ECLI:NL:RBROT:2023:1907

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
10/223498-22 en 10/040287-22 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van oplichting en diefstal door middel van babbeltrucs en vernieling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken met parketnummers 10/223498-22 en 10/040287-22. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van oplichting en diefstal door middel van zogenoemde babbeltrucs, alsook voor de vernieling van een ruit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen kwetsbare ouderen heeft opgelicht door zich voor te doen als medewerkers van banken of pakketbezorgers. De slachtoffers zijn door middel van listige kunstgrepen en valse hoedanigheden bewogen tot het afgeven van hun bankpassen en pincodes. De verdachte heeft met de gestolen bankpassen grote geldbedragen opgenomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een gedragsinterventie. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die rechtstreeks schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/223498-22 en 10/040287-22 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 28 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1995,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] ,
raadsman mr. J.N. Hoek, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 december 2022 en 16 februari 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen, waarbij de dagvaarding met parketnummer 10-223498-22 op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/040287-22 (diefstal);
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 14 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/223498-22 en het onder 1 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/040287-22 (oplichting en diefstal -meermaals- en vernielingen);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, dagbestedingsverplichting, ambulante begeleiding en verblijf in een instelling voor begeleid wonen.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/040287-22 (kort gezegd: diefstal van een kapsalon) niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 tot en met 11 en het onder 13 en 14 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/223498-22 is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Vrijspraak inzake feit 12 (diefstal)
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 12 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/233498-22, te weten diefstal van een bedrag van € 800,00. Aangeefster [aangeefster01] heeft verklaard dat zij niet haar eigen pinpas heeft teruggekregen maar de pinpas van een ander. Bovendien is er geld van haar rekening afgeschreven. Vervolgens is de bankpas van aangeefster [aangeefster01] in Amsterdam bij één van de andere slachtoffers ( [slachtoffer01] ) achtergelaten toen de verdachte de bankpas van dit andere slachtoffer meenam. Aangeefster heeft het weliswaar over een blanke man, maar gelet op de overeenkomsten tussen beide zaken ten aan zien van de gehele gang van zaken, de modus operandi en wat op 2 maart 2022 tegen [aangeefster01] respectievelijk [slachtoffer01] is gezegd om hun bankpas en pincode te verkrijgen – kan dit feit wettig en overtuigend bewezen worden.
4.3.2.
Beoordeling door de rechtbank
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal. Het enkele feit dat de verdachte de pinpas van aangeefster [aangeefster01] bij slachtoffer [slachtoffer01] heeft achtergelaten nadat hij zich daar aan oplichting heeft schuldig heeft gemaakt, is onvoldoende om wettig en overtuigend te bewijzen dat het de verdachte is geweest die de geldbedragen van de rekening van aangeefster [aangeefster01] heeft opgenomen en zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van deze geldbedragen.
4.3.3.
Conclusie
Het onder 12 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/223498-22 is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Bewijswaardering
4.4.1.
Beoordeling door de rechtbank
Aan de verdachte is onder feit 1 in de zaak met parketnummer 10/040287-22 ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling van een ruit. Ter terechtzitting heeft de verdachte zich op het standpunt gesteld dat sprake was van ‘actie-reactie’ omdat de aangever hem op zijn handen sloeg; hij heeft vervolgens een kruk door de ruit gegooid. De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde vernieling wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Dat de aangever de verdachte op de handen zou hebben geslagen volgt niet uit het dossier, maar rechtvaardigt overigens een dergelijke reactie van de verdachte niet.
4.4.2.
Conclusie van de rechtbank ter zake van feiten 1 tot en met 11, 13 en 14 (10-223498-22) en feit 1 (10-040287-22)
Op grond van de bewijsmiddelen en de verklaring van de verdachte staat vast dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot oplichting, aan zes oplichtingen en zes diefstallen, waarbij hij door middel van zogenoemde babbeltrucs pinpassen afhandig heeft gemaakt. Hij heeft vervolgens met die pinpassen geldbedragen opgenomen. Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de vernieling van een ruit.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
In de zaak met parketnummer 10/223498-22:
1
hij op 2 september 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer02] (geboren [geboortedatum02] 1945) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en bijbehorende pincode,
- die [slachtoffer02] telefonisch heeft benaderd en zich heeft voorgedaan als medewerker van de Rabobank en
- die [slachtoffer02] voor te houden dat iemand 1.000 euro, althans een geldbedrag van de bankrekening van die [slachtoffer02] zou willen halen, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en
- die [slachtoffer02] de pincode van haar bankpas heeft gevraagd en
- die [slachtoffer02] heeft verteld dat een medewerker naar de woning van die [slachtoffer02] zou komen om te helpen met het voorkomen van de overboeking/transactie en
- zich naar de woning van die [slachtoffer02] heeft begeven en heeft aangebeld en
- die [slachtoffer02] heeft verteld die medewerker de woning binnen te laten en aan die medewerker de bankpas mee te geven en
- aan die [slachtoffer02] heeft gevraagd de woning te mogen betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 1 september 2022 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer03] (geboren [geboortedatum03] 1946) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten bankpassen en bijbehorende pincodes, door
- die [slachtoffer03] telefonisch te benaderen of zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en
- die [slachtoffer03] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer03] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en
- die [slachtoffer03] haar pincodes af te laten geven en
- die [slachtoffer03] een bandje in te laten spreken en
- die [slachtoffer03] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en
- die [slachtoffer03] haar adres te vragen en
- aan die [slachtoffer03] aan te geven dat zij de bankpassen in een envelop aan die collega medewerker moest meegeven en
- de woning van die [slachtoffer03] te bezoeken en aan te bellen en
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank en te vragen de woning te mogen betreden en
- de ING-app van die [slachtoffer03] op de telefoon te benaderen en te laten ontgrendelen en
-vervolgens een/of meer activiteiten te verrichten en
- de pasjes van die [slachtoffer03] mee te nemen;
3
hij op meer tijdstippen op 1 september 2022 te 's-Gravenhage en Rotterdam, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen (in totaal ongeveer 981,70 euro), die geheel aan [slachtoffer03] , toebehoorden (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutel
s, door onbevoegd gebruik te maken van pinpas
senen
van bijbehorende pincode
s;
4
hij op 31 augustus 2022 te Leiden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer04] (geboren [geboortedatum04] 1944) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en mobiele telefoon in bijbehorende telefoonhoes met een of meer passen (onder meer kentekenbewijs en zorgpas), door
- die [slachtoffer04] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en
- die [slachtoffer04] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer04] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en
- die [slachtoffer04] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en
- de woning van die [slachtoffer04] te bezoeken of zich voor te doen als een medewerker van ING-bank en
- een telefoonnummer (zogenaamd van de ING-bank) aan die [slachtoffer04] te geven en aan te geven dat dat nummer gebeld dient te worden om de limiet van de bankrekening te verhogen en
- die [slachtoffer04] dat telefoongesprek te laten voeren en de limiet te verhogen naar vierduizend euro en
- aan die [slachtoffer04] de bankpas en mobiele telefoon te vragen en te vertellen dat er een virus in de mobiele telefoon uitgehaald zou worden en
- aan die [slachtoffer04] zijn pincode af te laten geven en
- de bankpas en de mobiele telefoon in bijbehorende telefoonhoes met een of meer passen (onder meer kentekenbewijs en/of zorgpas) mee te nemen;
5
hij op 31 augustus 2022 te Leiden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, (telkens) geldbedragen (in totaal ongeveer 7.000,- euro), die geheel aan [slachtoffer05] , s toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode;
6
hij op 8 maart 2022 te Huizen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer06] (geboren [geboortedatum05] 1940) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, en het teniet doen van een in schuld te weten een betaling van 99 eurocent en bankpas, door
- die [slachtoffer06] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als een medewerker van PostNL en
- die [slachtoffer06] te vertellen/voor te houden dat er een pakketje voor haar was en dat het pakketje tegen betaling van 99 eurocent kan worden bezorgd en
- zich vervolgens met een envelop naar de woning van die [slachtoffer06] te begeven en
- de bankpas van die [slachtoffer06] tegen een meegenomen betaalautomaat aan te houden en die [slachtoffer06] (vervolgens) de pincode in te laten toetsen/tikken voor de betaling van 99 eurocent en
- (vervolgens) een (andere) betaalpas (op naam van [slachtoffer01] ) aan d
ie [slachtoffer06] te geven;
7
hij op meer tijdstippen op 8 maart 2022 te Huizen en Bussum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen (in totaal 1.100,- euro), die geheel aan [slachtoffer06] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode;
8
hij op 2 maart 2022 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum06] 1942) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, en het teniet doen van een inschuld, te weten een betaling van 99 eurocent en bankpas, door
- die [slachtoffer01] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als een medewerker van PostNL en
- die [slachtoffer01] te vertellen/voor te houden dat er een pakketje of brief lag en dat het pakketje/de brief tegen betaling van 99 eurocent kan worden bezorgd en
- zich vervolgens met een envelop naar de woning van die [slachtoffer01] te begeven en
- de bankpas van die [slachtoffer01] te vragen en/of te ontvangen en
- die [slachtoffer01] de pincode in een meegenomen betaalautomaat te laten toetsen/tikken voor de betaling van 99 eurocent en
- (vervolgens) een andere betaalpas/bankpas op naam van een ander aan die [slachtoffer01] te geven;
9
hij op 2 maart 2022 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen (in totaal 1.150,- euro), die geheel aan [slachtoffer01] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode;
10
hij op 25 augustus 2022 te Krimpen aan den IJssel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer07] (geboren [geboortedatum07] 1952) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas en bijbehorende E-reader (van de bank) en/of mobiele telefoon, door
- die [slachtoffer07] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als een medewerker
van de Rabobank en
- die [slachtoffer07] te vertellen/voor te houden dat een onderzoek gaande was en
- die [slachtoffer07] haar pincode af te laten geven en te vertellen dat ze een nieuwe bankpas met pincode gaat krijgen en
- die [slachtoffer07] te vertellen dat ze de bankpas en E-reader in een envelop moet stoppen en aan te geven dat een collega medewerker die envelop komt ophalen en een code van die medewerker te geven en aan te geven dat ze ook de mobiele telefoon in een envelop aan die medewerker moet meegeven en
- de woning van die [slachtoffer07] te bezoeken en aan te bellen en
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank en een code op te noemen en
- twee enveloppen met onder meer de bankpas en mobiele telefoon van die [slachtoffer07] mee te nemen;
11
hij op 25 augustus 2022 te Krimpen aan den IJssel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen (in totaal ongeveer 1.200,- euro), die geheel aan [slachtoffer07] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/van een bijbehorende pincode;
13
hij op 30 augustus 2022 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer08] (geboren [geboortedatum08] 1937) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankpas, door
- die [slachtoffer08] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en
- die [slachtoffer08] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer08] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie/fraude zou gaan plaatsvinden en aangeven dat zij, [slachtoffer08] , een nieuwe bankpas nodig heeft en
- die [slachtoffer08] haar pincode af te laten geven en in te laten spreken en
- die [slachtoffer08] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en een code zou noemen en
- aan die [slachtoffer08] aan te geven dat zij de bankpas in een envelop aan die collega medewerker moest meegeven en
- de woning van die [slachtoffer08] te bezoeken en aan te bellen en
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank ende (afgegeven) code te noemen en
- de bankpas van die [slachtoffer08] in een dichtgeplakt envelop mee te nemen;
14
hij op 30 augustus 2022 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen (in totaal ongeveer 1.950,- euro), die geheel aan [slachtoffer08] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode.
In de zaak met parketnummer 10/040287-22:hij op 16 februari 2022 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die geheel of ten dele aan [slachtoffer09] en/of [slachtoffer10] , toebehoorde heeft vernield
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
In de zaak met parketnummer 10/223498-22:
Medeplegen van poging tot oplichting;
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
Medeplegen van oplichting;
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
Medeplegen van oplichting;
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
Medeplegen van oplichting;
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
Medeplegen van oplichting;
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
13.
Medeplegen van oplichting;
13.
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
In de zaak met parketnummer 10/040287-22:
1.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer een half jaar samen met anderen kwetsbare ouderen opgelicht door middel van zogenoemde babbeltrucs. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich hierbij voorgedaan als medewerkers van de bank of als pakketbezorger. Zij hebben misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij bij de slachtoffers hebben gewonnen door middel van een eerder gepleegd telefoontje door een mededader naar de slachtoffers. Met een geraffineerd en listig verhaal zijn de slachtoffers bewogen tot het afgeven van hun bankpas, de bijbehorende pincode, al dan niet in combinatie met hun mobiele telefoon. De bankpassen zijn door de verdachte meegenomen waarbij hij in enkele gevallen de bankpas van een andere persoon aan een slachtoffer heeft teruggegeven. Direct na de babbeltruc heeft de verdachte met de meegenomen bankpas grote geldbedragen opgenomen.
De verdachte en zijn mededaders hebben bij het plegen van deze feiten doelbewust kwetsbare ouderen, bijna allemaal tegen de 80 jaar of ouder, als slachtoffer uitgekozen. Deze kwetsbare personen zijn doorgaans in toenemende mate van de zorg van anderen afhankelijk en zijn dus genoodzaakt op anderen te vertrouwen. De verdachte en zijn mededaders hebben deze kwetsbare ouderen op lafhartige wijze als een makkelijke prooi gezien, van wie zij zonder veel risico en met eenvoudige middelen geld afhandig konden maken. De verdachte heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers maar heeft slechts zijn eigen geldelijk gewin voorop gesteld. Door zijn handelen heeft de verdachte bovendien het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens ernstig geschaad. De rechtbank rekent de verdachte verder aan dat hij de slachtoffers bij hen thuis heeft opgelicht. Het gevoel van veiligheid dat eenieder in en rond het eigen huis zou moeten kunnen hebben, is daardoor eveneens ernstig geschaad. Voorts is de verdachte pas gestopt met dit strafbare handelen door ingrijpen van de politie.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd op 29 november 2022. Dit rapport houdt – kort gezegd – het volgende in.
Er zijn aanwijzingen dat de verdachte vaker door negatieve beïnvloeding van anderen in de problemen is gekomen. Dat lijkt thans ook het geval te zijn. Overeenkomstig de verklaring van de verdachte lijkt het een te eenvoudige weergave van het gebeurde om te zeggen dat negatieve beïnvloeding de directe aanleiding tot de delicten is geweest. De verdachte koos hier naar eigen zeggen zelf voor, verdiende er geld mee en het gaf hem ook een gevoel van sensatie wat het extra lastig met hem maakte om met de delictpleging te stoppen. Na detentie zal zijn persoonlijke situatie niet veel anders zijn. Hij keert terug naar hetzelfde negatieve sociale netwerk, ontvangt hetzelfde weekgeld dat hij van de bewindvoerder krijgt en mogelijk zal hij op zoek gaan naar een nieuwe bron van sensatie.
Hij heeft geen zicht op zinvolle dagbesteding na detentie. Vóór detentie kreeg de verdachte begeleiding door ASVZ. De begeleider had niet heel goed contact met de verdachte. Hij kwam geregeld afspraken niet na en wilde niet meewerken aan onbetaalde dagbesteding. De verdachte lijkt niet open te staan voor begeleid wonen.
De reclassering acht het van belang dat de verdachte nieuwe vaardigheden aanleert om ‘nee’ te kunnen zeggen en zijn doelen in het oog te houden. Hiertoe wordt een gedragsinterventie als bijzondere voorwaarde geadviseerd. Ook adviseert de reclassering om de verdachte, naast een reclasseringstoezicht, te verplichten tot het hebben van een door de reclassering goedgekeurde dagbesteding en om mee te werken aan ambulante begeleiding. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog-gemiddeld.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten en om een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, eventueel in combinatie met een taakstraf of een lange voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Hiervoor ziet de rechtbank gelet op de aard en de ernst van de strafbare feiten en het grote aantal ervan geen aanleiding.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Daarbij is ook de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarde van verblijf in een instelling voor begeleid wonen door de rechtbank overgenomen, mits zulks na detentie noodzakelijk blijkt. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

Benadeelde partij [slachtoffer04]
De heer [slachtoffer04] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 10/223498-22. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 7.000,00 aan materiële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie geeft gerekwireerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering. Bij het narekenen van de bankafschriften komt er een opgenomen bedrag van € 6.500,00 uit. De ING-bank heeft een bedrag van € 2.300,00 vergoed. Daarom kan de vordering hoofdelijk voor alleen de niet-vergoede schade van € 4.200,00 worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te worden verklaard.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering onvoldoende duidelijk is. De benadeelde partij heeft aangegeven dat er € 7.000,00 is gepind, maar als de bedragen die op de bankafschriften staan bij elkaar worden opgeteld komt dit neer op een bedrag van € 6.500,00. Bovendien is er een bedrag van € 2.300,00 gecompenseerd door de ING-bank. In de vordering wordt aangeven dat het om twee processen-verbaal gaat, maar in het proces-verbaal van 31 augustus 2022 is opgenomen dat het bedrag volledig door de ING-bank is gecompenseerd. De benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering.
Beoordeling van de vordering van de heer [slachtoffer04] door de rechtbank
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer04] door de onder 4 en 5 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De rechtbank is van oordeel dat uit de onderbouwing van de vordering blijkt dat er in totaal € 6.500,00 is opgenomen van de rekening van deze benadeelde partij. Er is reeds een bedrag van € 2.300,00 door de ING-bank vergoed. De vordering zal derhalve voor een bedrag van € 4.200,00 worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het resterende deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte de strafbare feiten samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf de pleegdatum, zijnde 31 augustus 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt – omdat niet is gebleken van voor vergoeding in aanmerking komend kosten, tot op heden begroot op nihil – en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Kort en goed: De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van
€ 4.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
Benadeelde partij [slachtoffer07]
Mevrouw [slachtoffer07] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van de onder 10 en 11 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 218,50 aan materiële schade en een vergoeding van € 490,00 aan immateriële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot gedeeltelijke hoofdelijke toewijzing van de vordering. De gevorderde schade ten aanzien van de cadeaubon kan niet als rechtstreeks geleden schade worden beschouwd. Ten aanzien van de kosten van de telefoon en de gevorderde immateriële schade is dat wel het geval. Deze posten kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen rechtstreeks causaal verband is tussen de gevorderde cadeaubon en de strafbare feiten. Voorts is de gevorderde immateriële schadevergoeding te hoog. Dat er sprake is van aantasting van de persoon in het geval van een babbeltruc wordt niet altijd verondersteld (ECLI:NL:RBNNE:2021:2236). In de toelichting wordt wel gesteld dat er sprake is van een aantasting van de persoon, maar de psychische gevolgen zijn verder niet onderbouwd. In de bijgevoegde brief van de huisarts staat alleen dat de benadeelde partij bij de huisarts is geweest vanwege somberheids-klachten. Er wordt geen link gelegd met de gevolgde therapie. De benadeelde partij dient daarom in haar vordering voor wat betreft de gevorderde immateriële schade en de cadeaubon niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Beoordeling van de vordering van mevrouw [slachtoffer07] door de rechtbank
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 10 en 11 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding voldoende feitelijk is onderbouwd en de verdediging dat deel van de vordering niet betwist, zal de vordering voor wat betreft de kosten van de mobiele telefoon worden toegewezen. De rechtbank is verder van oordeel dat er onvoldoende causaal verband is tussen de bewezen verklaarde feiten en de gevorderde kosten van de cadeaubon. De benadeelde partij zal voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Uit de onderbouwing van de vordering, met name uit de brief van de huisarts, leidt de rechtbank af dat de benadeelde partij last heeft van somberheidsklachten als gevolg van het handelen van de verdachte. De rechtbank neemt daarbij aan dat de schade is ontstaan door het handelen van de verdachte gelet op de aard van de normschending, te weten het door bedrog binnendringen in de privéruimte van een zeer kwetsbaar slachtoffer en het onder die omstandigheden oplichten van het slachtoffer en haar grote geldbedragen afhandig maken. Daarmee is voldaan aan de eisen zoals gesteld door de Hoge Raad en is in dit geval sprake van aantasting in de persoon “op andere wijze” als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b BW. Het bedrag dat voor immateriële schade wordt gevorderd komt de rechtbank billijk en zal worden toegewezen.
Nu de verdachte de strafbare feiten samen met een mededader of meer mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf de pleegdatum, zijnde 25 augustus 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt – omdat niet is gebleken van voor vergoeding in aanmerking komend kosten tot op heden begroot op nihil – en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Kort en goed: de verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van
€ 683,50, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 47, 57, 311, 326 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/040287-22 en het onder 12 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/223498-22 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 tot en met 11 en de onder 13 en 14 ten laste gelegde feiten in de zaak met parketnummer 10/223498-22 en het onder 1 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/040287-22, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering van het Leger des Heils te Rotterdam, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
2. de veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie CoVa+ of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
3. de veroordeelde dient over een door de reclassering goedgekeurde (betaalde of onbetaalde) dagbesteding te beschikken voor tenminste vier dagdelen per week;
4. de veroordeelde laat zich begeleiden door ASVZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering;
5. de veroordeelde verblijft, indien nodig, binnen een nader te bepalen instelling voor begeleid wonen, zodra de reclassering een plaatsing heeft weten te realiseren. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[slachtoffer04] , te betalen een bedrag van
€ 4.200,00 (zegge: vierduizend tweehonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering en
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer04] te betalen
€ 4.200,00 (zegge: vierduizend tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.200,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
52 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer07] , te betalen een bedrag van
€ 683,50 (zegge: zeshonderddrieëntachtig euro en vijftig cent),bestaande uit € 193,50 aan materiële schade en € 490,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering en bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer07] te betalen
€ 683,50 (zegge: zeshonderddrieëntachtig euro en vijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 683,50 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
13 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Leeden, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en P.E. van Althuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.H. Frerichs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
In de zaak met parketnummer 10/223498-22:
1
hij op of omstreeks 2 september 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer02] (geboren [geboortedatum02] 1945) te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bankpas en/of bijbehorende pincode,
- die [slachtoffer02] telefonisch heeft benaderd en/of zich heeft voorgedaan als medewerker van de Rabobank en/of
- die [slachtoffer02] voor te houden dat iemand 1.000 euro, althans een geldbedrag van de bankrekening van die [slachtoffer02] zou willen halen, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en/of
- die [slachtoffer02] de pincode van haar bankpas heeft gevraagd en/of
- die [slachtoffer02] heeft verteld dat een medewerker naar de woning van die [slachtoffer02] zou komen om te helpen met het voorkomen van de overboeking/transactie en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer02] heeft begeven en/of heeft aangebeld en/of
- die [slachtoffer02] heeft verteld die medewerker de woning binnen te laten en/of aan die medewerker de bankpas mee te geven en/of
- aan die [slachtoffer02] heeft gevraagd de woning te mogen betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;)
2
hij op of omstreeks 1 september 2022 te 's-Gravenhage, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer03] (geboren [geboortedatum03] 1946) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bankpas en/of bijbehorende pincode, door
- die [slachtoffer03] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en/of
- die [slachtoffer03] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer03] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en/of
- die [slachtoffer03] haar pincode af te laten geven en/of
- die [slachtoffer03] een bandje in te laten spreken en/of
- die [slachtoffer03] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en/of
- die [slachtoffer03] haar adres te vragen en/of
- aan die [slachtoffer03] aan te geven dat zij de bankpassen in een envelop aan die collega medewerker moest meegeven en/of
- de woning van die [slachtoffer03] te bezoeken en/of aan te bellen en/of
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank en/of te vragen de woning te mogen betreden en/of
- de ING-app van die [slachtoffer03] op de telefoon te benaderen en te laten ontgrendelen en/of (vervolgens) een/of meer activiteiten te verrichten en/of
- de pasjes van die [slachtoffer03] mee te nemen;
3
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 september 2022 te 's-Gravenhage en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, (telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 981,70 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer03] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of
van een bijbehorende pincode;
4
hij op of omstreeks 31 augustus 2022 te Leiden, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer04] (geboren [geboortedatum04] 1944) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bankpas en/of mobiele telefoon in bijbehorende telefoonhoes met een of meer passen (onder meer kentekenbewijs en/of zorgpas), door
- die [slachtoffer04] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en/of
- die [slachtoffer04] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer04] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie zou gaan plaatsvinden en/of
- die [slachtoffer04] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en/of
- de woning van die [slachtoffer04] te bezoeken en/of zich voor te doen als een medewerker van ING-bank en/of
- een telefoonnummer (zogenaamd van de ING-bank) aan die [slachtoffer04] te geven en/of aan te geven dat dat nummer gebeld dient te worden om de limiet van de bankrekening te verhogen en/of
- die [slachtoffer04] dat telefoongesprek te laten voeren en/of de limiet te verhogen naar vierduizend euro en/of
- aan die [slachtoffer04] de bankpas en/of mobiele telefoon te vragen en/of te vertellen dat er een virus in de mobiele telefoon uitgehaald zou worden en/of
- aan die [slachtoffer04] zijn pincode af te laten geven en/of
- de bankpas en/of de mobiele telefoon in bijbehorende telefoonhoes met een of meer passen (onder meer kentekenbewijs en/of zorgpas) mee te nemen;
5
hij op of omstreeks 31 augustus 2022 te Leiden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 7.000,- euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer05] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
6
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Huizen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer06] (geboren [geboortedatum05] 1940) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een betaling van 0,99 eurocent en/of bankpas, door
- die [slachtoffer06] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker van PostNL en/of
- die [slachtoffer06] te vertellen/voor te houden dat er een pakketje voor haar was en/of dat het pakketje tegen betaling van 0,99 eurocent kan worden bezorgd en/of
- zich vervolgens met een envelop naar de woning van die [slachtoffer06] te begeven en/of
- de bankpas van die [slachtoffer06] tegen een meegenomen betaalautomaat aan te houden en/of die [slachtoffer06] (vervolgens) de pincode in te laten toetsen/tikken voor de betaling van 0,99 eurocent en/of
- (vervolgens) een (andere) betaalpas (op naam van [slachtoffer01] ) aan de [slachtoffer06] te geven;
7
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 8 maart 2022 te Huizen en/of Bussum en/of Naarden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen (in totaal 1.100,- euro) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer06] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
8
hij op of omstreeks 2 maart 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum06] 1942) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een betaling van 0,99 eurocent en/of bankpas, door
- die [slachtoffer01] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker van PostNL en/of
- die [slachtoffer01] te vertellen/voor te houden dat er een pakketje of brief lag en/of dat het pakketje/de brief tegen betaling van 0,99 eurocent kan worden bezorgd en/of
- zich vervolgens met een envelop naar de woning van die [slachtoffer01] te begeven en/of
- de bankpas van die [slachtoffer01] te vragen en/of te ontvangen en/of
- die [slachtoffer01] de pincode in een meegenomen betaalautomaat te laten toetsen/tikken voor de betaling van 0,99 eurocent en/of
- (vervolgens) een andere betaalpas/bankpas op naam van een ander aan die [slachtoffer01] te geven;
9
hij op of omstreeks 2 maart 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen (in totaal 1.150,- euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
10
hij op of omstreeks 25 augustus 2022 te Krimpen aan den IJssel, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer07] (geboren [geboortedatum07] 1952) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bankpas en/of bijbehorende E-reader (van de bank) en/of mobiele telefoon, door - die [slachtoffer07] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker
van de Rabobank en/of
- die [slachtoffer07] te vertellen/voor te houden dat een onderzoek gaande was en/of
- die [slachtoffer07] haar pincode af te laten geven en/of te vertellen dat ze een nieuwe bankpas met pincode gaat krijgen en/of
- die [slachtoffer07] te vertellen dat ze de bankpas en E-reader in een envelop moet stoppen en/of aan te geven dat een collega medewerker die envelop komt ophalen en/of een code van die medewerker te geven en/of aan te geven dat ze ook de mobiele telefoon in een envelop aan die medewerker moet meegeven en/of
- de woning van die [slachtoffer07] te bezoeken en/of aan te bellen en/of
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank en/of een code op te noemen en/of
- twee enveloppen met onder meer de bankpas en/of mobiele telefoon van die [slachtoffer07] mee te nemen;
11
hij op of omstreeks 25 augustus 2022 te Krimpen aan den IJssel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een/of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 1.200,- euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer07] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
12
hij op of omstreeks 2/3 maart 2022 te Rotterdam en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 800,- euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer11] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
13
hij op of omstreeks 30 augustus 2022 te 's-Gravenhage, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer08] (geboren [geboortedatum08] 1937) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een bankpas, door
- die [slachtoffer08] telefonisch te benaderen en/of zich voor te doen als een medewerker van de ING-bank en/of
- die [slachtoffer08] te vertellen/voor te houden dat geprobeerd wordt geld van de rekening van die [slachtoffer08] af te schrijven, in elk geval dat een ongebruikelijke transactie/fraude zou gaan plaatsvinden en/of aan geven dat zij, [slachtoffer08] , een nieuwe bankpas nodig heeft en/of
- die [slachtoffer08] haar pincode af te laten geven en/of in te laten spreken en/of
- die [slachtoffer08] voor te houden dat een collega medewerker langs zou komen en/of een code zou noemen en/of
- aan die [slachtoffer08] aan te geven dat zij de bankpas in een envelop aan die collega medewerker moest meegeven en/of
- de woning van die [slachtoffer03] te bezoeken en/of aan te bellen en/of
- zich voor te stellen als een medewerker van de bank en/of de (afgegeven) code te noemen en/of
- de bankpas van die [slachtoffer08] in een dichtgeplakt envelop mee te nemen;
14
hij op of omstreeks 30 augustus 2022 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedragen (in totaal ongeveer 1.950,- euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer08] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode;
In de zaak met parketnummer 10/040287-22:
1
hij op of omstreeks 16 februari 2022 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer09] en/of [slachtoffer10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2
hij op of omstreeks 16 februari 2022 te Rotterdam, een kapsalon, in elk geval een gerecht, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer09] en/of [slachtoffer10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.