Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser01] ,
1.De procedure
2.De feiten
Een boete van € 20,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van artikel 1 (gebruik), 9 (tuin), 13.1 en 13.2 (melden schade), 14.1 (algemene ruimte), 14.3 sub a (huisdieren), 14.4 (overlast), 21.1 en 21.2 (waarborgsom) van de algemene bepalingen met een maximum van € 4.000,00 onverminderd zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en onverminderd verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding;
Een boete van € 35,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van artikel 4.1 en 4.2 (veranderingen en toevoegingen), 8 (antennes), 10 (zonwering), 14.2 en 14.3 sub b (reclame, ventilatie- en rookkanalen) van algemene bepalingen, met een maximum van € 7.000,00 onverminderd zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en onverminderd verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding;
Een boete van € 50,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van artikel 1.3 (wijzigingbestemming) van deze huurovereenkomst en van artikel 12 (toegang), 15.2 (gevaarlijke stoffen), 19 (tijdige en correcte wederoplevering) van de algemene bepalingen, met een maximum van € 10000,00 onverminderd zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en onverminderd verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding;
Een boete van € 1500,00 per overtreding, te vermeerderen met een aanvullende boete van € 75,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van artikel 2 ((tijdelijke)onderhuur) van de algemene bepalingen, met een maximum van € 15000,00 onverminderd (i) zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en (ii) verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding, en (iii) de verplichting tot afdracht van de winst die hij (naar schatting) heeft genoten door het handelen in strijd met dit verbod;
Een boete van € 5000,00 per overtreding, te vermeerderen met een aanvullende boete van € 100,00 voor iedere kalenderdag dat de overtreding voortduurt, bij overtreding van artikel 14.3 sub c (hennep en dergelijke) van de algemene bepalingen, met een maximum van € 25000,00 onverminderd (i) zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en (ii) verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding, en (iii) de verplichting tot afdracht van de winst die hij (naar schatting) heeft genoten door het handelen in strijd met dit verbod;
Voor iedere overtreding van een verplichting uit deze huurovereenkomst en bijbehorende algemene bepalingen, voor zover niet reeds hiervoor in artikel 11.1 genoemd, is huurder aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 10,00 per kalenderdag verschuldigd, met een maximum van € 2000,00 onverminderd zijn gehoudenheid om alsnog aan deze verplichting te voldoend en onverminderd verhuurders recht op (aanvullende) schadevergoeding. Indien verhuurder een professionele partij is, is dit artikel 11.2 niet van toepassing.
3.Het geschil
- de huurovereenkomst tussen [eiser01] c.s. en [gedaagde01] per direct, althans op een zo kort mogelijke termijn na het uitspreken van het vonnis, te ontbinden;
- [gedaagde01] te veroordelen om de woning per direct, althans op een zo kort mogelijke termijn na het uitspreken van het vonnis, te ontruimen en leeg en bezemschoon achter te laten, onder afgeving van de sleutels van de woning aan [eiser01] c.s., onder vrij en algehele terbeschikkingstelling van de woning aan [eiser01] c.s.;
- [eiser01] c.s. te machtigen om de woning te laten ontruimen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, op kosten van [gedaagde01] , indien [gedaagde01] de woning niet volgens het vonnis ontruimt;
- [gedaagde01] te veroordelen om aan [eiser01] c.s. de achterstallige huur van € 2.600,- vermeerderd met de wettelijke rente per omgaande, te betalen;
- [gedaagde01] te veroordelen om aan [eiser01] c.s. een boetebedrag van € 19.000,- te betalen vanwege het niet afsluiten van contracten met nutsleveranciers, het onderverhuren van de woning en het belemmeren van het onderhoud aan de woning;
- [gedaagde01] te veroordelen om de kosten van gas, water en elektra gedurende de looptijd van de huurovereenkomst aan [eiser01] c.s. te betalen, indien en voor zover deze kosten bij [eiser01] c.s. in rekening zullen worden gebracht door de nutsleveranciers;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten en de rente daarover.
- niet aansluiten nutsvoorzieningen: € 2.000,- (€ 10,- per dag sinds oktober 2021, met een maximum van € 2.000,-);
- verboden onderhuur: € 15.000,- (€ 1.500,- per overtreding en € 75,- per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 15.000,-);
- belemmeren onderhoud: € 2.000,- (€ 10,- per kalenderdag vanaf oktober 2021).
4.De beoordeling
- gelet op het karakter van een kort geding procedure kan een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst, zoals door [eiser01] c.s. is gevorderd, los van bovenstaand oordeel nooit worden toegewezen. De uitkomst van deze vordering heeft een definitief karakter en daarvoor is in kort geding (voorlopig oordeel) geen plaats;
- de gevorderde machtiging om een eventuele ontruiming, bij niet meewerken van de huurder, met behulp van de sterke arm te laten uitvoeren is op grond van de wet niet nodig. Zonder rechterlijke tussenkomst kan de hulp van de sterke arm namelijk worden ingeroepen, waarbij de kosten op grond van het Besluit tarieven ambtshandelingen voor rekening van de huurder komen.