ECLI:NL:RBROT:2023:1807

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
10/750181-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor deelname aan een organisatie met terroristisch oogmerk

Op 16 februari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van deelname aan een organisatie met terroristisch oogmerk. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. C.J. Kroon, had vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde en opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen, die onder andere betrekking hadden op het opzettelijk brand stichten, doodslag, moord en het voorhanden hebben van wapens met een terroristisch oogmerk. De rechtbank heeft tevens het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, dat eerder was geschorst. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, M.J. Grootendorst, en de jongste rechter was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen. De zaak betreft een verdachte die in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 in Syrië zou hebben deelgenomen aan een organisatie die de gewapende jihad voorstaat, met als doel het plegen van terroristische misdrijven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/750181-20
Datum uitspraak: 16 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres],
raadsvrouw mr. T.M.D. Buruma, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 februari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 6 oktober 2021 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.J. Kroon heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het ten laste gelegde;
  • opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

4..Waardering van het bewijs

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en D.F. Smulders, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 31 december 2017 in Syrië tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten Jabhat Al-Nusra en/of Jabhat Fathi al-Sham en/of Hay’at Tahrir Al-Sham en/of Ansar Al-Farqaan fi-Bilad al-Sham, en/of Ahrar A l-Sham, althans een organisatie die de gewapende Jihadstrijd voorstaat,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van terroristische misdrijven, als bedoeld in artikel 83 Wetboek van Strafrecht, te weten:
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie).
art 140a lid 1 Wetboek van Strafrecht