Uitspraak
1.[gedaagde01] ,
2.
[gedaagde02],
3.
[gedaagde03],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 7 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01], een bedrijf dat reparatie- en onderhoudswerkzaamheden verricht, en [gedaagde01], een groothandel in auto-onderdelen. De partijen waren overeengekomen dat [eiser01] werkzaamheden zou uitvoeren in het bedrijfspand van [gedaagde01]. Er was een richtprijs van € 1.500,- exclusief btw afgesproken, maar [eiser01] heeft de werkzaamheden niet afgemaakt en heeft een factuur gestuurd van € 3.060,49. [gedaagde01] heeft een bedrag van € 1.000,- betaald, maar betwist dat er nog een bedrag verschuldigd is, omdat de werkzaamheden niet zijn afgerond.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen oplevering heeft plaatsgevonden en dat [eiser01] ten onrechte de werkzaamheden heeft gestaakt. De rechter oordeelde dat de aanneemsom maximaal € 1.794,85 exclusief btw bedraagt, en dat [gedaagde01] geen verdere betalingen hoeft te doen, omdat de werkzaamheden niet zijn afgerond. De vorderingen van [eiser01] zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde01].
De uitspraak benadrukt het belang van oplevering bij aanneming van werk en dat een opdrachtgever pas verplicht is tot betaling na oplevering, tenzij anders is afgesproken. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser01] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld.