9.2.De rechtbank ziet ook geen aanleiding om het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt in twijfel te trekken. De door eiser genoemde klachten waren bekend, met name ook de pijnklachten in zijn gehele lichaam, en zijn meegewogen in het verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Ook het feit dat eiser medicinale wiet gebruikte is meegewogen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft inzichtelijk gemotiveerd dat eiser niet volledig arbeidsongeschikt is, omdat hij niet voldoet aan de criteria van één van de uitzonderingscategorieën volgens het Schattingsbesluit. De verzekeringsarts heeft ook inzichtelijk gemotiveerd welke beperkingen eiser volgens haar wel en welke beperkingen eiser niet (meer) heeft. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft overwogen dat eiser niet zulke ernstige psychische stoornissen heeft dat voor het persoonlijk functioneren en het sociaal functioneren in de FML (verdergaande) beperkingen opgenomen moeten worden. De rechtbank acht dit een navolgbaar oordeel. De rechtbank kan de conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat er geen argumenten zijn voor het aannemen van een urenbeperking, ook volgen. Het UWV heeft erkend dat eiser klachten heeft in verband waarmee hij beperkingen voor arbeid heeft, maar verschilt met eiser van mening over de mate waarin eiser daardoor beperkingen ondervindt. Hierbij is van belang dat het in de systematiek van de Wet WIA niet gaat om de medische klachten van eiser als zodanig, maar om objectief vastgestelde beperkingen bij het verrichten van arbeid. Wat eiser in beroep heeft aangevoerd, legt - zoals de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar aanvullende rapport van 16 juni 2022 ook overtuigend nader heeft toegelicht - tegenover het gemotiveerde medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende gewicht in de schaal om op grond daarvan te twijfelen aan de (eerdere) conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft met name uitvoerig en overtuigend gemotiveerd dat eiser op de te beoordelen datum een zo lage dosering cannabis gebruikte dat op basis daarvan geen ernstige sufheid en dufheid kan worden verklaard. Eiser heeft ter zitting niet aannemelijk gemaakt dat de dosering van de cannabis anders was dan waar de verzekeringsarts bezwaar en beroep van uit is gegaan. De rechtbank betrekt bij haar oordeel verder mede dat eiser in beroep geen medische gegevens heeft overgelegd die een nieuw licht op eisers situatie in geding werpen.
10. Het UWV heeft de functionele mogelijkheden van eiser per de te beoordelen datum dan ook juist vastgesteld in de FML van 17 maart 2022. Daarvan uitgaande kan wat eiser heeft betoogd over de geschiktheid van de in bezwaar geselecteerde functies niet slagen, voor zover dit betoog is gebaseerd op de stelling dat hij minder functionele mogelijkheden heeft dan het UWV heeft aangenomen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in haar rapport van 23 maart 2022, in aanvulling op het rapport van de arbeidsdeskundige van 30 april 2021, de geschiktheid van de in bezwaar geselecteerde functies voldoende toegelicht aan de hand van de in het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem gesignaleerde items die een mogelijke overschrijding van de belastbaarheid aangeven. Daarbij heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep overleg gevoerd met de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is ook puntsgewijs ingegaan op wat eiser in bezwaar naar voren heeft gebracht. Naar aanleiding van het door eiser in bezwaar en in beroep naar voren gebrachte punt dat er in de functies zorgvuldig moet worden gehandeld, heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gemotiveerd dat er geen overschrijding van de belastbaarheid in de functies is, omdat eiser niet beperkt is op vasthouden van de aandacht of zelfstandig en doelmatig handelen. Naar aanleiding van eisers betoog dat de functie textielproductenmaker (sbc-code 111160) als gevaarlijk kan worden aangemerkt, dat er omgegaan moet worden met deadlines en dat de functie fijne motoriek vereist gezien de functieomschrijving, constateert de rechtbank dat deze functie geen belasting kent op de items ‘verhoogd persoonlijk risico’ en ‘deadlines en productiepieken’. Voor fijne motoriek is eiser niet beperkt geacht. De rechtbank is niet gebleken dat de belasting van de in bezwaar geselecteerde functies de mogelijkheden van eiser overschrijdt, zodat deze functies voor eiser geschikt worden geacht.
11. Vergelijking van het inkomen dat eiser in de in bezwaar geselecteerde functies zou kunnen verdienen met het inkomen dat hij in zijn eigen werk zou hebben verdiend als hij niet arbeidsongeschikt was geworden, geeft een verlies aan verdienvermogen te zien van 53,39%. Het UWV heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser per 25 januari 2022 dus terecht bepaald op meer dan 35%, maar minder dan 80%.
12. Het UWV heeft eiser bij het bestreden besluit dan ook terecht per 25 januari 2022 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid tussen de 35% en 80% (53,39%).
13. Eisers beroep op het verbod van reformatio in peius slaagt niet. Het verbod van reformatio in peius houdt in dat het bezwaarschrift van eiser er niet toe mag leiden dat het UWV de heroverweging gebruikt om een verslechtering van eisers positie te bereiken die zonder bezwaarschriftenprocedure niet mogelijk zou zijn. Daarvan is in dit geval geen sprake. In bezwaar heeft het UWV het arbeidsongeschiktheidspercentage per 25 januari 2021 vastgesteld op 53,39% in plaats van op 36,29%.
14. Het beroep moet ongegrond worden verklaard. Dat betekent dat het UWV terecht heeft bepaald dat eiser met ingang van 25 januari 2021 recht heeft op een WGA-uitkering naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 53,39%. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Omdat het beroep ongegrond is, bestaat er geen grond voor schadevergoeding en evenmin voor een proceskostenveroordeling.