ECLI:NL:RBROT:2023:193

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
ROT 22/6015
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake adreswijziging in basisregistratie personen voor bewoners van een sleepboot

In deze zaak hebben verzoekers, bewoners van een sleepboot, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend nadat hun aangifte van adreswijziging in de basisregistratie personen (brp) door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft op 11 januari 2023 uitspraak gedaan. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de sleepboot niet geregistreerd staat in de basisregistratie adressen en gebouwen (bag), waardoor verzoekers niet op het door hen gewenste adres konden worden ingeschreven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekers op 9 oktober 2021 aangifte van adreswijziging hebben gedaan, maar dat deze aangifte niet kon worden gehonoreerd omdat de sleepboot geen officieel adres heeft. Verzoekers hebben aangevoerd dat zij in een gevaarlijke situatie terechtkomen als zij niet worden ingeschreven in de brp, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was dat een voorlopige voorziening rechtvaardigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om inschrijving in de brp afgewezen en geconcludeerd dat het bestreden besluit in beroep in stand zal blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/6015

uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 januari 2023 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [plaats] , verzoekers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,

gemachtigden: mr. P.A.M. Badal en mr. S.B.H. Fijneman.

Procesverloop

Bij besluit van 14 januari 2022 (primair besluit 1) heeft verweerder een aangifte van adreswijziging in de basisregistratie personen (hierna: brp) van verzoekers naar het adres [adres] in Rotterdam buiten behandeling gesteld.
Bij besluit van 14 juni 2022 (primair besluit 2) heeft verweerder primair besluit 1 ingetrokken en de aangifte van adreswijziging van verzoekers geweigerd.
Bij besluit van (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekers tegen primair besluit 1 niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar van verzoekers tegen primair besluit 2 ongegrond verklaard.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 januari 2023 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, in aanwezigheid van [persoon] , penningmeester van de (hierna: Stichting [naam stichting] ). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Verzoekers hebben op 9 oktober 2021 aangifte van adreswijziging gedaan, omdat zij zijn verhuisd van Schiedam naar Rotterdam. Verzoekers wonen op een sleepboot die tegenover het adres [naam stichting] in de [naam locatie] ligt. De Stichting [naam stichting] is eigenaar van de sleepboot en verhuurt deze aan verzoekers.
2. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat verzoekers niet op het adres [adres] in Rotterdam wonen, maar op de nabij dat adres gelegen sleepboot. Omdat deze sleepboot niet staat geregistreerd in de basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: bag) en daarom geen adres heeft, kunnen verzoekers niet worden ingeschreven in de brp op het door hen gewenste adres.
3.1.
Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bezien of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld.
3.2.
Verzoekers hebben toegelicht dat zij nog staan ingeschreven in de brp op hun oude adres in de gemeente Schiedam. Die gemeente wil die inschrijving zo snel mogelijk beëindigen, nu de nieuwe bewoners op dat adres daarvan last ondervinden. Door uitschrijving uit de brp dreigen verzoekers in een gevaarlijke situatie terecht te komen, waarin zij onvindbaar zijn voor de overheid en hulpdiensten en waarbij de opbouw van AOW-rechten stopt en geen aanspraak meer kan worden gemaakt op sociale voorzieningen. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter een spoedeisend belang aanwezig.
4. De voorzieningenrechter ziet ervan af om zelf op het beroep te beslissen omdat verzoekers ter zitting te kennen hebben gegeven nog nadere stukken in beroep te willen overleggen. De voorzieningenrechter zal daarom alleen op het verzoek beslissen. Dit oordeel heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in het bodemgeding niet.
5. Verzoekers hebben verzocht om een voorziening in de vorm van inschrijving in de brp. Zij hebben daartoe aangevoerd dat verweerder de sleepboot in de bag moet registreren, zodat ze op de [adres] of een van de andere beschikbare huisnummers aan de [naam locatie] in Rotterdam ingeschreven kunnen worden.
6.1.
Op grond van artikel 1.1, aanhef en onder o, van de Wet brp wordt in die wet en de daarop berustende bepalingen onder woonadres verstaan: het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten.
Op grond van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wet bag wordt in die wet en de daarop berustende bepalingen onder adres verstaan: door het bevoegde gemeentelijke orgaan aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats.
6.2.
Verzoekers hebben aangifte van adreswijziging gedaan naar het adres [adres] in Rotterdam. Vaststaat dat verzoekers niet op dat adres wonen. Dit betekent dat verzoekers niet kunnen worden ingeschreven op dat adres, zodat verweerder de aangifte van adreswijziging naar dat adres terecht heeft geweigerd. Verder is de sleepboot niet ingeschreven in de bag zodat er geen adres aan is toegekend. Ook om die reden is inschrijving van verzoekers in de brp als wonend op de sleepboot niet mogelijk (vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3499, overweging 5).
6.3.
De stelling van verzoekers (en Stichting [naam stichting] ) dat verweerder de sleepboot ten onrechte niet in de bag heeft ingeschreven omdat de sleepboot wel een vaste ligplaats heeft op grond van een ligplaatsovereenkomst die tot stand zou zijn gekomen, gaat de kaders van deze procedure te buiten. In deze procedure staat de weigering van de aangifte tot adreswijziging in de brp centraal en niet de weigering van een verzoek tot inschrijving van de sleepboot in de bag. Wel kan uit het dossier voldoende worden opgemaakt dat verzoekers verweerder op grond van artikel 38 van de Wet bag verzoeken de sleepboot in de bag te registreren, zodat verweerder op dat verzoek een beslissing dient te nemen.
7. Op grond van al het voorgaande verwacht de voorzieningenrechter dat het bestreden besluit in beroep in stand zal blijven. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet daarom worden afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Rop, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.W.J. Flikweert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2023.
De griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.