ECLI:NL:RBROT:2023:1932

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
8 maart 2023
Zaaknummer
10.214859.22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel ter bescherming van de maatschappij en voorbereiding op terugkeer naar Polen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2023 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor de veroordeelde, die eerder op 30 november 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft de noodzaak van de voortzetting van de maatregel beoordeeld, waarbij de bescherming van de maatschappij en de voorbereiding van de veroordeelde op zijn terugkeer naar Polen centraal stonden. De veroordeelde, die gedetineerd is in een inrichting voor stelselmatige daders, heeft te maken met ernstige alcoholproblemen en een verhoogd recidivegevaar. Tijdens de zitting zijn zowel de officier van justitie als de verdediging gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de verdediging om beëindiging vroeg, stellende dat de veroordeelde voldoende mogelijkheden heeft voor hulp in Polen. De rechtbank oordeelde echter dat de ISD-maatregel noodzakelijk blijft, gezien het risico dat de veroordeelde zonder begeleiding op straat terechtkomt en opnieuw in de problemen komt. De rechtbank gelastte daarom de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, zoals eerder opgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.214859.22
Datum uitspraak: 16 februari 2023
Tegenspraak
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen de veroordeelde:
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01] ,
zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. A.M.V. Bandhoe, advocaat te Zoetermeer.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 30 november 2022 is aan de veroordeelde opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van zes maanden. In dat vonnis is beslist tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel en bepaald dat het openbaar ministerie de rechtbank daarover binnen een termijn van drie maanden dient te berichten.

2..Procesverloop

De zaak is door de rechtbank behandeld op de openbare terechtzitting van 16 februari 2023. De officier van justitie mr. X. van Balen en, de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, zijn gehoord. Tevens zijn als deskundigen gehoord, [naam01] , senior casemanager ISD, (via videoverbinding) en [naam02] , plaatsvervangend hoofd Detentie en Re-integratie, beiden verbonden aan de inrichting waar de veroordeelde verblijft.
De rechtbank heeft gezien:
  • het vonnis van de rechtbank van 30 november 2022, waarbij de maatregel is opgelegd;
  • de rapportage ten behoeve van een toetsing ISD-maatregel van 8 februari 2023, opgemaakt door [naam01] , voornoemd, en [naam03] , plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de [detentieadres01] ;
  • een notitie omtrent de uitvoering van de ISD-maatregel in [detentieadres01] van 7 februari 2023, opgemaakt door [naam02] , voornoemd;
  • het uittreksel justitiële documentatie betreffende de veroordeelde d.d. 30 januari 2023.

3..Standpunten

Advies van de inrichting
Uit voornoemde rapportage van 8 februari 2023 blijkt dat de ISD-maatregel is ingegaan op 21 december 2022. De veroordeelde is binnen de inrichting geplaatst op een afdeling voor vreemdelingen in de strafrechtketen. Hij maakt hier een goede eerste indruk en toont zich gemotiveerd om aan zijn (alcohol)verslaving en psychische problematiek te werken. Inmiddels zijn binnen de inrichting de eerste stappen gezet om de veroordeelde te ondersteunen bij de opbouw van een meer bestendig leven na afloop van de ISD-maatregel. De veroordeelde is gestart met beeldende therapie en in het kader van de Cultureel Forensische Zorg worden voorbereidingen getroffen voor de opstelling van een perspectiefplan. Daarnaast is er contact gelegd met de Poolse organisatie BARKA om bij terugkeer naar Polen verdere begeleiding te realiseren, zoals ambulante behandeling en hulp bij het vinden van huisvesting. Vanwege de beperkte looptijd van de opgelegde maatregel en omdat de veroordeelde nog relatief kort in de inrichting verblijft, onthoudt de P.I. zich in het rapport van een advies over verdere voortzetting van de maatregel.
Ter terechtzitting verklaart de deskundige De Ruiter in aanvulling op het rapport dat de veroordeelde binnen de inrichting momenteel bezig is om uit te zoeken welke forensische zorg voor hem zinvol is bij de aanpak van zijn problemen. Er is meer tijd nodig om effect te kunnen zien van de therapieën en behandelingen waarmee hij recent is gestart. De resterende duur van de maatregel is kort, maar gelet op de voorgeschiedenis van de veroordeelde lijkt het van belang om het maximale uit zijn behandeltraject te halen. Wat betreft de organisatie BARKA heeft de veroordeelde een intakegesprek gehad. De deskundige heeft gevraagd om een terugkoppeling van de uitkomst daarvan, maar heeft deze tot nog toe niet gekregen.
De deskundige [naam02] verklaart op de terechtzitting dat hij het standpunt van zijn collega De Ruiter deelt dat er voor de terugkeer van de veroordeelde naar Polen optimaal gebruik moet worden gemaakt van de resterende tijd van de maatregel. Als de ISD-maatregel nu beëindigd zou worden, is er geen verdere hulpverlening meer vanuit de P.I. of andere instantie. De veroordeelde komt er dan alleen voor te staan. Dat is niet wenselijk en de kans op terugval in overmatig alcoholgebruik is in dat geval erg groot, wat naar verwachting vervolgens zal leiden tot nieuwe strafbare feiten.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel ter bescherming van de maatschappij en voorkoming van recidive. De officier van justitie heeft gewezen op het hoge recidiverisico.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft beëindiging van de maatregel verzocht. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat voortzetting van de maatregel geen doel meer dient. Destijds is de ISD-maatregel contra legem opgelegd voor de ongebruikelijke duur van zes maanden, met als doel om de veroordeelde op korte termijn te laten terugkeren naar Polen. De veroordeelde zou allang in Polen moeten zijn, maar hierop bestaat na bijna drie maanden nog steeds geen zicht. Passende hulp wordt de veroordeelde niet geboden binnen de instelling. De veroordeelde geeft zelf aan dat hij een beroep kan doen op BARKA en dat hij op vrijwillige basis voldoende mogelijkheden heeft voor hulp en begeleiding bij terugkomst in Polen. Hij is ongewenst in Nederland en is strafbaar als hij hier zou blijven. De ISD-maatregel dient daarom te worden opgeheven, waarna de veroordeelde eventueel via de vreemdelingenbewaring op korte termijn daadwerkelijk kan worden uitgezet naar Polen.

4..Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat het noodzakelijk is om de ISD-maatregel voort te zetten. De veroordeelde is er gedurende zijn verblijf in Nederland niet in geslaagd om zijn leven duurzaam op orde te krijgen. De veroordeelde kampte met ernstige alcoholproblemen, hetgeen resulteerde in het veelvuldig plegen van delicten. Ook waren er problemen op het gebied van huisvesting, werk, inkomen en psychosociaal functioneren. Hoewel de veroordeelde zelf van mening is dat hij inmiddels zelfstandig in staat is om zijn problemen op te lossen, ziet de rechtbank nog steeds een verhoogd risico dat de veroordeelde, die niet legaal in Nederland kan verblijven, zonder enige hulp of begeleiding op straat terechtkomt wanneer de ISD-maatregel op dit moment zou worden beëindigd. Het recidivegevaar is onverminderd groot. Voortzetting van de maatregel is nodig ter bescherming van de maatschappij en om de veroordeelde voor te bereiden op zijn terugkeer naar Polen. Er zijn geen gronden om tot tussentijdse beëindiging van de maatregel over te gaan.

5..Beslissing

De rechtbank:
gelast de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, zoals opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 30 november 2022.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en R.J.P. Ferwerda, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.J.H. Mooren, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2023.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.