ECLI:NL:RBROT:2023:1311

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 januari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
10/186696-21, 10/071715-22, 10/030055-22 en 10/254922-22 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor openlijke geweldpleging en overtredingen van de Wet Wapens en Munitie

Op 26 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2008, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere openlijke geweldplegingen en overtredingen van de Wet Wapens en Munitie. De zaak betreft vier gevoegde parketnummers: 10/186696-21, 10/071715-22, 10/030055-22 en 10/254922-22. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, op verschillende momenten geweld heeft gepleegd tegen slachtoffers, waarbij ook een mes is gebruikt. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, wat invloed heeft gehad op de opgelegde straffen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke jeugddetentie van één maand met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADD). De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke jeugddetentie, waaronder een meldplicht en deelname aan hulpverlening.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de verdachte zich op zeer jonge leeftijd schuldig heeft gemaakt aan ernstige geweldsdelicten, wat een grote inbreuk op de rechtsorde en de veiligheid van de slachtoffers met zich meebrengt. De rechtbank heeft de verdachte en de slachtoffers beschermd tegen mogelijke confrontaties door het opleggen van een contactverbod met medeverdachten en slachtoffers. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de officier van justitie en de verdediging aanwezig waren.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/186696-21, 10/071715-22, 10/030055-22 en 10/254922-22 (gev. ttz.)
Datum uitspraak: 26 januari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. R.H.P. Feiner, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 12 januari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder het parketnummer 10/071715-22 onder 1, onder het parketnummer 10/030055-22 primair en onder het parketnummer 10/254922-22 onder 1 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder het parketnummer 10/186696-21 onder 1 en 2, onder het parketnummer 10/071715-22 onder 2, onder het parketnummer 10/030055-22 subsidiair en onder het parketnummer 10/254922-22 onder 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 100 uren, met aftrek van het voorarrest, subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van één maand, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan de meldplicht, medewerking verleent aan hulpverlening ofwel behandeling, medewerking verleent aan ChapterNext, deelneemt aan onderwijs en een contactverbod met de medeverdachten [medeverdachte01] en [medeverdachte02] en slachtoffers [slachtoffer01] en [slachtoffer02] ;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder parketnummer 10/071715-22 feit 1, parketnummer 10/030055-22 primair en parketnummer 10/254922-22 onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummer 10/186696-21 onder 1, parketnummer 10/071715-22 onder 2 en parketnummer 10/254922-22 onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering: parketnummer 10/186696-21 feit 2 (dragen van een mes)
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het dragen van een mes op 11 juni 2021 wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte heeft bekend dat hij met een mes achter het slachtoffer is aangerend. Het mes is echter niet teruggevonden. De politie heeft dus geen proces-verbaal opgemaakt waaruit blijkt dat het mes is beoordeeld op grond van de Wet Wapens en Munitie (WWM). Nu het mes niet gekwalificeerd is als een verboden mes op grond van de WWM, moet de verdachte worden vrijgesproken.
4.3.2.
Beoordeling
Uit de aangifte, de videobeelden die op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte03] zijn aangetroffen en de eigen verklaring van de verdachte volgt dat de verdachte op 11 juni 2021 te [plaats02] , samen met anderen, achter de aangever is aangerend en dat de verdachte stekende bewegingen met een mes heeft gemaakt in de richting van de aangever. Vervolgens is de aangever door een medeverdachte met een mes in de rug gestoken.
Gelet op de omstandigheden waaronder de verdachte het mes heeft gedragen, namelijk tijdens een ruzie waarbij de verdachte samen met anderen achter de aangever aanrende, en de handelingen die hij daarmee verricht heeft, te weten het maken van stekende bewegingen in de richting van de aangever, kan niet anders dan worden vastgesteld dat het mes bestemd was om letsel aan personen toe te brengen of ermee te dreigen.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte een mes bij zich had dat gekwalificeerd kan worden als een wapen van categorie IV, onder 7, van de WWM.
4.3.3.
Conclusie
De rechtbank acht het onder parketnummer 10-186696-21 onder 2 wettig en overtuigend bewezen.
4.4.
Bewezenverklaring: 10/030055-22 subsidiaire feit (openlijke geweldpleging):
De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II, dat het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/186696-21 onder 2 en het onder parketnummer 10/030055-22 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/186696-21 onder 1, parketnummer 10/071715-22 onder 2 en parketnummer 10/254922-22 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/186696-21:
1.
hij op 11 juni 2021 te [plaats02]
openlijk, te weten op de [straatnaam01] ,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer02] door
- aan die [slachtoffer02] (dreigend) messen te tonen
en
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer02] te achtervolgen en
- (daarbij) met messen stekende bewegingen te maken in de
richting van die [slachtoffer02] en
- (daarbij) die [slachtoffer02] met een mes in de rug, te steken;
2.
hij op 11 juni 2021 te [plaats02]
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie,
te weten een mes, gelet op zijn aard en de
omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden
aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en te
dreigen heeft gedragen.
Parketnummer 10/071715-22:2.
hij op 5 november 2021 te [plaats03] ,
openlijk, te weten, op [straatnaam02] ,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer03] , welk geweld bestond
uit het meermalen duwen en vastpakken van die [slachtoffer03] en slaan tegen het hoofd van die [slachtoffer03] en
meermalen slaan en schoppen tegen het hoofd, van die [slachtoffer03] , terwijl die [slachtoffer03] op de grond lag.
Parketnummer 10/030055-22:hij op 13 november 2021 te [plaats03]
openlijk, te weten, op [straatnaam03] , in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen [slachtoffer01] ,
door die [slachtoffer01] meermalen, (telkens) (met kracht)
- vast te pakken bij de nek en de kleding en
- te slaan in het gezicht, en
- te /trappen tegen het linkerbeen en het hoofd.
Parketnummer 10/254922-22:
2.
hij op 3 oktober 2022 te [plaats02] ,
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
tezamen en in vereniging met een ander,
wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie IV, onder 2 van de Wet
wapens en munitie, te weten
- machetes
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/186696-21:
1. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;

2..handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;

Parketnummer 10/071715-22:

2. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;

Parketnummer 10/030055-22:
Subsidiair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
Parketnummer 10/254922-22 :

2. medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, vijfde lid, van de Wet wapens en munitie.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op zeer jonge leeftijd, te weten twaalf- en dertienjarige leeftijd, schuldig gemaakt aan ernstige geweldsdelicten. Allereerst heeft hij zich in juni 2021 samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging door achter slachtoffer [slachtoffer02] aan te rennen en stekende bewegingen met een mes te maken, waarbij het slachtoffer door een mededader in zijn rug is gestoken. Een aantal maanden later heeft de verdachte zich wederom schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging door samen met anderen slachtoffer [slachtoffer03] te slaan en te schoppen. De verdachte heeft daarbij het slachtoffer in het gezicht geslagen. Kort daarna heeft de verdachte nogmaals samen met een ander slachtoffer [slachtoffer01] geslagen.
De verdachte heeft telkens weer een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de veiligheidsgevoelens van de slachtoffers. De ervaring leert dat de slachtoffers van openlijke geweldpleging nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden van wat hen is overkomen. Bovendien maken dergelijke strafbare feiten ook op omstanders veel indruk. Dit soort incidenten brengen in de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid teweeg en leveren een grote inbreuk op de rechtsorde op. De rechtbank rekent de verdachte dit zwaar aan.
Tot slot heeft de verdachte tweemaal een mes in de zin van categorie IV van de Wet Wapens en Munitie voorhanden gehad dan wel gedragen. Door het voorhanden hebben of dragen van een dergelijk mes op de openbare weg, had de verdachte een wapen ter beschikking waarmee kan worden gedreigd en aanzienlijk of dodelijk letsel aan derden kan worden toegebracht. Het ongecontroleerde bezit van wapens kan leiden tot het plegen van ernstige geweldsdelicten. Dat deze risico’s niet alleen maar denkbeeldig zijn, blijkt wel uit de omstandigheid dat slachtoffer [slachtoffer02] ook daadwerkelijk in zijn rug is gestoken en daardoor ernstig letsel heeft opgelopen. De rechtbank rekent ook deze feiten de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
13 december 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundigen op de terechtzitting
De rechtbank heeft acht geslagen op navolgende rapporten en verklaringen.
Psycholoog [naam01]heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd
26 januari 2022. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis, overwegend onoplettend beeld (ADD). Daarnaast is er sprake van beïnvloedbaarheid en impulsiviteit, en zijn de gewetensfuncties van de verdachte evenals zijn empathische vermogens onvolledig ontwikkeld. De verdachte is snel beïnvloedbaar, waardoor hij verkeerde keuze kan maken en zich laat meeslepen door zijn vrienden. Door zijn impulsiviteit en beïnvloedbaarheid denkt de verdachte niet na over de mogelijke gevolgen van zijn gedrag. Ook is sprake van een gebrekkige ontwikkeling op een aantal gebieden, zoals de genoemde impulsiviteit, beïnvloedbaarheid, gewetensvorming en ontbrekende schuldgevoelens, die allen van invloed zijn geweest op het plegen van de ten laste gelegde feiten. De psycholoog adviseert de rechtbank om de verdachte de hem ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen.
De verdachte is op zeer jonge leeftijd in aanraking gekomen met strafbare feiten. Sociale factoren die aanwezig zijn zijn de omgang met delinquente leeftijdsgenoten en het wonen in een achterstandsbuurt. Een individuele factor die aanwezig is zijn negatieve opvattingen over geweld en impulsiviteit en gebrek aan empathie of berouw. Beschermende factoren zijn de ondersteuning van moeder en oma en de hechte band die hij met hen ervaart. Op basis van deze factoren en klinische indruk lijkt het algemene en specifieke recidiverisico matig tot hoog. Om het recidiverisico te doen afnemen, dient de verdachte behandeling te krijgen om te werken aan zijn impulsiviteit en beïnvloedbaarheid. De psycholoog adviseert behandeling via de Waag en begeleiding door een jongerencoach.
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 december 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De Raad kan zich vinden in het advies van de psycholoog van 26 januari 2022. Gedurende de schorsingsperiode is hier al gedeeltelijk uitvoering aan gegeven. De behandeling van de Waag is inmiddels in de afrondende fase. De Waag adviseert om een jongerencoach in te zetten, wat ook in lijn is met het eerder gegeven advies van de psycholoog. De verdachte lijkt moeite te hebben om afstand te houden van jongeren die een negatieve invloed op hem hebben. Hij zal een jongerencoach krijgen via ChapterNext. Gelet op de ernst van de feiten adviseert de Raad een deels voorwaardelijke jeugddetentie, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest. Vanwege de jonge leeftijd en de prille positieve ontwikkeling van de verdachte is het niet wenselijk dat hij opnieuw naar de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) moet. Als bijzondere voorwaarden adviseert de Raad een contactverbod met medeverdachten, deelnemen aan onderwijs en dagbesteding en meewerken met ChapterNext.
Ter terechtzitting heeft de jeugdreclasseerder van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) verklaard dat de verdachte het afgelopen jaar heel weinig ruimte van zijn familie heeft gekregen om zelf activiteiten te ondernemen. Hierdoor is een periode rustig verlopen. Zodra de verdachte meer ruimte kreeg is het weer misgegaan. De behandeling van de Waag was ook gericht op het gezinssysteem en is positief afgerond. Het is belangrijk dat de verdachte via ChapterNext een jongerencoach krijgt om te leren omgaan met zijn beïnvloedbaarheid. De jeugdreclasseerder sluit aan bij het advies van de Raad.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door zijn bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling die ook aanwezig was ten tijde van de tenlastegelegde feiten acht de rechtbank de verdachte voor deze feiten verminderd toerekeningsvatbaar.
Straffen
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie, omdat de verdachte zeer jong is en een positieve ontwikkeling doormaakt. In plaats daarvan wordt een taakstraf in de vorm van een werkstraf opgelegd en een voorwaardelijke jeugddetentie.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk op te leggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd overeenkomstig het advies van de Raad. De rechtbank is van oordeel dat deze voorwaarden noodzakelijk zijn voor een (verdere) gunstige ontwikkeling van de verdachte. Ook dienen de verdachte en de slachtoffers behoed te worden voor mogelijke contacten / confrontaties. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op de ernst van de feiten en de rapportages van de psycholoog en de Raad, waaruit naar voren komt dat bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling, beïnvloedbaarheid en impulsiviteit en gebrek aan empathie is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 141 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 26, 27 en 54 van de Wet Wapens en Munitie.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder parketnummer 10/254922-22 onder 1, parketnummer 10/071715-22 onder 1 en parketnummer 10/030055-22 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummer 10/186696-21 onder 1 en 2, parketnummer 10/071715-22 onder 2, parketnummer 10/030055-22 subsidiair en parketnummer 10/254922-22 onder 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
0 (nul) urente verrichten werkstraf resteren;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde het onvoorwaardelijk deel van de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
0 dagen;
legt de verdachte een
jeugddetentieop voor de duur van
1 (één) maand;
bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
  • [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] 2006 te [geboorteplaats02] ,
  • [medeverdachte02] , geboren op [geboortedatum03] 2007 te [geboorteplaats03] ,
  • [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum04] 2009 te [geboorteplaats04] en
  • [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum05] 2006 te [geboorteplaats05] ,
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd zal meewerken aan hulpverlening ofwel behandeling, als de jeugdreclassering dit nodig acht;
- gedurende de proeftijd zal meewerken aan ChapterNext;
- gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen, zodra hij weer kan starten;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.N. Melkert, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mr. M. van Kuilenburg en mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2023.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/186696-21:
1.
hij op of omstreeks 11 juni 2021 te [plaats02]
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de [straatnaam01] ,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer02] door
- aan die [slachtoffer02] (dreigend) een of meer messen te tonen / voor te houden
en/of
- (daarbij) (vervolgens) die [slachtoffer02] te achtervolgen en/of
- (daarbij) met een of meer messen stekende bewegingen te maken naar/in de
richting van die [slachtoffer02] en/of
- (daarbij) die [slachtoffer02] met een mes in de rug, althans het lichaam te steken;
2.
hij op of omstreeks 11 juni 2021 te [plaats02]
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie,
te weten een mes, zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de
omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden
aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te
dreigen heeft gedragen.
Parketnummer 10/071715-22:
1.
hij op of omstreeks 5 november 2021 te [plaats03],
op de openbare weg, te weten [straatnaam02] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon en/of oplader en/of powerbank, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan [slachtoffer03] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer03] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen
duwen en/of vastpakken van die [slachtoffer03] en/of slaan en/of stompen tegen het
gezicht, althans het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer03] en/of meermalen slaan
en/of stompen en/of schoppen tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer03] ,
terwijl die [slachtoffer03] op de grond lag;
2.
hij op of omstreeks 5 november 2021 te [plaats03],
openlijk, te weten, op [straatnaam02] , in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer03] , welk geweld bestond
uit het meermalen duwen en/of vastpakken van die [slachtoffer03] en/of slaan en/of
stompen tegen het gezicht, althans het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer03] en/of
meermalen slaan en/of stompen en/of schoppen tegen het hoofd, althans het
lichaam van die [slachtoffer03] , terwijl die [slachtoffer03] op de grond lag.
Parketnummer 10/030055-22:
hij
op of omstreeks 13 november 2021
te [plaats03] , op [straatnaam03] , althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een mobiele telefoon (Samsung S8, kleur zwart), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen die [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, door telkens met kracht die [slachtoffer01]
- onverhoeds bij de nek te pakken, althans door zijn, verdachtes arm om de nek van
die [slachtoffer01] te brengen en/of vervolgens
- mee te trekken en/of bij de kleding vast te pakken en/of
- meermalen, althans eenmaal te trappen/schoppen tegen het linkerbeen en/of het
hoofd, in elk geval tegen het lichaam en/of
- te slaan/stompen in het gezicht, althans op het lichaam en/of
- een mes te tonen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij
op of omstreeks 13 november 2021
te [plaats03]
openlijk, te weten, op [straatnaam03] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of
op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen een persoon te weten [slachtoffer01] ,
door die [slachtoffer01] meermalen, althans eenmaal (telkens) (met kracht)
- vast te pakken bij de nek en/of de kleding en/of
- te slaan en/of stompen in het gezicht, althans op het lichaam en/of
- te schoppen/trappen op/tegen het linkerbeen en/of het hoofd, althans op het
lichaam.
Parketnummer 10/254922-22:
1.
hij op of omstreeks 3 oktober 2022 te [plaats02]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving
een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld,
te weten
- medeplegen van een poging doodslag en/of
- medeplegen van een poging diefstal met geweld en/of afpersing en/of
- openlijk geweld met zwaar letsel tot gevolg,
opzettelijk
voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, te weten
- geheel zwarte kleding met capuchon en/of
- gezichtsbedekking, te weten een zwarte sjaal en/of een bivakmuts en/of
- handschoenen en/of
- (een) machete(s)
bestemd tot het begaan van dat misdrijf,
heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 3 oktober 2022 te [plaats02] ,
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
een of meer wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie IV, onder 2 van de Wet
wapens en munitie, te weten
- (een) of meer machete(s) en/of kapmes(sen)
voorhanden heeft gehad.