In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2023 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor de veroordeelde, die eerder op 30 november 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft de noodzaak van de voortzetting van de maatregel beoordeeld, waarbij de bescherming van de maatschappij en de voorbereiding van de veroordeelde op zijn terugkeer naar Polen centraal stonden. De veroordeelde, die gedetineerd is in een inrichting voor stelselmatige daders, heeft te maken met ernstige alcoholproblemen en een verhoogd recidivegevaar. Tijdens de zitting zijn zowel de officier van justitie als de verdediging gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de verdediging om beëindiging vroeg, stellende dat de veroordeelde voldoende mogelijkheden heeft voor hulp in Polen. De rechtbank oordeelde echter dat de ISD-maatregel noodzakelijk blijft, gezien het risico dat de veroordeelde zonder begeleiding op straat terechtkomt en opnieuw in de problemen komt. De rechtbank gelastte daarom de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, zoals eerder opgelegd.