In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door verzoekster, die een schuldregeling had aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster had op 23 november 2022 een verzoek ingediend om een schuldeiser, Komkids Kinderopvang B.V., te bevelen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Komkids had echter geweigerd mee te werken aan deze regeling, wat leidde tot de rechtszaak. Tijdens de zitting op 4 januari 2023 was Komkids niet verschenen, maar had wel een verweerschrift ingediend. De rechtbank moest beoordelen of Komkids in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling.
De rechtbank overwoog dat het aanbod van verzoekster, dat gebaseerd was op een saneringskrediet en haar huidige inkomsten uit de Participatiewet, niet het maximaal haalbare was. Verzoekster was tijdelijk ontheven van de sollicitatieplicht, maar er was onvoldoende bewijs dat zij na deze periode niet in staat zou zijn om te werken. De rechtbank concludeerde dat de belangen van Komkids, die een vordering had van € 2.380,29, zwaarder wogen dan die van verzoekster en de overige schuldeisers. Daarom werd het verzoek om Komkids te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte uitspraak beslissen over het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.