In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) een rechtszaak aangespannen tegen Verhoef EMC B.V. over het recht op jaarlijkse tredeverhoging volgens de cao Metaal & Techniek Technisch Installatiebedrijf. De procedure begon met een dagvaarding op 28 juni 2022, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder antwoorden en aanvullende bijlagen van beide partijen. De kern van het geschil draait om de vraag of Verhoef, als werkgever, gehouden is om haar werknemers jaarlijks een tredeverhoging toe te kennen, zoals vastgelegd in de cao. FNV stelt dat werknemers recht hebben op deze verhogingen, terwijl Verhoef aanvoert dat zij een eigen loonsysteem hanteert dat voldoet aan de cao-bepalingen.
De kantonrechter heeft de cao-bepalingen uitvoerig geanalyseerd en geconcludeerd dat Verhoef, door gebruik te maken van een eigen loonsysteem, niet verplicht is om de jaarlijkse tredeverhogingen te verstrekken. De rechter benadrukt dat de cao niet vereist dat een werkgever jaarlijks een tredeverhoging moet toekennen, mits het loon dat wordt betaald minimaal overeenkomt met de cao-normen. De rechter heeft de vorderingen van FNV afgewezen en FNV veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 932,50. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Verhoef de proceskosten kan eisen, zelfs als er hoger beroep wordt aangetekend.
De uitspraak is gedaan door kantonrechter J.W. Langeler op 3 februari 2023, en de relevante cao-bepalingen zijn in de uitspraak opgenomen ter ondersteuning van de beslissing.