ECLI:NL:RBROT:2023:1313

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
10/278832-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een zaak van woningoverval met geweld

In de zaak tegen de verdachte, geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01], heeft de rechtbank Rotterdam op 20 februari 2023 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor medeplichtigheid aan een woningoverval die plaatsvond op 28 oktober 2022. De officier van justitie eiste vrijspraak van het primair ten laste gelegde en een jeugddetentie voor het subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de betrokkenheid van de verdachte niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De verdachte was op de avond van de overval aanwezig, maar heeft geen actieve rol gespeeld in het plegen van het delict. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte in de woning is geweest of dat hij op de uitkijk stond. De verklaringen van getuigen en de verdachte zelf ondersteunen deze conclusie. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat de verdachte is vrijgesproken. De kosten van de verdediging worden op nihil begroot.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/278832-22
Datum uitspraak: 20 februari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzittingen van 30 januari 2023 en 6 februari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.J.A. de Bruijn heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 177 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zijn medewerking verleent aan het reeds ingezette Elektronische-Monitoringtraject, zijn medewerking verleent aan ambulante behandeling en zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten en slachtoffers en een locatieverbod voor de woning van de slachtoffers met een straal van 100 meter;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en daarbij te bepalen dat de verdachte voor die vorderingen hoofdelijk aansprakelijk is.

4..Beoordeling feit

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte betrokken is geweest bij de ten laste gelegde woningoverval. De betrokkenheid van de verdachte levert het subsidiair ten laste gelegde op: de medeplichtigheid aan de woningoverval. Zij baseert dit onder meer op de verklaring van de verdachte bij de politie op 29 oktober 2022, de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte01] over het op de uitkijk staan, de verklaring van de getuige [getuige01] en de aanhouding van de verdachte op heterdaad.
Op grond van de verklaringen in het dossier is de officier van justitie van mening dat niet kan worden bewezen dat de verdachte in de woning is geweest. Bij de politie heeft de verdachte wel verklaard dat hij wist wat de bedoeling was die nacht en hoe de buit zou worden verdeeld. Vervolgens is de verdachte achter op de scooter meegegaan naar de woning van de aangevers. Daar heeft de verdachte op de uitkijk gestaan in de brandgang. De verdachte was de hele tijd in de nabijheid van de woning en is niet weggegaan toen de politie kwam. Daarmee is de verdachte behulpzaam geweest bij het plegen van de woningoverval.
4.1.2.
Beoordeling
Vast staat dat op 28 oktober 2022 in de vroege ochtend omstreeks 05:00 uur is ingebroken in de woning van de aangevers. Een van de daders heeft een keukenraam aan de voorkant van de woning ingetikt en twee daders zijn door het raam naar binnen gegaan. In de woning is geweld gebruikt tegen de bewoners. Zowel de vrouw als de man heeft verwondingen opgelopen. De woning is overhoop gehaald en er zijn goederen, waaronder sieraden, elektronica en geld, meegenomen door de verdachten. De politie is snel ter plaatse gekomen en heeft drie verdachten op heterdaad bij de woning aangehouden.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de verdachte schuldig is aan het medeplegen van, de medeplichtigheid aan of het voorbereiden van deze woningoverval. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
Allereerst is de rechtbank van oordeel dat de verdachte geen aandeel heeft gehad in het maken van het plan om de woningoverval te plegen. De verdachte en de medeverdachte [medeverdachte01] verklaren beiden dat [medeverdachte01] en medeverdachte [medeverdachte02] samen met een andere jongen het plan op een pleintje in de buurt hebben gemaakt. Anderen hebben een moker, een tas en een scooter geregeld. De verdachte heeft verklaard dat hij op dat pleintje wel iets heeft gehoord over een mevrouw met goud, maar uit niets blijkt dat hij zelf actief betrokken is geweest bij de bespreking van het plan.
Ten tweede is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat op basis van de inhoud van het dossier en het onderzoek op de terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte in de woning van de aangevers is geweest.
De rechtbank constateert dat de verdachte in de brandgang naast het huis is aangehouden door de politie. Ter terechtzitting en bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij niet naar binnen is geweest en dat hij tijdens de overval in de brandgang heen en weer heeft gelopen. Deze verklaring wordt bevestigd door getuige [getuige01] , die verklaart dat hij na het horen van glasgerinkel drie mannen voor de woning zag staan, van wie er twee naar binnen gingen en een in de brandgang stond. Deze man droeg een zwarte ‘hoody’ en had een slank postuur. De getuige heeft gekeken tot de politie kwam. De rechtbank stelt vast dat de politie de verdachte in de brandgang heeft aangehouden, dat de verdachte een zwarte ‘hoody’ droeg en een uitgesproken slank postuur had en dat de twee medeverdachten zeker geen slank postuur hadden. Bovendien blijkt uit forensisch sporenonderzoek dat het schoenzoolprofiel van de verdachte niet overeenkomt met de profielen van de schoenafdruksporen die in de woning zijn aangetroffen. Bij de twee medeverdachten die eveneens op heterdaad zijn aangehouden, zijn gestolen spullen uit de woning gevonden; bij de verdachte niet.
De verklaring van aangeefster dat zij twee witte jongens de woning heeft zien binnenkomen via het raam (terwijl de medeverdachten niet allebei wit zijn), is mede gelet op het voorgaande onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Daarbij past de beschrijving die aangeefster geeft van de twee witte jongens wat kleding en postuur betreft, niet bij de verdachte.
Ten derde constateert de rechtbank dat de verdachte die nacht wel aanwezig is geweest, maar geen actieve rol heeft gehad bij de woningoverval. Hij heeft vanaf het moment dat het plan werd gemaakt tot aan het moment van de aanhouding geen actieve handelingen verricht. Hij heeft niet geholpen met spullen verzamelen voor de overval, was niet de bestuurder maar de bijrijder van de scooter en had de moker niet vast. Hoewel op zich vreemd is dat de verdachte de handschoenen die hij droeg meteen weggooide toen de politie kwam, blijkt uit geen bewijsmiddel dat deze handschoenen in verband zijn te brengen met het ten laste gelegde feit.
Er is geen bewijs voorhanden waaruit volgt dat de verdachte uitkeek naar derden die het slagen van de overval in gevaar zouden brengen (op de uitkijk staan) of dat hierover iets was afgesproken. Dergelijke feiten volgen dus ook niet uit de verklaring van getuige [getuige01] , ook al kwalificeert deze getuige wat hij waarnam wel als op de uitkijk staan. De getuige verklaart dat hij
denktdat de jongen in de brandgang op de uitkijk staat, maar maakt niet duidelijk waarom hij dat denkt, terwijl wat hij waarneemt die conclusie niet zondermeer rechtvaardigt. De bedoeling was bovendien juist dat de verdachte mee naar binnen zou gaan om de bewoners in bedwang te houden, maar hij heeft op het moment dat het raam werd ingeslagen ‘nee’ gezegd tegen de medeverdachten en is in de brandgang gebleven. Ook heeft hij de medeverdachten niet gewaarschuwd op het moment dat hij de getuige [getuige01] uit het raam zag kijken en ook niet toen hij de sirenes van de politie hoorde, hetgeen de rechtbank in de overtuiging sterkt dat hij niet op de uitkijk stond.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte01] dat hijzelf bij het tuinhek op de uitkijk stond op het moment dat de medeverdachte [medeverdachte02] het raam ingooide en dat de verdachte toen naast hem stond, kan niet als redengevend worden gebruikt voor de medeplichtigheid van de verdachte. Die verklaring zegt immers niets over met welk doel de verdachte daar stond.
Samengevat heeft de verdachte dus niets gedaan, terwijl hij wist dat zijn vrienden de woning overvielen waar hij naast stond. Dit is moreel verwerpelijk. Het zou de verdachte veel meer hebben gesierd als hij op dat moment de politie had gebeld, naar getuige [getuige01] had geseind om (samen) in te grijpen of zelf had geprobeerd zijn vrienden te stoppen. Dit gedrag van de verdachte levert echter niet het strafbare feit op dat hem ten laste is gelegd. Onder deze omstandigheden gold voor de verdachte ook niet een rechtsnorm die hem ertoe verplichtte om te handelen. Van medeplegen, medeplichtigheid (inclusief passieve medeplichtigheid) is daarom geen sprake. Dit kan niet worden bewezenverklaard. Dat de verdachte vooraf in grote lijn wist wat er te gebeuren stond en toch is meegegaan naar de woning, maakt, hoe kwalijk ook, dat niet anders.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank evenmin bewezen dat de verdachte voorbereidingshandelingen heeft verricht voor het plegen van de woningoverval. De verdachte zal daarom eveneens worden vrijgesproken van het meer subsidiair ten laste gelegde.
4.1.3.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Vorderingen benadeelde partijen

De benadeelde partijen [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] zullen in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
Omdat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissing genomen.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk in de vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H. Benaissa, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.J. Klomp en F. van Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 februari 2023.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
primair
hij, op of omstreeks 28 oktober 2022, te [plaats02] ,
omstreeks 04:00 - 05:00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in/uit een woning gelegen aan de [adres02],
meerdere althans éen horloge('s) en/of siera(a)d(en) en/of telefoon(s) en/of
tablet(s) en/of electronica en/of geldbedrag(en) en/of gehoorappara(a)t(en) en/of
pasje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen en/of te bevoordelen,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking
en/of inklimming
en/of
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
door met geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van een meerdere althans één siera(a)d(en), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader[s],
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s),
- zich dreigend aan die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] heeft hebben opgedrongen en/of
- die [slachtoffer01] (met kracht) heeft/hebben geduwd en (waardoor) die [slachtoffer01] ten
val is gekomen en/of
- ( terwijl die [slachtoffer01] op de grond lag) aan die [slachtoffer01] (dreigend) de woorden
heeft/hebben toegevoegd "blijf liggen, blijf liggen" en/of - zakelijke weergeven - te
vragen om geld en/of sieraden en/of goud en/of die [slachtoffer01] te vragen haar
siera(a)d(en) af te geven, althans woorden van gelijke strekking en aard en/of
- een bezem althans, althans een voorwerp tegen het lichaam van die [slachtoffer02]
heeft/hebben gegooid en/of die [slachtoffer02] (met gebalde vuist) heeft/hebben
geslagen en/of gestompt en/of getrapt
ten gevolge waarvan die [slachtoffer02] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen te weten
bloedingen in/aan het hoofd en/of bloedingen in het aangezicht en/of letsel aan
(linker) oog en/of letsel aan de ellenboog, althans enig zwaar lichamelijk letsel;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte01] en/of [verdachte01] en/of een of meer onbekend gebleven personen, op of omstreeks 28 oktober 2022, te [plaats02] , omstreeks 04:00 - 05:00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
met elkaar, althans één van hen,
in/uit een woning gelegen aan de [adres02],
meerdere althans éen horloge('s) en/of siera(a)d(en) en/of telefoon(s) en/of tablet(s) en/of electronica en/of geldbedrag(en) en/of gehoorappara(a)t(en) en/of pasje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en/of te bevoordelen,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming
en/of
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
door met geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van een meerdere althans één siera(a)d(en), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader[s],
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- zich dreigend aan die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] heeft hebben opgedrongen en/of
- die [slachtoffer01] (met kracht) heeft/hebben geduwd en (waardoor) die [slachtoffer01] ten val is gekomen en/of
- (terwijl die [slachtoffer01] op de grond lag) aan die [slachtoffer01] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd "blijf liggen, blijf liggen" en/of - zakelijke weergeven - te vragen om geld en/of sieraden en/of goud en/of die [slachtoffer01] te vragen haar siera(a)d(en) af te geven, althans woorden van gelijke strekking en aard en/of
- een bezem althans, althans een voorwerp tegen het lichaam van die [slachtoffer02] heeft/hebben gegooid en/of die [slachtoffer02] (met gebalde vuist) heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt
ten gevolge waarvan die [slachtoffer02] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen te weten bloedingen in/aan het hoofd en/of bloedingen in het aangezicht en/of letsel aan (linker) oog en/of letsel aan de ellenboog, althans enig zwaar lichamelijk letsel
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 28 oktober 2022, te [plaats02] , in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • aanwezig te zijn bij de voorbespreking van de overval met die [medeverdachte01] en/of [verdachte01] en/of (een) andere onbekend gebleven mededader(s);
  • een scooter/bromfiets (merk Piaggio C38 met kenteken [kenteken01] ) wederrechtelijk weg te nemen, althans ter beschikking te stellen aan die [verdachte01] en/of [medeverdachte01] en/of de onbekend gebleven mededader(s) waarmee naar de woning aan de [adres02] te [plaats02] is gereden;
  • als bestuurder, dan wel als bijrijder van die gestolen scooter/bromfiets met [verdachte01] en/of [medeverdachte01] - meermaals - naar die woning aan de [adres02] te rijden; en/of
  • een moker/hamer aan [verdachte01] en/of [medeverdachte01] ter beschikking te stellen; en/of
  • met die moker/hamer een ruit(en) van de woning aan de [adres02] in te slaan; en/of
  • in de nabijheid van die woning op de uitkijk te staan; en/of
  • het verloop van de overval te volgen op enkele meters afstand van de plaats waar die [verdachte01] en/of [medeverdachte01] zich bevond(en).
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 28 oktober 2022, te [plaats02] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter voorbereiding van het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten: diefstal met geweld gedurende de nachtelijke uren, als omschreven in artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht,
opzettelijk
- een gestolen scooter/bromfiets (merk Piaggio C38 met kenteken [kenteken01] ); en/of
- een moker/hamer; en/of
- zwarte handschoenen,
in elk geval voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen, bestemd tot het, al dan niet tezamen en in vereniging, begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd of voorhanden heeft gehad.