ECLI:NL:RBROT:2023:195
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de beëindiging van de WIA-uitkering van eiseres na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een voormalige bloementeler, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de beëindiging van haar WIA-uitkering. Eiseres had zich op 2 april 2019 arbeidsongeschikt gemeld en ontving een Ziektewet-uitkering. Na een herbeoordeling door een verzekeringsarts, werd haar een loongerelateerde WIA-uitkering toegekend. Echter, in een later besluit van 19 april 2022 werd vastgesteld dat eiseres vanaf 20 juni 2022 geen recht meer had op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de besluitvorming innerlijk tegenstrijdig was en dat er niet zorgvuldig onderzoek was verricht. De rechtbank heeft de zaak op 22 december 2022 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk en de gemachtigde van verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar de lichamelijke functionaliteiten van eiseres en dat er geen aanleiding was om aanvullende beperkingen vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat de herbeoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat de argumenten van eiseres niet voldoende onderbouwd waren om de conclusie van het UWV te weerleggen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat het bestreden besluit in stand bleef. Eiseres heeft geen recht meer op een WIA-uitkering, omdat zij niet meer dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De uitspraak is gedaan door mr. N. Boonstra, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.