In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Albanië in 1981, die werd beschuldigd van het witwassen van geld en het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne. De verdachte werd op 4 mei 2023 door de politie aangetroffen in een woning in Dordrecht, waar meer dan 400 kilo cocaïne en een geldbedrag van € 29.960,- werd aangetroffen. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting een alternatieve verdediging gepresenteerd, waarin hij stelde dat hij als 'huisslaaf' werd vastgehouden en tegen zijn wil in de woning verbleef. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen objectieve aanknopingspunten zijn voor dit scenario, en dat de verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de aangetroffen verdovende middelen en het geldbedrag.
De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vijf jaar, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte in het geheel en de persoonlijke omstandigheden. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat in zijn voordeel heeft meegewogen. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van het geldbedrag van € 29.960,- gelast, terwijl het bedrag van € 1.700,- voor de rechthebbende zal worden bewaard, aangezien de verdachte hiervan is vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.