ECLI:NL:RBROT:2023:1954
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarigen door de kinderrechter
Op 17 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, die bezorgd was over de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L.A. Middelkoop, was aanwezig bij de zitting, terwijl de vader niet verscheen. Tijdens de zitting werd de moeder bijgestaan door een tolk in de Poolse taal, aangezien zij de Nederlandse taal niet voldoende machtig was.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen van de Raad voornamelijk betrekking hadden op het gedrag en de gezondheid van [voornaam minderjarige02], die in het verleden ondergewicht had, en de mogelijke epilepsie van [voornaam minderjarige01]. De moeder heeft echter aangetoond dat zij actie heeft ondernomen om de zorgen weg te nemen, waaronder medische hulp voor [voornaam minderjarige02] en het aanvragen van psychologische ondersteuning. De kinderrechter oordeelde dat de moeder, met ondersteuning van het wijkteam, in staat is om de ontwikkelingsbedreigingen van de kinderen aan te pakken.
Gelet op de feiten en de ontwikkelingen in de zaak, concludeerde de kinderrechter dat niet was voldaan aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom werd het verzoek van de Raad tot ondertoezichtstelling afgewezen. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.