ECLI:NL:RBROT:2023:1885

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
C/10/652605 / JE RK 23-319 en C/10/651538 / JE RK 23-158
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling, machtiging tot uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curatoren voor minderjarige in jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01], geboren in 2008, en de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er sprake is van een belaste voorgeschiedenis. De ouders zijn niet in staat om de veiligheid van [naam kind01] te waarborgen, wat heeft geleid tot eerdere uithuisplaatsingen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 17 maart 2024, omdat de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond noodzakelijk is.

Daarnaast is er een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van zes maanden, tot 17 augustus 2023, in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft geoordeeld dat [naam kind01] niet bij zijn ouders kan wonen en dat een terugleiding naar Nederland noodzakelijk is. De GI moet ervoor zorgen dat [naam kind01] teruggeleid wordt naar Nederland en dat er een passend verblijf wordt geregeld.

Tevens zijn er twee bijzondere curatoren benoemd om de belangen van [naam kind01] te behartigen, gezien de belangenstrijd tussen de ouders en de minderjarige. De bijzondere curatoren moeten rapporteren over de ontwikkeling van [naam kind01] en de mogelijkheden voor zijn toekomst. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om binnen twee weken na de zitting in Portugal te rapporteren over de stand van zaken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/652605 / JE RK 23-319 en C/10/651538 / JE RK 23-158
datum uitspraak: 17 februari 2023
beschikking verlenging ondertoezichtstelling, machtiging tot uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curatoren
in de zaken van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
advocaat: mr. L.A. Middelkoop, kantoorhoudende te Rotterdam,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende te Achthuizen,
advocaat: mr. M. Verschoor, kantoorhoudende te Rozenburg,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Ten aanzien van zaaknummer C/10/652605 / JE RK 23-319:
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 9 februari 2023, ingekomen bij de griffie op 10 februari 2023;
- het eindverslag van Enver van 6 december 2022, ingekomen bij de griffie op 16 februari 2023;
Ten aanzien van zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158:
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 27 januari 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring d.d. 8 februari 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- de briefrapportage met bijlagen van de GI van 16 februari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 17 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind01], die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, via videoverbinding,
bijgestaan door zijn advocaat, voornoemd,
- de moeder,
- de vader,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04].
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de advocaat van de moeder, met bericht van verhindering.
De feiten
Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] woont bij de moeder. Hij verblijft op dit moment in een residentiële instelling voor jeugdzorg in Portugal.
Bij beschikking van 17 maart 2022 is [naam kind01] onder toezicht gesteld, met ingang van 17 maart 2022 tot 17 maart 2023.
Bij beschikking van 24 januari 2023 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend
om [naam kind01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor
jeugdhulp voor de duur van vier weken. De beslissing ten aanzien van het overig verzochte
is aangehouden.
Bij beschikking van 27 januari 2023 heeft de kinderrechter de verleende spoedmachtiging voor de duur van vier weken betreffende [naam kind01] in stand gehouden. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.

De (aangehouden) verzoeken

Verlenging ondertoezichtstelling
De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van een jaar. Dit verzoek is ingeschreven onder zaaknummer C/10/652605 / JE RK 23-319.
Machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing
De GI heeft verzocht om, aansluitend op de spoedmachtiging, een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van de ondertoezichtstelling. Er dient nu (wederom) nog te worden beslist op het gehele verzoek.
Bij de briefrapportage van 16 februari 2023 heeft de GI te kennen gegeven het aangehouden verzoek (primair) te handhaven.
De GI heeft bij diezelfde briefrapportage subsidiair verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een zorgaanbieder (naar de kinderrechter begrijpt: een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder) te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling. Ter zitting heeft de GI dit verzoek gewijzigd, in die zin dat wordt verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlenen voor de duur van zes maanden.
Dit verzoek is ingeschreven onder zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158.

Het standpunt van de GI

Verlenging ondertoezichtstelling, machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder
De GI handhaaft ter zitting de (aangehouden) verzoeken. De GI verwijst hierbij naar de verzoekschriften en licht dit als volgt toe. [naam kind01] is een minderjarige jongen met de Nederlandse nationaliteit, die op dit moment in Portugal verblijft. De GI komt niet goed in gesprek met [naam kind01]. Het is belangrijk dat [naam kind01] op een verantwoorde manier naar Nederland terugkomt en dat wordt bezien wat het beste is voor [naam kind01] en waar hij kan verblijven. De GI wil hiertoe samen samen met [naam kind01], zijn advocaat en de betrokken instanties in Portugal een plan maken. De GI heeft een verzoek ingediend bij de rechtbank in Portugal om als belanghebbende te worden aangemerkt in de daar lopende procedure, zodat de GI haar standpunt naar voren kan brengen. Vaststaat dat [naam kind01] op dit moment niet bij een van de ouders kan wonen.
Omdat de GI op dit moment niet de veiligheid van [naam kind01] kan inschatten en er nog zorgen zijn over de kans op onttrekking door [naam kind01], handhaaft de GI het aangehouden verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp. Indien dit aangehouden verzoek wordt afgewezen, dan verzoekt de GI subsidiair een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van [naam kind01] te verlenen voor de duur van zes maanden. Desgevraagd geeft de GI aan dat er op dit moment nog geen plek beschikbaar is voor [naam kind01].
Benoeming bijzondere curator
De GI verzoekt tevens ter zitting de benoeming van een bijzondere curator voor [naam kind01]. Het enige contact dat [naam kind01] op dit moment heeft, is het contact met zijn advocaat. Indien het aangehouden verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp wordt afgewezen, is het misschien in het belang van [naam kind01] dat zijn advocaat (opnieuw) als bijzondere curator wordt benoemd.

Het standpunt van [naam kind01]

Machtiging gesloten jeugdhulp
Door en namens [naam kind01] wordt verweer gevoerd tegen het aangehouden verzoek van de GI.
[naam kind01] is geschrokken van de machtiging gesloten jeugdhulp. Dit maakt dat hij meer met zijn hakken in het zand gaat. De advocaat van [naam kind01] handhaaft het eerder ingenomen standpunt ten aanzien van de doelmatigheid, proportionaliteit en subsidiariteit. Het is belangrijk dat de rechtbank in Portugal een beslissing neemt, zodat er vervolgens ruimte komt om te kijken naar oplossingen. [naam05] is inmiddels aangehouden. De advocaat van [naam kind01] heeft begrepen dat om uitlevering is verzocht van [naam05] naar Nederland. Er wordt verwacht dat [naam05] ook een periode in voorarrest in Nederland zal zitten, als hij hiernaartoe wordt uitgeleverd. Dit is relevant voor het gevaarscriterium. Wat betreft het feit dat [naam kind01] heeft gedreigd voor de trein te springen, wordt aangegeven dat hij dit uit emotie heeft gezegd en dat hij dat niet daadwerkelijk gaat doen. Al met al moet er stap voor stap worden toegewerkt naar een oplossing. Er moet duidelijkheid komen voor [naam kind01], zodat hij weet waar hij aan toe is.
Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder
Ten aanzien van het subsidiaire verzoek van de GI wordt namens [naam kind01] aangegeven dat een plaatsing op een open plek een alternatief zou kunnen zijn, als [naam kind01] niet in Portugal mag blijven en naar Nederland wordt teruggeleid. De advocaat van [naam kind01] is bereid het subsidiaire verzoek in de briefrapportage van de GI te lezen, maar vindt het lastig om daarin ook nog een verlengingsverzoek te lezen. De advocaat van [naam kind01] geeft ter zitting als optie een gezinshuis voor [naam kind01].
[naam kind01] vult daarop aan een plaatsing bij de opa en oma van moederszijde geen optie voor hem is. De oplossing ligt überhaupt niet in Nederland.
Benoeming bijzondere curator
Indien het aangehouden verzoek van de GI tot machtiging gesloten jeugdhulp wordt afgewezen, eindigt de rol van de advocaat van [naam kind01]. Zij is echter bereid om [naam kind01] korte tijd opnieuw te ondersteunen als bijzondere curator. De advocaat van [naam kind01] ziet een rol weggelegd als bijzondere curator in het contact tussen [naam kind01] en de GI en in het contact met de Portugese autoriteiten. Desgevraagd denkt de advocaat van [naam kind01] dat bijstand van een gedragswetenschapper als bijzondere curator van toegevoegde waarde kan zijn. Ter zitting draagt zij [naam06] hiervoor aan.
Het standpunt van de moeder
Verlenging ondertoezichtstelling
De moeder voert ter zitting geen verweer tegen het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling.
Machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder
De moeder geeft ter zitting aan moeite te hebben met de situatie. [naam kind01] is boos op de moeder, maar de moeder heeft altijd in het belang van [naam kind01] gehandeld. De moeder heeft het idee dat [naam kind01] niet beseft wat hij allemaal veroorzaakt heeft. Zij mist [naam kind01]. Desondanks is het geen optie dat [naam kind01] terugkeert naar huis zodra hij weer in Nederland is, dit in verband met de veiligheid van [naam kind01] en de angst dat [naam kind01] weer wegloopt. Ook is dit geen optie in verband gevolgen hiervan voor de broers van [naam kind01]. Een machtiging gesloten jeugdhulp ziet de moeder echter ook niet zitten. Een gesloten instelling is de laatste plek waar [naam kind01] heen moet. Ook een open instelling is echter geen optie wat betreft de moeder, omdat [naam kind01] dan weer kan weglopen. Al met al is er sprake van een impasse. De moeder stelt ter zitting dan ook voor om te bezien of [naam kind01] bij de opa en oma van moederszijde kan verblijven. Zij hebben aangegeven dat [naam kind01] bij hen terecht kan en [naam kind01] kan daar zijn eigen gang gaan. Vandaaruit kan worden bezien of [naam kind01] terug naar huis wil en kan daar wellicht langzaam naartoe worden gewerkt. Desgevraagd geeft de moeder aan dat [naam kind01] geen hechte band met de opa en oma heeft.
Benoeming bijzondere curator
De moeder voert ter zitting aan dat de uitlatingen van [naam05] bij de vorige benoeming van de bijzondere curator voor waar werden aangenomen. De ouders hebben er moeite mee dat een benoeming van een bijzondere curator wordt aangedragen door de advocaat van [naam kind01]. De ouders voelen zich niet gehoord.
Het standpunt van de vader
Verlenging ondertoezichtstelling
De vader verzet zich desgevraagd niet tegen het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling.
Machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing
De vader voert ter zitting aan dat de ouders denken dat [naam kind01] niet op zijn plek zit in Portugal. Hij krijgt op dit moment geen zorg. De vader wil dat [naam kind01] terugkomt naar Nederland en hem de zorg gegeven wordt die hij nodig heeft. Er kan dan ook makkelijker worden besproken hoe het verder moet. Inmiddels is er een extra optie voor verblijf van [naam kind01] in de vorm van een reguliere machtiging tot uithuisplaatsing. De vader weet niet wat de beste keuze is. Leidend moet zijn wat het beste is voor [naam kind01].
Benoeming bijzondere curator
De vader voert ter zitting verweer tegen de benoeming van de bijzondere curator die door de advocaat van [naam kind01] wordt voorgesteld. Hij betreurt het dat niet aan waarheidsvinding wordt gedaan. Er is sprake van een verkeerde probleemstelling en daarmee wordt een verkeerde oplossing verkregen.

De beoordeling

Ten aanzien van zaaknummer C/10/652605 / JE RK 23-319:
Verlenging ondertoezichtstelling:
De kinderrechter beoordeelt eerst het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind01] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Bij [naam kind01] is sprake van een belaste voorgeschiedenis. Er spelen al sinds zijn zevende levensjaar problemen. [naam kind01] is hoogbegaafd en hoogsensitief. Hij is op school uitgevallen vanwege een gebrek aan passend onderwijs. [naam kind01] ging daarom Spirare, waar hij zich prettig bleek te voelen. Bij Spirare is [naam kind01] in contact gekomen met [naam05]. [naam05] heeft niet alleen een nauwe band met [naam kind01] gekregen, maar ook met zijn ouders en broers. In de zomer van 2021 is [naam kind01] met [naam05] naakt aangetroffen in een hotel in Frankrijk, na een gezamenlijke vakantie daar. De moeder is toen met de broers van [naam kind01] eerder naar Nederland vertrokken. Ook waren er zorgmeldingen gedaan. Dit heeft bij de ouders veel stress opgeleverd.
Omdat de ouders niet in staat waren om de veiligheid van [naam kind01] (en zijn broers) voldoende te waarborgen en er sprake was van overbelasting van de moeder in de opvoeding, is [naam kind01] (met zijn broers) uit huis geplaatst geweest van december 2021 tot maart 2022. Bij terugplaatsing bij de moeder was er voor [naam kind01] een lange periode geen dagbesteding, waardoor er sprake was van spanningen in de thuissituatie. [naam kind01] heeft vanwege de incidenten die plaatsvonden vanaf 31 augustus 2022 tot 12 september 2022 in de crisisopvang verbleven. Er zijn zorgen over de draagkracht-/draaglastverhouding van de moeder. Dit blijkt uit het verslag van Enver. De hulp van SPAM van Enver is volgens de GI afgesloten, omdat deze onvoldoende effect had.
Uiteindelijk is [naam kind01] in januari 2023 gestart bij een nieuwe dagbesteding, Feniks. Deze dagbesteding leek goed te verlopen. Op 20 januari 2023 is [naam kind01] echter, na bij de dagbesteding te zijn afgezet, weggelopen en vermoedelijk met [naam05] naar Portugal vertrokken. Kort na zijn vertrek is in elk geval duidelijk geworden dat [naam kind01] met [naam05] in Portugal verbleef. [naam05] heeft [naam kind01] onttrokken aan het gezag van de ouders. Er lijkt sprake te zijn van een ongezonde en ongelijkwaardige relatie tussen [naam kind01] en [naam05]. Op 6 februari 2023 is [naam05] aangehouden. [naam kind01] verblijft op dit moment in een residentiële instelling voor jeugdzorg in Portugal. Er zijn voorlopige maatregelen getroffen door de Portugese rechter en op 10 maart 2023 vindt hierover een zitting plaats in Portugal.
Er is sprake van een zorgelijke situatie. [naam kind01] lijkt dit niet in te zien. [naam kind01] is niet bereid om terug te keren naar Nederland. Hij ziet zijn toekomst in Portugal en wil onder geen enkele voorwaarde terugkeren naar Nederland. Er bestaat onvoldoende zicht op de relatie tussen [naam kind01] en [naam05]. Onduidelijk is of er sprake is van grooming. [naam kind01] staat stil in zijn ontwikkeling en wil niet in gesprek met de GI en/of andere Nederlandse instanties. Een gesprek met [naam kind01] is van belang om zodoende een plan op te kunnen stellen voor zijn teruggeleiding naar Nederland en zijn verblijf hier. De ouders zijn vanwege de complexe situatie die is ontstaan niet in staat om de zorgen zelfstandig weg te nemen. De kinderrechter acht daarom voortzetting van de betrokkenheid van de GI van belang. Ter zitting wordt hiertegen ook geen verweer gevoerd. De kinderrechter zal het verzoek van de GI dan ook toewijzen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van een jaar, te weten tot 17 maart 2024.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158:
Machtiging gesloten jeugdhulp:
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hier geen sprake (meer) van.
Hoewel er nog steeds ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bestaan, acht de kinderrechter een gesloten plaatsing van [naam kind01] niet langer in zijn belang noodzakelijk. Er is sprake van gewijzigde omstandigheden. Zo is [naam05] inmiddels aangehouden en zit hij vast in Portugal. [naam kind01] is overgedragen aan de kinderbescherming in Portugal en verblijft op dit moment in een residentiële instelling voor jeugdzorg daar. Gelet hierop en nu er door de Portugese rechter voorlopige maatregelen zijn getroffen, waarover op 10 maart 2023 een zitting plaatsvindt, acht de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp op dit moment niet (meer) opportuun en proportioneel. Daarbij is de verwachting dat een machtiging gesloten jeugdhulp contraproductief werkt. De kinderrechter zal daarom het aangehouden verzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp afwijzen.
Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder:
Ten aanzien van het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder overweegt de kinderrechter dat de uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b. De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
[naam kind01] is zeer duidelijk in zijn wens. [naam kind01] wil in Portugal blijven. Daar ziet hij zijn toekomst. [naam kind01] wil niet terug naar Nederland en hij wil niet terug naar de ouders. De kinderrechter gaat er echter vanuit dat [naam kind01] naar Nederland teruggeleid zal worden. Vaststaat dat [naam kind01] bij terugkeer in Nederland niet bij een van de ouders kan wonen. De ouders hebben dat ter zitting ook erkend. Een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] is dan ook in zijn belang noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlenen voor de duur van zes maanden, te weten tot 17 augustus 2023.
De komende periode moet de GI bewerkstelligen dat [naam kind01] teruggeleid wordt naar Nederland en dat hij bij terugkeer in Nederland in een open instelling wordt geplaatst, niet zijnde een crisisopvang, nu dat gezien de zorgen over zijn ontwikkeling niet wenselijk wordt geacht. De advocaat van [naam kind01] heeft aangegeven aan een gezinshuis te denken. De kinderrechter verwacht van de GI dat onderzocht wordt of dat mogelijk is. Daarnaast is het van belang dat bezien wordt of een persoonlijkheidsonderzoek bij [naam kind01] moet worden afgenomen, om zodoende meer zicht te krijgen op zijn ontwikkeling en zijn behoeften. Ook moet worden gewerkt aan het herstel van het contact tussen [naam kind01] en de ouders (en zijn broers). Daarbij wordt gedacht aan een intensieve systemische aanpak. Vervolgens moet worden bezien wat het toekomstperspectief is voor [naam kind01], wonen bij een van de ouders of elders opgroeien. Verder is het van belang dat een dagbesteding voor [naam kind01] wordt geregeld. In dit verband geeft de kinderrechter de GI in overweging te bekijken of Spirare toch weer een optie zou kunnen zijn voor [naam kind01], nu hij het daar goed leek te doen en [naam05] daar niet meer werkzaam is.
Dit alles dient in nauw overleg en samenspraak met [naam kind01] en de ouders te gebeuren, omdat zij ter zitting naar voren hebben gebracht zich onvoldoende door de GI gehoord te voelen. De kinderrechter acht het van belang dat er een duidelijk plan van aanpak komt. In dit verband wordt de GI in overweging gegeven – al dan niet met advocaat van moeder erbij – met de ouders in gesprek te gaan over de rapportage van 19 januari 2023, nu de ouders aangeven dat daarin feitelijke onjuistheden staan – zij hebben daarop een uitgebreide reactie geschreven - en te bezien of deze rapportage dient te worden aangepast dan wel bijgesteld.
Tot slot wordt de kinderrechter na de zitting van 10 maart 2023 in Portugal door de GI graag binnen veertien dagen door middel van een briefrapportage (met afschrift daarvan aan de belanghebbenden) geïnformeerd over de laatste stand van zaken en over de datum waarop [naam kind01] naar verwachting naar Nederland teruggeleid zal worden.
Benoeming bijzondere curator:
Ingevolge artikel 1:250 BW kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
Naar het oordeel van de kinderrechter bestaat een dergelijke situatie. Gelet hierop ziet de kinderrechter aanleiding twee bijzondere curatoren te benoemen voor [naam kind01] tot 17 september 2023. Mr. L.A. Middelkoop heeft zich ter zitting bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. [naam06] heeft zich eveneens bereid de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. De bijzondere curatoren kunnen de belangen van [naam kind01] zowel in als buiten rechte behartigen en al het nodige doen wat in hun belang is. Meer in het bijzonder krijgen de bijzondere curatoren de opdracht om het volgende te bezien:
- Hoe gaat het met de ontwikkeling van [naam kind01]?
- Hoe ervaart [naam kind01] de huidige situatie?
- Wat heeft [naam kind01] nodig voor zijn verdere ontwikkeling? Is een persoonlijkheidsonderzoek noodzakelijk om hierover meer duidelijkheid te krijgen?
- Welke accommodatie van een jeugdhulpaanbieder is voor [naam kind01] passend?
- Welke dagbesteding is voor [naam kind01] passend?
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met de moeder?
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met de vader
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met zijn broers?
- Hoe kan het contact tussen [naam kind01] en de ouders en de broers worden hersteld en mogelijk op de langere termijn naar een terugplaatsing bij een van de ouders worden toegewerkt? Welke systemische aanpak is daarbij van belang?
Alle betrokkenen worden verzocht hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van alle door de bijzondere curatoren relevant geachte informatie. De kinderrechter laat het in het bijzonder aan de bijzondere curatoren over met wie zij zullen spreken. De bijzondere curatoren kunnen daartoe ook derden benaderen.
De bijzondere curatoren wordt gevraagd om de kinderrechter (met afschrift aan de GI en de belanghebbenden) uiterlijk op 1 augustus 2023 te rapporteren over hun bevindingen voor afloop van de benoeming of eerder, als de bijzondere curatoren daartoe aanleiding zien.

De beslissing

ten aanzien van zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158:
De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 17 maart 2024;
benoemt tot bijzondere curatoren teneinde [naam kind01] in en buiten rechte te vertegenwoordigen:
mr. L.A. Middelkoop, kantoorhoudende aan de [adres01] en
[naam06], kantoorhoudende aan de [adres02];
bepaalt dat de benoeming tot bijzondere curatoren geldt tot 17 september 2023;
verzoekt de bijzondere curatoren uiterlijk op 1 augustus 2023 de verzochte rapportage aan de kinderrechter te doen toekomen, met afschrift daarvan aan de belanghebbenden;
ten aanzien van zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, met ingang van 17 februari 2023 tot 17 augustus 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het anders of meer verzochte;
verzoekt de GI uiterlijk binnen twee weken na 10 maart 2023 de kinderrechter (met afschrift aan de bijzondere curatoren en de belanghebbenden) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 2 maart 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 2 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.