De beoordeling
Ten aanzien van zaaknummer C/10/652605 / JE RK 23-319:
Verlenging ondertoezichtstelling:
De kinderrechter beoordeelt eerst het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind01] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Bij [naam kind01] is sprake van een belaste voorgeschiedenis. Er spelen al sinds zijn zevende levensjaar problemen. [naam kind01] is hoogbegaafd en hoogsensitief. Hij is op school uitgevallen vanwege een gebrek aan passend onderwijs. [naam kind01] ging daarom Spirare, waar hij zich prettig bleek te voelen. Bij Spirare is [naam kind01] in contact gekomen met [naam05]. [naam05] heeft niet alleen een nauwe band met [naam kind01] gekregen, maar ook met zijn ouders en broers. In de zomer van 2021 is [naam kind01] met [naam05] naakt aangetroffen in een hotel in Frankrijk, na een gezamenlijke vakantie daar. De moeder is toen met de broers van [naam kind01] eerder naar Nederland vertrokken. Ook waren er zorgmeldingen gedaan. Dit heeft bij de ouders veel stress opgeleverd.
Omdat de ouders niet in staat waren om de veiligheid van [naam kind01] (en zijn broers) voldoende te waarborgen en er sprake was van overbelasting van de moeder in de opvoeding, is [naam kind01] (met zijn broers) uit huis geplaatst geweest van december 2021 tot maart 2022. Bij terugplaatsing bij de moeder was er voor [naam kind01] een lange periode geen dagbesteding, waardoor er sprake was van spanningen in de thuissituatie. [naam kind01] heeft vanwege de incidenten die plaatsvonden vanaf 31 augustus 2022 tot 12 september 2022 in de crisisopvang verbleven. Er zijn zorgen over de draagkracht-/draaglastverhouding van de moeder. Dit blijkt uit het verslag van Enver. De hulp van SPAM van Enver is volgens de GI afgesloten, omdat deze onvoldoende effect had.
Uiteindelijk is [naam kind01] in januari 2023 gestart bij een nieuwe dagbesteding, Feniks. Deze dagbesteding leek goed te verlopen. Op 20 januari 2023 is [naam kind01] echter, na bij de dagbesteding te zijn afgezet, weggelopen en vermoedelijk met [naam05] naar Portugal vertrokken. Kort na zijn vertrek is in elk geval duidelijk geworden dat [naam kind01] met [naam05] in Portugal verbleef. [naam05] heeft [naam kind01] onttrokken aan het gezag van de ouders. Er lijkt sprake te zijn van een ongezonde en ongelijkwaardige relatie tussen [naam kind01] en [naam05]. Op 6 februari 2023 is [naam05] aangehouden. [naam kind01] verblijft op dit moment in een residentiële instelling voor jeugdzorg in Portugal. Er zijn voorlopige maatregelen getroffen door de Portugese rechter en op 10 maart 2023 vindt hierover een zitting plaats in Portugal.
Er is sprake van een zorgelijke situatie. [naam kind01] lijkt dit niet in te zien. [naam kind01] is niet bereid om terug te keren naar Nederland. Hij ziet zijn toekomst in Portugal en wil onder geen enkele voorwaarde terugkeren naar Nederland. Er bestaat onvoldoende zicht op de relatie tussen [naam kind01] en [naam05]. Onduidelijk is of er sprake is van grooming. [naam kind01] staat stil in zijn ontwikkeling en wil niet in gesprek met de GI en/of andere Nederlandse instanties. Een gesprek met [naam kind01] is van belang om zodoende een plan op te kunnen stellen voor zijn teruggeleiding naar Nederland en zijn verblijf hier. De ouders zijn vanwege de complexe situatie die is ontstaan niet in staat om de zorgen zelfstandig weg te nemen. De kinderrechter acht daarom voortzetting van de betrokkenheid van de GI van belang. Ter zitting wordt hiertegen ook geen verweer gevoerd. De kinderrechter zal het verzoek van de GI dan ook toewijzen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van een jaar, te weten tot 17 maart 2024.
Ten aanzien van zaaknummer C/10/651538 / JE RK 23-158:
Machtiging gesloten jeugdhulp:
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hier geen sprake (meer) van.
Hoewel er nog steeds ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bestaan, acht de kinderrechter een gesloten plaatsing van [naam kind01] niet langer in zijn belang noodzakelijk. Er is sprake van gewijzigde omstandigheden. Zo is [naam05] inmiddels aangehouden en zit hij vast in Portugal. [naam kind01] is overgedragen aan de kinderbescherming in Portugal en verblijft op dit moment in een residentiële instelling voor jeugdzorg daar. Gelet hierop en nu er door de Portugese rechter voorlopige maatregelen zijn getroffen, waarover op 10 maart 2023 een zitting plaatsvindt, acht de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp op dit moment niet (meer) opportuun en proportioneel. Daarbij is de verwachting dat een machtiging gesloten jeugdhulp contraproductief werkt. De kinderrechter zal daarom het aangehouden verzoek van de GI tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp afwijzen.
Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder:
Ten aanzien van het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder overweegt de kinderrechter dat de uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b. De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
[naam kind01] is zeer duidelijk in zijn wens. [naam kind01] wil in Portugal blijven. Daar ziet hij zijn toekomst. [naam kind01] wil niet terug naar Nederland en hij wil niet terug naar de ouders. De kinderrechter gaat er echter vanuit dat [naam kind01] naar Nederland teruggeleid zal worden. Vaststaat dat [naam kind01] bij terugkeer in Nederland niet bij een van de ouders kan wonen. De ouders hebben dat ter zitting ook erkend. Een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] is dan ook in zijn belang noodzakelijk. De kinderrechter zal daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlenen voor de duur van zes maanden, te weten tot 17 augustus 2023.
De komende periode moet de GI bewerkstelligen dat [naam kind01] teruggeleid wordt naar Nederland en dat hij bij terugkeer in Nederland in een open instelling wordt geplaatst, niet zijnde een crisisopvang, nu dat gezien de zorgen over zijn ontwikkeling niet wenselijk wordt geacht. De advocaat van [naam kind01] heeft aangegeven aan een gezinshuis te denken. De kinderrechter verwacht van de GI dat onderzocht wordt of dat mogelijk is. Daarnaast is het van belang dat bezien wordt of een persoonlijkheidsonderzoek bij [naam kind01] moet worden afgenomen, om zodoende meer zicht te krijgen op zijn ontwikkeling en zijn behoeften. Ook moet worden gewerkt aan het herstel van het contact tussen [naam kind01] en de ouders (en zijn broers). Daarbij wordt gedacht aan een intensieve systemische aanpak. Vervolgens moet worden bezien wat het toekomstperspectief is voor [naam kind01], wonen bij een van de ouders of elders opgroeien. Verder is het van belang dat een dagbesteding voor [naam kind01] wordt geregeld. In dit verband geeft de kinderrechter de GI in overweging te bekijken of Spirare toch weer een optie zou kunnen zijn voor [naam kind01], nu hij het daar goed leek te doen en [naam05] daar niet meer werkzaam is.
Dit alles dient in nauw overleg en samenspraak met [naam kind01] en de ouders te gebeuren, omdat zij ter zitting naar voren hebben gebracht zich onvoldoende door de GI gehoord te voelen. De kinderrechter acht het van belang dat er een duidelijk plan van aanpak komt. In dit verband wordt de GI in overweging gegeven – al dan niet met advocaat van moeder erbij – met de ouders in gesprek te gaan over de rapportage van 19 januari 2023, nu de ouders aangeven dat daarin feitelijke onjuistheden staan – zij hebben daarop een uitgebreide reactie geschreven - en te bezien of deze rapportage dient te worden aangepast dan wel bijgesteld.
Tot slot wordt de kinderrechter na de zitting van 10 maart 2023 in Portugal door de GI graag binnen veertien dagen door middel van een briefrapportage (met afschrift daarvan aan de belanghebbenden) geïnformeerd over de laatste stand van zaken en over de datum waarop [naam kind01] naar verwachting naar Nederland teruggeleid zal worden.
Benoeming bijzondere curator:
Ingevolge artikel 1:250 BW kan de kinderrechter, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
Naar het oordeel van de kinderrechter bestaat een dergelijke situatie. Gelet hierop ziet de kinderrechter aanleiding twee bijzondere curatoren te benoemen voor [naam kind01] tot 17 september 2023. Mr. L.A. Middelkoop heeft zich ter zitting bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. [naam06] heeft zich eveneens bereid de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden. De bijzondere curatoren kunnen de belangen van [naam kind01] zowel in als buiten rechte behartigen en al het nodige doen wat in hun belang is. Meer in het bijzonder krijgen de bijzondere curatoren de opdracht om het volgende te bezien:
- Hoe gaat het met de ontwikkeling van [naam kind01]?
- Hoe ervaart [naam kind01] de huidige situatie?
- Wat heeft [naam kind01] nodig voor zijn verdere ontwikkeling? Is een persoonlijkheidsonderzoek noodzakelijk om hierover meer duidelijkheid te krijgen?
- Welke accommodatie van een jeugdhulpaanbieder is voor [naam kind01] passend?
- Welke dagbesteding is voor [naam kind01] passend?
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met de moeder?
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met de vader
- Hoe ervaart [naam kind01] de relatie met zijn broers?
- Hoe kan het contact tussen [naam kind01] en de ouders en de broers worden hersteld en mogelijk op de langere termijn naar een terugplaatsing bij een van de ouders worden toegewerkt? Welke systemische aanpak is daarbij van belang?
Alle betrokkenen worden verzocht hun medewerking te verlenen aan het verkrijgen van alle door de bijzondere curatoren relevant geachte informatie. De kinderrechter laat het in het bijzonder aan de bijzondere curatoren over met wie zij zullen spreken. De bijzondere curatoren kunnen daartoe ook derden benaderen.
De bijzondere curatoren wordt gevraagd om de kinderrechter (met afschrift aan de GI en de belanghebbenden) uiterlijk op 1 augustus 2023 te rapporteren over hun bevindingen voor afloop van de benoeming of eerder, als de bijzondere curatoren daartoe aanleiding zien.