ECLI:NL:RBROT:2023:1453
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over schutting en privacy-inbreuk door camera's
In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren in Nieuw-Beijerland, hebben eisers een vordering ingesteld tegen gedaagde wegens de plaatsing van een schutting en beveiligingscamera's. Eisers stellen dat de schutting te ver in het pad is geplaatst, waardoor inbreuk wordt gemaakt op hun eigendomsrecht en de erfdienstbaarheid van voet- en overpad. De rechtbank oordeelt dat de vordering tot verwijdering van de schutting toewijsbaar is, omdat de schutting de breedte van het pad aanzienlijk heeft verminderd, wat in strijd is met de notariële akte van 21 oktober 1968. De rechtbank wijst de vordering tot herstel van het pad af, omdat eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de schade aan het pad door gedaagde is veroorzaakt.
Daarnaast vorderen eisers de verwijdering van de camera's die gedaagde heeft geplaatst, omdat deze inbreuk maken op hun privacy. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig inbreuk maakt op de privacy van eisers door de camera's, die ook geluid opnemen, en beveelt gedaagde om deze camera's te verwijderen. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van eisers, die zijn vastgesteld op € 1.637,43. De rechtbank verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.