Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde (poging tot doodslag);
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (zware mishandeling);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 9 november 2021.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 124 (honderdvierentwintig) dagen;
groot 30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;
€ 5.102,54(
zegge: vijfduizend honderdtwee euro en vierenvijftig eurocent), bestaande uit € 852,54 aan materiële schade en € 4.250,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 5.102,54(hoofdsom,
zegge: vijfduizend honderdtwee euro en vierenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;