Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw G. van Steenbergen, werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna te noemen schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling, ingediend door verzoeker, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast van € 35.087,06. Verzoeker had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij voorstelde om 4,234% aan de preferente schuldeisers en 2,117% aan de concurrente schuldeisers te betalen. De schuldeiser, vertegenwoordigd door LAVG Gerechtsdeurwaarders, weigerde echter in te stemmen met deze regeling, wat leidde tot het verzoek aan de rechtbank om de schuldeiser te bevelen in te stemmen.
Tijdens de zitting op 13 februari 2023 was de schuldeiser niet verschenen, terwijl verzoeker en zijn schuldhulpverlening wel aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling niet het uiterste is wat verzoeker kan bieden, gezien zijn huidige situatie en de mogelijkheid om in de toekomst meer te verdienen. De rechtbank heeft overwogen dat de belangen van de weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van verzoeker en de overige schuldeisers, omdat de schuldeiser een aanzienlijk aandeel heeft in de totale schuldenlast.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Aukema, in aanwezigheid van griffier C. van der Velde, en is openbaar gemaakt op 20 februari 2023.