politie ontving van PostNL een bestand waarin alle pakketten genoemd werden waarbij vermoedelijk fraude was gepleegd. Dit bestand bevat een overzicht van bestel- en ophaaldata, de geadresseerde, het gewijzigde afleveradres en het nummer van het legitimatiebewijs dat is getoond bij het afhalen.
Tijdens het onderzoek zijn elf verdachten aangehouden. De werkwijze bleek als volgt. De verdachten kregen, bijvoorbeeld aan de hand van bonnetjes die verkregen werden via maaltijdbezorgers of cv’s die op openbare websites waren geplaatst, de beschikking over naam en adresgegevens van nietsvermoedende derden. Met behulp van deze gegevens werden vervolgens accounts aangemaakt op de website van About You op naam van deze derden, buiten hun medeweten. Vervolgens werden bestellingen geplaatst, waarbij gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid om de bestelling achteraf te betalen. Zodra het mogelijk was om het bezorgadres aan te passen, werd via de PostNL-app verzocht om het pakket bij een afhaalpunt van PostNL te bezorgen. Dit wordt herroutering genoemd. Veelal kon het pakket vervolgens bij het afhaalpunt worden opgehaald, onder vertoning van een legitimatiebewijs.
Ten aanzien van het onder 8 ten laste gelegde geldt dat dit bestellingen betreft die daadwerkelijk door de geadresseerden bij Coolblue zijn geplaatst en betaald. De verdachten hebben op enigerlei wijze inzage gehad in deze bestellingen en de bijbehorende persoonsgegevens, en hebben daarvan gebruik gemaakt om deze bestellingen te herrouteren.
Hieronder worden eerst de verweren besproken die op alle fraudefeiten zien en worden vervolgens de afzonderlijke feiten besproken.
4.4.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de onder 8 tot en met 13 ten laste gelegde feiten en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Uit het dossier blijkt dat de modus operandi steeds dezelfde lijkt. Dit is gelet op de aard en het karakter van de verdenkingen nietszeggend, omdat veel verdachten zich op deze manier schuldig maken aan oplichting. De politie vindt het opvallend dat de telefoon van de verdachte regelmatig aanstraalt op diverse plekken in Nederland op de momenten dat postpakketten worden opgehaald. Dit kan verklaard worden uit de omstandigheid dat de verdachte zijn telefoon regelmatig uitleende aan kennissen. Het was ook niet ongebruikelijk dat er foto’s van legitimatiebewijzen werden gemaakt en verstuurd naar anderen. Dat iemands legitimatiebewijs is getoond bij het ophalen van een pakket, hoeft dus niet te betekenen dat die persoon degene is geweest die het pakketje ophaalde. Het noemen van verdachtes naam bij het ophalen van een pakketje zou eerder een contra-indicatie zijn. Ook op vijftienjarige leeftijd ben je ontwikkeld genoeg om te begrijpen dat je niet je eigen naam moet opgeven.
4.4.3.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat uit het dossier blijkt dat de verdachte zich in de ten laste gelegde periode bezighield met pakketfraude. Uit de telefoon van de verdachte is gebleken dat hij gesprekken voerde met medeverdachten over het plegen van fraude met postpakketten. Verscheidene medeverdachten hebben verklaard wel eens pakketjes te hebben opgehaald voor de verdachte, of wel eens kleding van hem te hebben gekocht. Voorts blijkt uit het dossier dat bij het ophalen van pakketten vaak de naam van de verdachte of een naam die te herleiden is naar hem, zoals SS of [verdachte01] , is opgegeven. Ook straalde zijn telefoon vaak aan op plaatsen waar vervolgens een pakketje is opgehaald. In twee gevallen is de verdachte herkend op camerabeelden, terwijl hij een legitimatiebewijs op naam van een ander toonde bij het ophalen van een pakketje. Dit alles in samenhang bezien vraagt om een verklaring van de verdachte, die hij niet heeft gegeven.
In de zaak- [dossiernaam01] , zaaksdossier 5 van dit dossier, zitten screenshots van camerabeelden van degene die een pakket in Waalwijk heeft opgehaald nadat dit pakket zonder toestemming van de geadresseerde is geherrouteerd. Een verbalisant heeft hierop de verdachte herkend. Bij het ophalen van dat pakketje is het legitimatiebewijs van medeverdachte [medeverdachte04] getoond. Daarnaast blijkt uit de historische locatiegegevens dat de telefoon van de verdachte op dat moment in Waalwijk was. Ook de zaak- [dossiernaam02] , zaaksdossier 6 van dit dossier, bevat screenshots van camerabeelden. Ter zitting zijn de screenshots getoond en is aan de hand van een politiefoto uit die periode besproken dat de verdachte toen langer haar had dan nu. Dit komt overeen met het screenshot bij deze beelden. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat de persoon die op de beelden in de zaak- [dossiernaam01] te zien is, in wie de verbalisant [verbalisant01] de verdachte herkent, opmerkelijke gelijkenissen vertoont met de persoon op de beelden in de zaak- [dossiernaam02] . Ook hier blijkt de telefoon van de verdachte in de buurt van de plaats van ophalen te zijn geweest en is er zelfs met de telefoon van de verdachte gebeld naar de boekhandel voordat het pakketje werd opgehaald.
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de pakketten die zijn opgehaald onder vertoning van het legitimatiebewijs van [medeverdachte04] dan wel verdachtes eigen legitimatiebewijs worden herleid naar de verdachte als hetzij zijn telefoon een zendmast in de buurt van de plaats van ophalen heeft aangestraald, hetzij voor ontvangst is getekend met een naam die naar verdachte wijst.
Door de pakketten af te halen, heeft de verdachte noodzakelijkerwijs bewust en nauw samengewerkt met andere daders, die bijvoorbeeld onder een valse naam de bestellingen plaatsten. Om een pakket op te kunnen halen, moet de verdachte immers door iemand op de hoogte zijn gebracht van het afleveradres en moet hij de beschikking hebben gehad over een barcode die getoond moest worden om het pakket mee te krijgen. De rechtbank acht op basis van het voorgaande ook het medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
4.4.4.
Feit 8
De rechtbank acht het onder 8 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van de bewezenverklaring van de verschillende onderdelen genoemd in het onder 8 ten laste gelegde verwijst de rechtbank naar de inhoud van de bewijsmiddelen, uitgewerkt onder bijlage II.
4.4.5.
Feit 9
De rechtbank is van oordeel dat met een bewezenverklaring van feit 8, een bewezenverklaring van feit 9 wordt uitgesloten. Een goed tot de afgifte waarvan een ander bewogen is, kan immers niet (tevens) worden weggenomen. Dit maakt dat het onder 9 ten laste gelegde niet kan worden bewezen en dat de verdachte van dit feit zal worden vrijgesproken.
4.4.6.
Feit 10
Gelet op het hierboven overwogene is de rechtbank van oordeel dat de verdachte, door de onder feit 8 bewezen verklaarde oplichting, zich tevens schuldig heeft gemaakt aan eenvoudig witwassen. De rechtbank overweegt dat het niet anders kan dan dat de verdachte de goederen op enig moment voorhanden heeft gehad, gelet op het feit dat hij degene is geweest die de pakketten met daarin de goederen heeft opgehaald. De rechtbank acht het onder 10 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.4.7.
Feit 11
De rechtbank acht het onder 11 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van de bewezenverklaring van de verschillende onderdelen genoemd in het onder 11 ten laste gelegde verwijst de rechtbank naar de inhoud van de bewijsmiddelen, uitgewerkt onder bijlage II.
4.4.8.
Feit 12
In het verlengde van hetgeen de rechtbank heeft overwogen onder 4.4.3 is de rechtbank van oordeel dat de verdachte ook medepleger is van het onder 12 ten laste gelegde misbruiken van identificerende gegevens. De verdachte, die een coördinerende rol speelde bij de pakjesfraude en zelf herhaaldelijk pakjes heeft opgehaald, moet op de hoogte zijn geweest van het feit dat deze pakketten onder een valse naam werden besteld. De rechtbank acht niet aannemelijk dat hij dat niet wist. De rechtbank kan niet vaststellen vanaf welk moment de verdachte wist van het plaatsen van bestellingen met misbruik van namen en adresgegevens van een ander, maar hij moet dit in ieder geval geweten hebben vanaf het moment dat hij een pakket heeft afgehaald waarop een andere naam vermeld stond. Dit is volgens het dossier op 8 oktober 2019 geweest.
De rechtbank acht het onder 12 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.4.9.
Feit 13
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
De rechtbank acht bewezen dat verschillende verdachten in nauwe en bewuste samenwerking gedurende een langere periode strafbare feiten hebben gepleegd. Daarbij was sprake van vaste werkwijzen, die maken dat sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband. Medeverdachten hebben over de verdachte verklaard dat hij de leider was. Hij zou anderen hebben gevraagd of zij geld wilden verdienen. Medeverdachten probeerden klanten voor de verdachte te vinden en hebben pakketten voor hem opgehaald. Anderen hebben verklaard dat zij kleding bij hem kochten. Verder zou de verdachte anderen hebben uitgelegd hoe op naam van een ander bestellingen geplaatst kunnen worden.
De rechtbank acht het onder 13 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4 tot en met 8 en 10 tot en met 13 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
feit 1
hij op 29 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van een bodywarmer en een (broek)riem, toebehorende aan die [slachtoffer01] , welke bedreiging met geweld eruit bestond dat hij, verdachte, - tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat hij, verdachte, 950 euro wilde hebben en
- aan die [slachtoffer01] een filmpje heeft laten zien waarop het doorladen van een vuurwapen was te zien en
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd: “Dit gaat er met je gebeuren als je niet betaal
tvoor vandaag” en
- tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat die [slachtoffer01] zijn bodywarmer en zijn (broek)riem moest geven en dat het dan goed zou zijn;
feit 2
hij op 29 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht en/of Zwijndrecht op de openbare weg, te weten De Dreef en/of Het Hoofdland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer01] te dwingen tot afgifte van enig geldbedrag, dat aan die [slachtoffer01] toebehoorde
- ( een (aantal) uur eerder) aan die [slachtoffer01] een filmpje heeft laten zien waarop het doorladen van een vuurwapen te zien was en
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd: “Dit gaat er met je gebeuren als je niet betaal
tvoor vandaag” en
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] naar zich heeft toe laten komen en
- tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat hij nog 500 euro van die [slachtoffer01] wilde hebben, en
- tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat hij de pinpas en pincode van die [slachtoffer01] wilde hebben, en
- een persoon heeft gebeld en (vervolgens) samen met die [slachtoffer01] op de achterbank in de auto van die persoon heeft plaatsgenomen, en
- op de telefoon van die [slachtoffer01] de bankrekening van die [slachtoffer01] heeft bekeken laten bekijken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4
hij in de periode van 29 mei 2020 tot en met 30 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer02] te dwingen tot de afgifte van (een hoeveelheid) geld (700 euro), dat aan die [slachtoffer02] toebehoorde
- tegen die [slachtoffer02] heeft gezegd dat die [slachtoffer02] ging boeten omdat die [slachtoffer02] had ‘gesnitcht’, en
- die [slachtoffer02] in zijn rug heeft gepord en
- die [slachtoffer02] meermalen, in het gezicht heeft geslagen en
- tegen die [slachtoffer02] heeft gezegd: “Je gaat sowieso betalen in geld of in bloed”, en
- tegen die [slachtoffer02] heeft gezegd dat deze 700 euro moest fixen en
- die [slachtoffer02] op zijn kaak heeft gestompt en
- tegen die [slachtoffer02] heeft gezegd: “Als je dit alles tegen iemand vertel
tbijvoorbeeld vrienden, familie of de politie dan ga je dood”, en
- tegen die [slachtoffer02] heeft gezegd dat hij de volgende dag naar het speeltuintje moet komen om geld te pinnen, en
- die [slachtoffer02] de volgende dag bij het speeltuintje heeft opgewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 5
hij op 21 november 2019 te Zwijndrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een geldbedrag, dat aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [slachtoffer03] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, met behulp van bij een straatroof weggenomen bankpasjes, waartoe hij, verdachte, niet gerechtigd was die te gebruiken, heeft getracht geld op te nemen bij een geld/pinautomaat, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 6
hij in de periode van 19 november 2019 tot en met 21 november 2019 te Zwijndrecht, goederen, te weten bankpasjes, heeft verworven en heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
feit 7
hij te Zwijndrecht op 13 december 2019 opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 54 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 8
hij op tijdstippen in de periode van 12 november 2019 tot en met 11 december 2019 te Amsterdam en Rotterdam en Bunnik en Breda en Waalwijk en Ridderkerk, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen afhaalpunten van PostNL heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van goederen, te weten een of meer (post)pakketten van Coolblue B.V . (met elektronica, bestaande uit onder meer een hoeveelheid telefoons (Apple iPhone 11 Pro) en een hoeveelheid MacBooks (drie) (Apple MacBook Pro) en Microsoft Surface Pro 7 en een sleeve (merk: Case Logic) en een adapter (merk: Satechi) en een telefoonhoesje en een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en een Docking Station), door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk
- ( zaak 2)
- meermaals, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 12 november 2019 tot en met 11 december 2019 het afleveradres van een of meer (post)pakketten van Coolblue B.V . met daarin telefoons (Apple iPhone 11 Pro) en een Apple MacBook Pro en een sleeve (merk: Case Logic) en een adapter (merk: Satechi) en een telefoonhoesje, die geadresseerd waren aan [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] , te wijzigen naar een afhaalpunt
- ( vervolgens) bij die afhaalpunten om afgifte te vragen van die (post)pakketten van Coolblue B.V . en die (post)pakketten in ontvangst te nemen, terwijl hij en zijn medeverdachten niet de geadresseerde waren of gerechtigd/gemachtigd waren voornoemde pakketten in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer04] en [slachtoffer05] en [slachtoffer06]
- ( zaak 3)
- op 12 november 2019 Coolblue B.V . te bellen en zich voor te doen als de koper/de geadresseerde/ [slachtoffer07] en te vragen om het afleveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een Apple MacBook Pro) te wijzigen naar het adres [adres02] te Rotterdam en
- ( vervolgens) bij een afhaalpunt om afgifte te vragen van dat (post)pakket van Coolblue B.V ., dat geadresseerd was aan [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] . en dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij en zijn medeverdachten niet de geadresseerde waren of gerechtigd/gemachtigd waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] . en
- ( zaak 4)
- in de periode van 25 november 2019 tot en met 26 november 2019 het afleveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een Microsoft Surface Pro 7), dat geadresseerd was aan [slachtoffer09] , te wijzigen naar een afhaalpunt en
- ( vervolgens) bij dat afhaalpunt om afgifte te vragen van dat (post)pakket van Coolblue B.V . en dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij en zijn medeverdachten niet de geadresseerde waren of gerechtigd/gemachtigd waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer09] en
- ( zaak 5)
- in de periode van 27 november 2019 tot en met 28 november 2019 het afleveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een telefoon (Apple iPhone 11 Pro)), dat geadresseerd was aan [slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11] te wijzigen naar een afhaalpunt en
- ( vervolgens) bij dat afhaalpunt om afgifte te vragen van dat (post)pakket van Coolblue B.V . en dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij en zijn medeverdachten niet de geadresseerde waren of gerechtigd/gemachtigd waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11]
- ( zaak 6)
- in de periode van 28 november 2019 tot en met 29 november 2019 het afleveradres van een (post)pakket van Coolblue BV. (met daarin een Apple MacBook Pro en een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en een Docking Station), dat geadresseerd was aan [slachtoffer12] te wijzigen naar een afhaalpunt en
- op 29 november 2019 naar dat afhaalpunt, te weten Boekhandel Van Ravenswaay, te bellen en zich, in strijd met de waarheid, heeft voorgedaan als die [slachtoffer12] , en te zeggen dat zijn (klein)zoon het post(pakket) komt afhalen en
- ( vervolgens) bij dat afhaalpunt om afgifte te vragen van dat (post)pakket van Coolblue B.V . en zich aldaar, in strijd met de waarheid, voor te doen als (klein)zoon van die [slachtoffer12] en dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij en zijn medeverdachten niet de geadresseerde waren of gerechtigd/gemachtigd waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer12] ;
feit 10
hij op tijdstippen in de periode van 12 november 2019 tot en met 11 december 2019 te Amsterdam en/of Rotterdam en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten telefoons (Apple iPhone 11 Pro) en een hoeveelheid MacBooks (drie) (Apple MacBook Pro) en een sleeve (merk: Case Logic) en een adapter (merk: Satechi) en een telefoonhoesje en een Microsoft Surface Pro 7 en een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en een Docking Station, (telkens)
- heeft verworven
envoorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
feit 11
hij op tijdstippen in de periode van 1
oktober2019 tot en met
15 november 2019te Heerjansdam en Sliedrecht en Papendrecht en Oosterhout, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen About You en afhaalpunten van PostNL heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een of meer goederen, te weten een of meer (post)pakketten van About You met een of meer kledingstukken en/of schoenen door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk - (zaak 7) op een of meer tijdstippen een of meer bestellingen (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam en adresgegevens van een of meer derde(n) en
- ( zaak 8) op 17 oktober 2019 een bestelling (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, te weten [naam01] en
- ( zaak 9) op 9 november 2019 een bestelling (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, te weten [naam02] en
- ( zaak 12) op 27 oktober 2019 een bestelling (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, te weten [naam03] en
- ( zaak 16) op 8 november 2019 een bestelling (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, te weten [naam04] en
(zaak 7, 8, 9, 12 en 16)
- bij bovengenoemde bestellingen (telkens) een of meer adressen op te geven, waarop verdachte en/of zijn mededader(s) niet woonachtig is/zijn en
- ( vervolgens) (telkens) het afleveradres van dat (post)pakket (met een of meer kledingstukken en/of schoenen) (afkomstig van About You) te wijzigen/herrouteren en
- ( vervolgens) (telkens) zich te begeven naar dat afhaalpunt, alwaar een (post)pakket was afgeleverd/bezorgd en
- ( vervolgens) (telkens) bij dat afhaalpunt om afgifte te vragen van dat (post)pakket van About You, dat geadresseerd was aan een ander dan aan de verdachte of zijn mededader(s) en
- ( telkens) dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet de geadresseerde was/waren of gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen namens de geadresseerde;
feit 12
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
oktober2019 tot en met
15 november 2019in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, te weten de namen en adresgegevens van [slachtoffer13] en [slachtoffer14] enB. [slachtoffer15] en [slachtoffer16] , heeft gebruikt met het oogmerk om zijn/hun identiteit te verhelen of de identiteit van de ander(en) te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die namen en adresgegevens gebruikt om bestelling(en) (op factuur) te plaatsen via de webshop van About You, waardoor de anderen een of meer aanmaningen hebben ontvangen voor de kledingstukken en/
ofschoenen die verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben besteld met behulp van de misbruikte
identificerende gegevens;
feit 13
hij in de periode van 1
oktober2019 tot en met
15 november 2019te Zwijndrecht, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [medeverdachte05] en [medeverdachte06] en [medeverdachte07] en [medeverdachte08] , die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het (meermalen)
-witwassen
-plegen van oplichting van About You en PostNL (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
-misbruiken van identificerende persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 231b Wetboek van Strafrecht (artikel 231b Wetboek van Strafrecht).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1: Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Feit 2: Poging tot afpersing
Feit 4: Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Feit 5: Poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
Feit 6: Opzetheling
Feit 7: Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Feit 8: Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Feit 10: Eenvoudig witwassen
Feit 11: Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Feit 12: Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan
Feit 13: Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op veertien- en vijftienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan verschillende strafbare feiten. Allereerst is gebleken dat de verdachte zich gedurende een langere periode bezig heeft gehouden met fraude met pakketpost. Dit heeft hij samen met anderen gedaan.
Mensen die bij Coolblue een bestelling hadden geplaatst, kwamen erachter dat hun bezorgadres gewijzigd was. Vervolgens bleek het pakket door iemand anders te zijn opgehaald. Bij About You zijn nepaccounts aangemaakt met gebruik van namen en adresgegevens van nietsvermoedende mensen, waarmee bestellingen zijn geplaatst. Er werd gekozen voor de optie om de bestelling achteraf te betalen en de bestelling werd afgeleverd bij een afhaalpunt van PostNL. De mensen op wiens naam de bestellingen waren geplaatst, kregen vervolgens aanmaningen.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij op deze manier bedrijven heeft benadeeld en de gegevens van nietsvermoedende slachtoffers heeft misbruikt. Daarnaast wordt door deze vorm van oplichting het vertrouwen ondermijnd dat consumenten moeten kunnen hebben in de dienstverlening door online winkels en postbedrijven. De verdachte heeft laten zien alleen oog te hebben gehad voor zijn eigen financiële gewin. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk. Uit het onderzoek aan de telefoon van de verdachte lijkt verder te blijken dat hij zich in die periode, eind 2019, met meer strafbare feiten bezighield. De verdachte heeft geen enkele openheid van zaken gegeven over deze zaak.
Verder heeft de verdachte geprobeerd te pinnen met gestolen pinpasjes. Bij zijn aanhouding bleek hij hasj bij zich te hebben. Vervolgens heeft hij zich schuldig gemaakt aan een afpersing en twee pogingen tot afpersing. Volgens de verdachte zouden twee jongens mensen hebben lastiggevallen. Hij heeft deze jongens vervolgens bedreigd, waardoor een van hen spullen aan hem afgaf. Hij heeft op die manier ook geprobeerd van beide jongens geld te krijgen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 januari 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De voorlopige hechtenis van de verdachte is tweeënhalf jaar geleden geschorst. Tijdens deze schorsingsperiode is de jeugdreclassering betrokken geweest bij de verdachte. Het gaat goed met de verdachte. De Raad heeft overwogen de inzet van een jeugdreclasseringstraject te adviseren, maar ziet hier geen toegevoegde waarde in. Binnen de domeinen waar een jeugdreclasseerder ondersteuning kan bieden zijn geen grote zorgen gesignaleerd.
De Raad is van mening dat de verdachte dient te beseffen dat strafbaar gedrag onacceptabel is. De Raad adviseert een onvoorwaardelijke werkstraf. Daarnaast adviseert de Raad een voorwaardelijke jeugddetentie, om de verdachte te motiveren en te stimuleren om in de toekomst de juiste keuzes te blijven maken.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de berechting van een jeugdstrafzaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen zestien maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte redelijkerwijs kan verwachten dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in ten aanzien van het onder 5 tot en met 7 ten laste gelegde op 13 december 2019 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen. Voor de overige feiten is de verdachte in juni en juli 2020 in verzekering gesteld, zodat ten aanzien van die feiten de redelijke termijn op dat moment is aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van bijzondere omstandigheden die het tijdsverloop rechtvaardigen. Tussen 13 december 2019 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van ongeveer achtendertig maanden. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van zestien maanden, is er zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van achtereenvolgens tweeëntwintig en zestien maanden.
Het tijdsverloop maakt dat van de oplegging van een straf mogelijk geen pedagogisch effect meer uitgaat. De rechtbank is echter van oordeel dat het pedagogisch effect niet het enige strafdoel is dat moet worden nagestreefd. Gezien de omvang en de ernst van de feiten is een onvoorwaardelijke straf nog steeds op zijn plaats. Daarbij heeft de rechtbank de gecompenseerd voor overschrijding van de redelijke termijn in zowel de strafmodaliteit als de omvang van de straf.
Alles afwegend acht de rechtbank een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van honderd uur passend en geboden. De rechtbank ziet geen aanleiding om een voorwaardelijke straf op te leggen, aangezien de voorlopige hechtenis van de verdachte tweeënhalf jaar geleden is geschorst en hij in die periode niet in aanraking is gekomen met politie en justitie.

8.Vorderingen benadeelde partijen

8.1.
[benadeelde01] .
Als benadeelde partij heeft [benadeelde01] . zich in het geding gevoegd, ter zake van de onder 8 en 9 ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 20.186,83 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 14.943,83.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gelet op de bepleite vrijspraak primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de behandeling van de vordering onredelijk bezwarend is voor het strafgeding, omdat onduidelijk is welke schade precies is geleden. Het is onduidelijk wat bedoeld wordt met de herroutering van klantorders en de opgegeven bedragen betreffen de verkoopwaarde en niet de inkoopwaarde van de goederen.
8.1.3.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Onduidelijk is immers of de gevorderde bedragen betrekking hebben op de inkoopprijs dan wel op de verkoopprijs van de desbetreffende goederen. Dit maakt dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarin niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.2.
[benadeelde02]
Als benadeelde partij heeft [benadeelde02] zich in het geding gevoegd, ter zake van het onder 11 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 26.934,35 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 2.776,02.
8.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gelet op de bepleite vrijspraak primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de behandeling van de vordering niet binnen het strafgeding past. Een vordering van een benadeelde partij zou zo duidelijk moeten zijn dat het causaal verband geen uitleg meer behoeft en dat is nu niet het geval.
8.2.3.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De enkele verwijzing naar zaaksnummers kan – ook wanneer die wordt bezien in samenhang met de (nadere) aangifte – niet als zodanig gelden. Bovendien blijkt niet hoe de gevorderde bedragen zijn opgebouwd. Dit maakt dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij zal daarin niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.3.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45, 47, 77a, 77g, 77m, 77n, 77gg, 140, 231b, 311, 317, 326, 416 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 3 en onder 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4 tot en met 8 en 10 tot en met 13 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 64 (vierenzestig) uren te verrichten werkstraf resteren;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
32 (tweeëndertig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde01] . en [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in de vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. W.J. Loorbach en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 februari 2023.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
[10/681044-20]
hij
op of omstreeks 29 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de
afgifte van een bodywarmer en/of een (broek)riem, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- tegen die [slachtoffer01] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, 950 euro wilde
hebben, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- aan die [slachtoffer01] een filmpje heeft/hebben laten zien waarop het doorladen
van een vuurwapen was te zien, in elk geval (een) vuurwapen(s) was/waren te
zien en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer01] heeft/hebben gezegd: “Dit gaat er met je
gebeuren als je niet betaald voor vandaag”, althans woorden van gelijke
dreigende/intimiderende aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer01] heeft/hebben gezegd dat die [slachtoffer01] zijn bodywarmer
en/of zijn (broek)riem moest geven en dat het dan goed zou zijn, althans
woorden van gelijke dreigende/intimiderende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 29 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht en/of Zwijndrecht
op de openbare weg, te weten De Dreef en/of Het Hoofdland, ter uitvoering van
het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer01] te dwingen tot afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan die
[slachtoffer01] toebehoorde
- ( een (aantal) uur eerder) aan die [slachtoffer01] een filmpje heeft laten zien
waarop het doorladen van een vuurwapen te zien was, in elk geval (een)
vuurwapen(s) te zien was/waren, en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd: “Dit gaat er met je gebeuren
als je niet betaald voor vandaag”, althans woorden van gelijke
dreigende/intimiderende aard/strekking, en/of
- die [slachtoffer01] tot afgifte heeft gedwongen van zijn bodywarmer en/of zijn
(broek)riem, en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] naar zich heeft toe laten komen/brengen, en/of
- tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat hij nog 500 euro van die [slachtoffer01]
wilde hebben, en/of
- tegen die [slachtoffer01] heeft gezegd dat hij de pinpas en pincode van die
[slachtoffer01] wilde hebben, en/of
- een persoon heeft gebeld en (vervolgens) samen met die [slachtoffer01] op de
achterbank in de auto van die persoon heeft plaatsgenomen, en/of
- op de telefoon van die [slachtoffer01] de bankrekening van die [slachtoffer01] heeft
(geprobeerd) bekeken/te (laten) bekijken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 29 mei 2020 te Hendrik-Ido-Ambacht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer02] heeft gedwongen tot de afgifte
van een iPhone (7 plus), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer02] heef/hebben gebeld en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd dat hij naar de oude poort
van de begraafplaats moest komen, omdat hij anders nog grotere problemen zou
krijgen dan [naam05] , althans woorden van gelijke dreigende/intimiderende aard
en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd: “Hou je kankerbek en geef je telefoon!
Als je hem geeft, krijg je grotere problemen dan [naam05] !”, althans woorden van
gelijke dreigende/intimiderende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks in de periode van 29 mei 2020 tot en met 30 mei 2020 te
Hendrik-Ido-Ambacht en/of Zwijndrecht tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn
mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld A.M.
Vuijk te dwingen tot de afgifte van (een hoeveelheid) geld (700 euro), in elk
geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer02] toebehoorde
-tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd dat die [slachtoffer02] ging boeten omdat die [slachtoffer02]
had gesnitcht, althans woorden van gelijke dreigende/intimiderende aard en/of
strekking en/of
-die [slachtoffer02] in zijn rug heeft/hebben gepord en/of
-die [slachtoffer02] meermalen, althans eenmaal, in het gezicht heeft/hebben geslagen
en/of
-tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd:”Je gaat sowieso betalen in geld of in
bloed”, althans woorden van gelijke dreigende/intimiderende aard en/of
strekking en/of
-tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd dat deze 700 euro moest fixen en/of
-die [slachtoffer02] op/tegen zijn kaak, althans in het gezicht heeft/hebben geslagen
en/of gestompt en/of
-tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd: “Als je dit alles tegen iemand vertel
bijvoorbeeld vrienden, familie of de politie dan ga je dood”, althans woorden
van gelijke dreigende/intimiderende aard en/of strekking;
-tegen die [slachtoffer02] heeft/hebben gezegd dat hij de volgende dag naar het
speeltuintje moet komen om geld te pinnen, althans woorden van gelijke
dreigende/intimiderende aard en/of strekking,
- die [slachtoffer02] de volgende dag bij het speeltuintje heeft/hebben opgewacht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
[10/682032-20]
hij
op of omstreeks 21 november 2019
te Zwijndrecht
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
(een) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer03] ,weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen geld/goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van
een valse sleutel,
met behulp van een of meer bij een straatroof weggenomen bankpasje(s) en/of
een of meer pincode (s), waartoe hij, verdachte, en/of zijn mededader (s) niet
gerechtigd was/waren die te gebruiken, heeft getracht geld op te nemen bij
een geld/pinautomaat,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19
november 2019 tot en met 21 november 2019
te Zwijndrecht, althans in Nederland,
(een) goed(eren), te weten een of meer bankpasje(s), heeft verworven en/of
heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat
goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het
(een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander)
misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
7.
hij
te Zwijndrecht
op of omstreeks 13 december 2019
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 54 gram hashish, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende hashish, zijden hashish een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, danwel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
8.
[10/682003-21]
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11 december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, (telkens) met het
oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Coolblue B.V . en/of
PostNL en/of afhaalpunt(en) van PostNL heeft bewogen tot de afgifte van enig
goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
de afgifte van een of meer goederen, te weten een of meer (post)pakketten van
Coolblue B.V . (met elektronica, bestaande uit onder meer een hoeveelheid
telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro) en/of een hoeveelheid Macbooks (drie)
(Apple Macbook Pro) en/of Microsoft Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Case
Logic ) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje en/of een
sleeve (merk: Thule Gauntlet) en/of een Docking Station), door met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( zaak 2)
- meermaals, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11 december 2019 het af leveradres van een of meer (post)pakketten
van Coolblue B.V . (met daarin onder meer een hoeveelheid telefoons (vijf)
(Apple Iphone 11 Pro) en/of een Apple Macbook Pro en/of een sleeve (merk: Case
Logic) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje), die
geadresseerd waren aan [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17]
en/of [slachtoffer18] , te wijzigen naar een af leverlocatie/afhaalpunt/of
- ( vervolgens) bij die af leverlocaties/afhaalpunten om afgifte te vragen van
die (post)pakketten van Coolblue B.V . en/of die (post)pakketten in ontvangst
te nemen, terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) niet de geadresseerde
was/waren en/of gerechtigd/gemachtigd was/waren voornoemde pakketten in
ontvangst te nemen namens die [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17] en/of
[slachtoffer18] .
- ( zaak 3)
- op of omstreeks 12 november 2019 Coolblue B.V . te bellen en/of zich voor te
doen als de koper/de geadresseerde/ [slachtoffer07] en/of te vragen om het
af leveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een Apple
MacBook Pro) te wijzigen naar het adres [adres02] te Rotterdam en/of
- ( vervolgens) bij een af leverlocatie/een afhaalpunt om afgifte te vragen van
dat (post)pakket van Coolblue B.V ., dat geadresseerd was aan [slachtoffer07] en/of
[slachtoffer08] . en/of dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij en/of
zijn medeverdachte(n) niet de geadresseerde was/waren en/of
gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen
namens die Naeff en/of [slachtoffer08] . en/of
- ( zaak 4)
- in of omstreeks de periode van 25 november 2019 tot en met 26 november 2019
het af leveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een
Microsoft Surface Pro 7), dat geadresseerd was aan [slachtoffer09] , te
wijzigen naar een af leverlocatie/afhaalpunt en/of
- ( vervolgens) bij die af leverlocatie/dat afhaalpunt om afgifte te vragen van
dat (post)pakket van Coolblue B.V . en/of dat (post)pakket in ontvangst te
nemen, terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) niet de geadresseerde was/waren
en/of gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te
nemen namens die [slachtoffer09] en/of
- ( zaak 5)
- in of omstreeks de periode van 27 november 2019 tot en met 28 november 2019
het afleveradres van een (post)pakket van Coolblue B.V . (met daarin een
telefoon (Apple Iphone 11 Pro)), dat geadresseerd was aan [slachtoffer10] .
en/of [slachtoffer11] te wijzigen naar een af leverlocatie/afhaalpunt en/of
- ( vervolgens) bij die af leverlocatie/dat afhaalpunt om afgifte te vragen van
dat (post)pakket van Coolblue B.V . en/of dat (post)pakket in ontvangst te
nemen, terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) niet de geadresseerde was/waren
en/of gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te
nemen namens die [slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11]
- ( zaak 6)
- in of omstreeks de periode van 28 november 2019 tot en met 29 november 2019
het af leveradres van een (post)pakket van Coolblue BV. (met daarin een Apple
Macbook Pro en/of een sleeve (merk: Thule Gauntiet) en/of een Docking
Station), dat geadresseerd was aan [slachtoffer12] te wijzigen naar een
af leverlocatie/afhaa].punt en/of
- op of omstreeks 29 november 2019 naar die af leverlocatie/dat afhaalpunt, te
weten Boekhandel van Ravenswaay, te bellen en/of zich, in strijd met de
waarheid, heeft voorgedaan als die [slachtoffer12] , en/of te zeggen dat zijn
(klein)zoon het post(pakket) komt ophalen/afhalen en/of
- ( vervolgens) bij die af leverlocatie/dat afhaalpunt om afgifte te vragen van
dat (post)pakket van Coolblue B.V . en/of zich aldaar, in strijd met de
waarheid, voor te doen als (klein)zoon van die [slachtoffer12] en/of dat (post)pakket
in ontvangst te nemen, terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) niet de
geadresseerde was/waren en/of gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde
pakket in ontvangst te nemen namens die [slachtoffer12] ;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november2019
tot en met 11 december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een hoeveelheid telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro) en/of een
hoeveelheid Macbooks (drie) (Apple Macbook Pro) en/of een sleeve (merk: Case
Logic) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje en/of een
Microsoft Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en/of een
Docking Station, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Coolblue B.V . en/of [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17]
en/of [slachtoffer18] en/of [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] en/of [slachtoffer09] en/of
[slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11] en/of [slachtoffer12] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren)
verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich hadden,
te weten door om afgifte van die goederen bij een PostNL
af leverlocatie/afhaalpunt te vragen en/of die goederen op/af te halen bij een
PostNL af leverlocatie/afhaalpunt, (telkens) wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
9.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11. december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro) en/of een hoeveelheid
Macbooks (drie) (Apple Macbook Pro) en/of een sleeve (merk: Case Logic) en/of
een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje en/of een Microsoft
Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Thule Gauntiet) en/of een Docking
Station, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Coolblue B.V .
en/of [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17] en/of 14. [slachtoffer18]
en/of [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] en/of [slachtoffer09] en/of [slachtoffer10] .
en/of [slachtoffer11] en/of [slachtoffer12] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) (telkens) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door
- met behulp van (een) track-and-trace code(s) de/het af leveradres(sen) van
een of meer (post)pakketten (met voornoemde elektronica) (afkomstig van
Coolblue B.V .) (geadresseerd aan die voornoemde [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of
[slachtoffer06] en/of [slachtoffer17] en/of 14. [slachtoffer18] en/of [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] en/of
3. [slachtoffer09] en/of [slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11] en/of [slachtoffer12] ), te
wijzigen en/of
- ( vervolgens) met behulp van track-and-trace die/dat (post)pakket(ten) op te
halen bij die af leverlocatie, terwijl hij en/of zijn medeverdachten niet de
geadresseerde was/waren en/of gerechtigd/gemachtigd was/waren de/het
voornoemde pakket(ten) in ontvangst te nemen namens de rechtmatige
eigena(a)r(en)/geadresseerde(n);
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11 december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een hoeveelheid telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro) en/of een 1j’
hoeveelheid Macbooks (drie) (Apple Macbook Pro) en/of een sleeve (merk: Case ..
Logic) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje en/of een
Microsoft Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en/of een
Docking Station, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Coolblue B.V . en/of [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17]
en/of [slachtoffer18] en/of [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] en/of [slachtoffer09] en/of
[slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11] en/of [slachtoffer12] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren)
verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich hadden,
te weten door om afgifte van die goederen bij een PostNL
af leverlocatie/afhaalpunt te vragen en/of die goederen op/af te halen bij een
PostNL af leverlocatie/afhaalpunt, (telkens) wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend;
10.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11 december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
voorwerpen, te weten een hoeveelheid telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro)
en/of een hoeveelheid Macbooks (drie) (Apple Macbook Pro) en/of een sleeve
(merk: Case Logic) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje
en/of een Microsoft Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Thule Gauntlet)
en/of een Docking Station, althans een of meer voorwerpen, (telkens)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk ,f
middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2019
tot en met 11 december 2019 te Zwijndrecht en/of Amsterdam en/of Rotterdam
en/of Bunnik en/of Breda en/of Waalwijk en/of Ridderkerk, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een hoeveelheid telefoons (zes) (Apple Iphone 11 Pro) en/of een
hoeveelheid Macbooks (drie) (Apple Macbook Pro) en/of een sleeve (merk: Case
Logic) en/of een adapter (merk: Satechi) en/of een telefoonhoesje en/of een
Microsoft Surface Pro 7 en/of een sleeve (merk: Thule Gauntlet) en/of een
Docking Station, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Coolblue B.V . en/of [slachtoffer04] en/of [slachtoffer05] en/of [slachtoffer06] en/of [slachtoffer17]
en/of [slachtoffer18] en/of [slachtoffer07] en/of [slachtoffer08] en/of [slachtoffer09] en/of
[slachtoffer10] . en/of [slachtoffer11] en/of [slachtoffer12] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren)
verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf onder zich hadden,
te weten door om afgifte van die goederen bij een PostNL
af leverlocatie/afhaalpunt te vragen en/of die goederen op/af te halen bij een
PostNL af leverlocatie/afhaalpunt, (telkens) wederrechtelijk zich heeft
toegedigend;
11.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019
tot en met 25 mei 2020 te Heerjansdam en/of Sliedrecht en/of ‘s-Gravendeel
en/of Barendrecht en/of Papendrecht en/of Dordrecht en/of Alblasserdam en/of
Zwijndrecht en/of Oosterhout en/of Rotterdam en/of Ridderkerk en/of
Spijkenisse en/of Strijen en/of Hendrik-Ido-mbacht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, AboutYou
en/of Ratepay Gmbh en/of PostNL en/of afhaalpunten van PostNL heeft bewogen
tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter
beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet
doen van een inschuld, te weten
de afgifte van een of meer goederen, te weten een of meer (post)pakketten van
AboutYou met een of meer kledingstukken en/of schoenen door met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( zaak 7) op een of meer tijdstippen een of meer bestellingen (op factuur)
te plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), althans de
identificerende gegevens en/of adresgegevens van een of meer derde(n) en/of
- ( zaak 8) op of omstreeks 17 oktober 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam01]
en/of
- ( zaak 9) op of omstreeks 9 november 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam02]
en/of
- ( zaak 10) op of omstreeks 20 november 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam03]
en/of [naam06] en/of
- zaak (11) op of omstreeks 26 oktober 2019 een
bestelling (op factuur) te plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse
naam, althans een andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s),
te weten [naam07] en/of -
- ( zaak 12) op of omstreeks 27 oktober 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam010]
en/of
- ( zaak 14) op of omstreeks 19 april 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam011]
en/of
- ( zaak 16) op of omstreeks 8 november 2019 een bestelling (op factuur) te
plaatsen via de webshop van AboutYou, waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) gebruik heeft/hebben gemaakt van een valse naam, althans een
andere naam dan die van verdachte en/of zijn mededader(s), te weten [naam04]
en/of
(zaak 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14 en 16)
- bij bovengenoemde bestellingen (telkens) een of meer adressen op te geven,
waarop verdachte en/of zijn mededader(s) niet woonachtig is/zijn en/of
- ( vervolgens) (telkens) het af leveradres van dat (post)pakket (met een of
meer kledingstukken en/of schoenen) (afkomstig van AboutYou) te
wij zigen/herrouteren en/of
- ( vervolgens) (telkens) zich te begeven naar die af leverlocatie/dat
afhaalpunt, alwaar een (post)pakket was afgeleverd/bezorgd en/of
- ( vervolgens) (telkens) bij die af leverlocatie/dat afhaalpunt om afgifte te
vragen van dat (post)pakket van AboutYou, dat geadresseerd was aan een ander
dan aan de verdachte en/of zijn mededader(s), en/of waarbij de verdachte en/of
zijn mededader(s) al dan niet (in enkele gevallen) de naam van de
geadresseerde heeft/hebben opgegeven, althans een andere naam dan die van de
verdachte en/of zijn mededader(s) zelf en/of
- ( telkens) dat (post)pakket in ontvangst te nemen, terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s) niet de geadresseerde was/waren en/of
gerechtigd/gemachtigd was/waren het voornoemde pakket in ontvangst te nemen
namens de geadresseerde;
12.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot
en met 25 mei 2020 te Heerjansdam en/of Sliedrecht en/of ‘s-Gravendeel en/of
Barendrecht en/of Papendrecht en/of Dordrecht en/of Alblasserdam en/of
Zwijndrecht en/of Oosterhout, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,(telkens)
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde
biometrische persoonsgegevens, te weten de na(a)m(en) en/of adresgegevens van
[naam01] en/of [naam02] en/of [naam06] en/of [naam07] en/of
[naam03] en/of [naam011] en/of [naam08] en/of [naam04] , althans een
of meer ander(en), heeft gebruikt met het oogmerk om zijn/hun identiteit te
verhelen of de identiteit van de ander(en) te verhelen of misbruiken,
waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, immers heeft/hebben hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) die na(a)m(en) en/of adresgegevens
gebruikt om bestelling(en) (op factuur) te plaatsen via de webshop van
AboutYou, waardoor de ander(en) een of meer aanmaningen en/of incassobrieven
heeft/hebben ontvangen voor de kledingstukken en/schoenen die verdachte en/of
zijn mededader(s) heeft/hebben besteld met behulp van de misbruikte
identificerende gegevens;
13.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 25 mei 2020 te
Zwijndrecht, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een Organisatie,
bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte04] en/of [medeverdachte09] en/of
[medeverdachte05] en/of [naam09] en/of [medeverdachte06] en/of [medeverdachte10] en/of
[medeverdachte07] en/of [medeverdachte08] , die tot oogmerk had het plegen van
misdrijven, te weten het (meermalen)
-plegen van oplichting van Coolblue B.V . en/of PostNL (artikel
326 Wetboek van Strafrecht)
-plegen van diefstal met een valse sleutel (artikel 310/311 Wetboek van
Strafrecht)
-witwassen (Artikel 420bis/quater Wetboek van Strafrecht)
-plegen van oplichting van AboutYou en/of RatePay Gmbh en/of PostNL (artikel
326 Wetboek van Strafrecht)
-misbruiken van identificerende persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 231b
Wetboek van Strafrecht (artikel 231b Wetboek van Strafrecht).