ECLI:NL:RBROT:2023:1610
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling van aanvraag om overlijdensakte op basis van onvoldoende bewijs van erfgenaamschap
In deze zaak heeft eiser een aanvraag ingediend voor een kopie van de overlijdensakte van zijn ex-schoonmoeder, waarbij hij stelt dat hij recht heeft op deze akte omdat hij op het moment van overlijden geregistreerd partner was van de dochter van de overledene. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht, heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiser niet alle benodigde informatie heeft aangeleverd. De rechtbank heeft op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond is verklaard.
De rechtbank overweegt dat eiser op 23 februari 2022 een verzoek heeft ingediend om een afschrift van de overlijdensakte van [naam 1]. Verweerder heeft eiser in een brief van 7 april 2022 verzocht om aanvullende informatie te verstrekken, waaruit zou moeten blijken dat hij belanghebbende en erfgenaam is. Eiser heeft deze informatie echter niet binnen de gestelde termijn aangeleverd, waardoor verweerder de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld. De rechtbank benadrukt dat het buiten behandeling stellen van een aanvraag niet hetzelfde is als het afwijzen van de aanvraag.
Eiser heeft aangevoerd dat hij als geregistreerd partner van de dochter van [naam 1] recht heeft op de overlijdensakte, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. Volgens de wet moet eiser kunnen aantonen dat hij erfgenaam is, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid de aanvraag buiten behandeling heeft kunnen stellen, omdat eiser niet de benodigde bewijsstukken heeft overgelegd. De rechtbank heeft de relevante wetgeving en de procedurele aspecten van de aanvraag beoordeeld en komt tot de conclusie dat het bestreden besluit in stand blijft.