Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
aanmerkelijkonvoorzichtig heeft gereden. De aangevoerde omstandigheid dat het slachtoffer (een kind van 7 jaar) op dat moment ook op het trottoir reed, doet daar niets aan af. Een kind van die leeftijd mag zich op en nabij een speelterrein zo gedragen en anderen hebben daar rekening mee te houden. De verdachte heeft dat duidelijk niet gedaan.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
voorwaardelijkopleggen. Deze voorwaardelijke straf dient er, mede gelet op de documentatie van de verdachte, ook toe om bij de verdachte het belang van een verantwoorde rijstijl door te laten dringen en aldus te bereiken dat hij niet opnieuw een strafbaar feit zal begaan.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
40 (veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
20 (twintig) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
6 (zes) maanden;
2 (twee) jaar;